Donderdag 2 juli, Granvik.We zitten onder de zonnetent in de kuip. Het is bijna 30 graden. En een beetje benauwd. het lage drukgebied laat zo nu en dan een druppel regen vallen, maar het stelt nets voor en afkoelen doet het er niet van. Henneke duikt steeds het glasheldere water in.

We liggen in een klein gasthaventje met een enkele ander boot een een paar bootjes van bewoners. Het is er rustig. Er is een koffiehuis met een vriendelijke vrouw die haar zelfgemaakte gebak, koekjes en belegde broodjes verkoopt. Gisteren hebben we er een broodje garnalen gegeten en een koel glas gedronken. Het is merkbaar dat Zweden iets liberaler met hun alcoholverkoop om wil gaan. De invloed van Europa is, volgens een man die we op de steiger in Carlsborg (moet met een C geschreven en niet met een K zoals in het vorige verslag) spraken merkbaar. Mensen gingen teveel zelf importeren, wat de staat veel inkomsten scheelt. Dit jaar zagen we zelfs in een touristenbrochure reclame voor sterke drank. Hij vertelde wel gelukkig te zijn met Europa, jammer van die Zweedse kroon die zo devalueert. Voor ons is het leven weer iets goedkoper geworden hier. Momenteel liggen de prijzen van levensmiddelen misschien wel iets lager dan in Nederland, bier en wijn zijn zo'n 20% hoger. Daar is dus wel mee te leven. Kleding is voordeliger, ook een kopje koffie met gebakje buiten de deur. De restaurants zijn dat ook, maar daar zijn we nog niet geweest, de eerste aanblik is niet aantrekkelijk. Veel dikke mensen hier, valt ons op. Ze snoepen ook veel, overal ijstentjes en snoepautomaten, zelfs speciale snoepsupermarkten.

Er wordt behoorlijk gerookt en pruimtabak gekauwd, vieze gewoontes. Toch voelen we ons helemaal thuis, de mensen zijn vriendelijk en rustig. Ook in de omgang met hun kindderen zijn Zweden heel geduldig lijkt het wel. Op een enkel koppig kind na, dat door een winkel gesleurd moet worden, oogt het gezinsleven (2 kinderen is de standaard) erg ontspannen. Ook kinderen in groepjes lijken wel minder hysterisch dan in Nederland.
Maar deze waarneming is maar beperkt. Waar we wel zeker over zijn is dat het water hier onvoorstelbaar helder is. Men beweert dat je tot 15 m diep kan kijken. Dat willen we wel geloven. Die man vertelde dat het hier 's winters heerlijk schaatsen is, Het ijs is helder als glas, je ziet de bodem en vissen eronder. Gisteren en vandaag hebben we er veel in gezwommen en van de rotsen gedoken Vandaag hebben we er gewoon mee gekookt toen we verderop op de steiger zaten eten klaar te maken. Het meer (5e in grootte in Europa) is diep, heel diep. Soms een paar meter uit de kant al een meter of 30, op andere plaatsen meer dan 120 m. En dat op ruim 90 m boven de zeespiegel. Het haventje waar we liggen behoorde aan een kleine mijn die hier tot 1946 in bedrijf was. Er is een piepklein museum voor ingericht bij de parkeerplaats even verderop. Het staat gewoon open voor bezoekers zonder suppoosten, kassa enz. Alleen een gastenboek, sympathiek. Het oude gereedschap dat of tafels ligt, wordt waarschijnlijk niet snel gestolen. De natuur hier is geweldig en divers. Veel wandelen we door de 's ochtens heerlijk frisse bossen.
Carlsborg waar we gisteren lagen, is zoals alle plattelandssteden in Zweden niet erg mooi. Behalve dat het aan een prachtig meer ligt. Het lijkt een beetje Riviera maar dan zonder de protserige huizen brede boulevards en jachten. Wel hier en daar een klein strandje en een steigertje met visbootje. Mensen genieten van het mooie weer. Er staan grote nieuwe bloembakken met een klein palmboompje erin langs de straat, de stad doet haar best. Buitenlandse touristen zijn hier tamelijk zeldzaam, een enkele verdwaalde Duitser. De grote bezienswaardigheid is de vesting, dat nog steeds gedeeltelijk militair in gebruik is. Het is een beetje vergelijkbaar met Naarden-vesting zonder slotgracht. Het ligt op een schiereiland. Het heeft nooit dienst hoeven doen. Toen men in de loop van de 18e eeuw aan de bouw begon was het vesting-idee al achterhaald en 90 jaar later, toen het klaar was (en 10 maal de prijs bleek te kosten) was het overbodig. We willen het wel bezoeken en de begeleide toer volgen, de gids kunnen we niet meer vinden en we krijgen ons geld terug. Bij de Tourist-info een half uur lopen kunnen we onze weblog aanvullen vanuit de geheugenstick die we op zak hebben. Op de terugweg kopen we bij een ambachtelijke bakker in een oude bakkerij met houtgestookte oven een traditioneel roggebrood. Het ziet eruit als een klein Turks-brood, rond en plat. Het is toch ook weer zacht en zoet, er zit anijszaad in.

Wij bakken thuis altijd ons eigen brood. Dat is vanzelfsprekend ook het lekkerste desem-brood ter wereld (waarom zou je het anders doen?) Normaal doen wij dat op de boot ook, maar vorig jaar wilde het maar steeds niet goed lukken doordat we het juiste meel niet konden vinden. Meel genoeg in de winkels, ook ecologisch, maar het is allemaal op de een of andere manier voorbewerkt. We zouden graag 20 kg meel hebben meegenomen maar 300 Euro vrachtkosten maakt het brood kostbaar. We doen ons ontbijt met muesli en yoghurt, en de lunch met knackebrod en Deens donker-roggebrood. Het is behelpen, maar het gaat.
6 juli, Igelbäcken.Kou (14 graden), wind en regen vanochtend en vannacht. We hebben juist de verwarming weer uitgezet en de olielamp aan. Erg veel wind Jan is er vannacht drie keer uitgeweest om de lijn van het hekanker aan te halen. De waterstag (onder de boegspriet) kwam een paar keer tegen de steiger, allemaal niet zo vreselijk, maar wel lawaai en geschuur.

De wind stond keihard op Lena's kont en trok het anker langzaam maar zeker door de klei. De nylon band heeft hij nog verzwaard door een klein parapluanker aan een lijn eroverheen af te laten glijden. Toen hield de boel beter stand. en kon hij koud en nat weer tegen Hen's warme lijf rustig in slaap vallen, al blijft onder dergelijke onstuimige omstandigheden altijd een oor open. Het weer is in een diepe depressie (987 Hp en daalt nog verder) Het zal wel veranderen, maar voor vandaag blijven we aan de eenvoudige kleine steiger van een plaatselijke zeilclub liggen. Het ligt in het midden van niets (behalve natuur en een autoweg verderop) en er is geen enkele voorziening. Er ligt nog een Nederlander wiens boot vannacht tegen de steiger dreef toen het anker niet hield. Gelukkig was er ruimte om dwars te liggen en liep hij verder geen schade op.
De windmolen in de mast draait geweldig en levert eindelijk stroom. Nu maar afwachten hoelang we het uithouden, water, wijn, bier en dieselolie voldoende aan boord. Misschien raakt de vuilwatertank vol, de pomp in Karlsborg werkte niet en zaterdag ( 4-7) in Askersund na het boodschappen doen en 100liter diesel tanken hadden we geen zin meer om zo'n zuigstation te zoeken. We zijn het stadje weer snel uitgevlucht om bij een eilandje verderop voor anker rustig te lunchen met paling en stokbrood en even te zwemmen om af te koelen. Het was toen nog 15 graden warmer dan nu. Ruim anderhalve week is het zo heet geweest en vrijwel geen wind.
Gisteren zijn voor de tweede maal de zeilen op geweest. Er stond niet zoveel wind en ze was ook lang niet stabiel. Maar we zeilden! Heerlijke rust tussen de scheren van de noord-Vätern door. Halverwege de tocht viel de wind weg en trokken rond ons de wolken samen. Dat kon wel eens slecht weer worden. Hoewel de voortekenen minder ernstig waren dan vrijdag 3-7 op de tocht van Granvik naar Olshammar. We vertrokken onder een prachtige blauwe hemel met heel licht briesje vanaf het land. We zeilden eindelijk, niet snel maar toch... heerlijk rustig. Na 2 uur komen we op het punt dat we bakboord uit naar het voor vandaag gestelde doel zeilen, of dat we rechtdoor varen naar het 2 uur verderopgelegen Askersund.

Inmiddels zijn de kleine stapelwolken boven het land 20 Km voor ons samengepakt tot donkere, bijna zwarte wolken. We zien er buien en weerlichten. Daar gaan we niet naar toe, we weten hoe snel het weer hier kan wijzigen. De wind valt weg, Jan haalt snel de zeilen binnen en Henneke stuurt Lena in de richting van het scherengebied/natuurreservaat waar we nog ruim een halfuur tussen eilanden door naar een kleine watersporthaven in Olshammar varen. De zeilen zijn nog maar net geborgen of enorme windstoten breken los. Als we op de steiger aanvaren is het alweer windstil, drukkend heet en zwaar bewolkt. We duiken eerst van de steiger om af te koelen en bekijken het kleine clubhuis. Ze verkopen snoep, ijs en er is een koffie apparaat. Er is niemand, als je wat wilt hebben dan pak je maar en doet het geld ervoor in een plastic emmertje. Voor het liggeld zijn enveloppes die in een brievenbus moeten. Een kwestie van vertrouwen zoals we hier vaker zijn tegengekomen. Er is hier een enorme grote lawaaimakende en rook uitstotende sulfaatfabriek. Merkwaardige stank hangt daaroor in de haven. Het water is gelukkig schoon en helder. We bekijken het gesloten kerkje dat aan de heilige Birgitta is gewijd. er tegenover is een groot huis waar een belangrijke nationale dichter en nobelprijswinnaar geboren is en waar nu een restaurant huist waar tot 19.00 bediend wordt. Voor ons te vroeg nog, we proberen het dorp te vinden. Merkwaardige verlaten desolate verzameling van een paar kleine blokjes goedkope sociale woningbouw en een paar villaatjes langs een provinciale weg. Er staat een grote stenen school met geasfalteerde speelplaats en een sportveld. Het is er bijna uitgestorven. Iemand sjouwd een zak vuilnis en op de parkeerplaats achter zo'n blokje zitten een paar oude mensen op plastic stoeltjes te kaarten met een blik bier op tafel. De winkel is gesloten en hier en daar is de boel dichtgetimmerd of staat leeg. In het algemeen zijn de Zweedse dorpen en plattelands-steden al geen voorbeelden van stedenbouw en schoonheid, maar dit slaat alles; Wat een troosteloosheid, en dan ook nog die fabriek even verderop. Misschien is er daartussen wel een samenhang. We vluchten weg, ook voor de beginnende regen die de boel zo mogelijk nog grauwer maakt.
Terug op de steiger ligt er de Nederlandse zeilboot, die we nu ook hier weer tegenkwamen. Er komt een merkwaardige lange rollende wolk aanzetten waaruit een geweldige plens ijskoud water naar beneden zet. Wij blijven droog in de kuip doordat juist op tijd de regenhuik over de giek ligt. Even koelt het af maar de volgende dag is het weer warm. We varen bijtijds weg naar Askersund. Dat is volgens de folders een levendige touristenplaats waar op zaterdag markt is tot 2 uur. Zoals in meer Europeesche landen gaan hier ook de winkels op zaterdag om 2 uur dicht, behalve sommige grote supermarkten. Het is inderdaad een drukte op de kade waar we aanleggen voor een grote rondvaartboot. We passen met geen mogelijkheid in de boxen voor passanten aan de overkant van het water. Mensen eten ijsjes of patat met worst aan de tafeltjes op de kade. Er zijn terrassen en in een oud pakhuis winkels met prullaria en huisvlijt. Een lange rij staat voor het stalletje met gerookte vis. Wij willen na de supermarkt een visje meenemen, maar dan blijkt de tent gesloten. Pech, Henneke gaat nog even terug het stadje in om vis te kopen terwijl Jan de boot naar de overkant vaart om te tanken. De kleine kruidenier, bakker en groenteman is hier in Zweden vrijwel uitgestorven. Een paar grote supermarkten verdelen hun monopolies. Vrijwel in elke plaats van enige omvang is een ICA (AHOLD) vrijwel identiek aan onze Albert Heijn inclusief Bonuskaart en zelfscankassa's. Daar deden we onze boodschappen en konden ook hier konden we geen Saffraan vinden. Bij navraag bleek het bij de kassa gevraagd te moeten worden ter voorkoming van diefstal van het dure goedje (€ 5,- per gram.)

Terzijde: We hebben nog steeds nergens karnemelk (kärnemjolk) kunnen vinden. Wat daar vorige week op leek was een soort schenkyoghurt. Met het woordenboek in de hand blijkt men het wel te kennen, maar het ook in de schappen niet te kunnen vinden. Het zal hier waarschijnlijk gewoon niet worden gedronken. Ons Zweeds is belabbert. Als er eens een Zweed geen engels of duits spreekt zit je in de problemen. Jan probeerde zondagmogen (5-7) aan een man die in het clubhuis van de zeilver. in Åmmeberg te vragen of er een wandelgebied was en of er een plattegrond was. Dat lukte helemaal niet. Ook al omdat het weer en de wind gunstg waren zijn we maar heer vertrokken. We kwamen daar terecht omdat het de dichtsbijzijnde aardige plek leek om naar toe te gaan vanuit Askersund dat ons tegenstaat vanwege de ongezellige dagjestouristen die zich verveeld vol eten en rondslenteren op zoek naar niks, want dat is wat het plaatsje ons te bieden heeft. Zelfs de Systeembolaget is er klein en we kunnen onze eigen wijn niet kopen.
Åmmeberg is eigenlijk amper een plaatsje. Het haventje waar we liggen was vroegen de laadplek van de zinkfabriek die in 1970 sloot en nu even verderop groot en statig staat te vervallen. Ook hier op de haven staan mooie houten loodsen waarin ook het clubhuis van de zeilers is. Het ziet er allemaal goed en vriendelijk uit. We drinken een koel bier (€ 6,60 per glas van 50cl) op het terras van een hotel dat vroeger het gastenverblijf van de fabriek was. Het is om vijf uur in de middag nog bloed heet. Terug bij de boot maakt Jan de barbeque klaar onder een daarvoor gemaakt groot afdak met tafel en bank. Maar voor dat Henneke uit de kajuit terug komt met de ingredienten steekt er -zoals de avond ervoor- storm op en een geweldige plensbui die horizontaal onder het afdak door loeit. Een half uur later zitten we weer in de avondzon van de grote kreeftgarnalen te genieten.
Het is rustig hier, er is nog een andere boot op bezoek, die ligt een eind verderop.
En nu dus in de kou in Igelbäcken. Gisteren, net voor dat het weer omsloeg maakten we een onvergetelijk mooie wandeling door een natuurreservaat waar deze steiger bijna aan grenst.
7 juli, Granvik.Weer terug in Granvik, vorige week waren we hier ook, prima plek. Zojuist (+ 13 uur) zalm, sla en aardappels gegeten in het koffiehuisje aan de haven. Aardappels zijn heerlijk in Zweden, maar dat schreven we al vaker. We hadden het wel verdiend vonden we na een koude en natte tocht door regen en onweer met een vervelende zee. Korte golven, zoals bij harde wind op het IJselmeer en een hoge deining. Gelukkig waren we juist voor het noodweer losbarste tussen de scheren vandaan op het open water, dat is dan toch veiliger. In geval van nood liggen we niet snel op de rotsen, even het anker uitwerpen is niet mogelijk op 85 meter diepte. Geweldige bliksemschichten om ons heen, gelukkig blijven ze boven het land. We hoorden daarstraks dat in een plaatsje even verderop in één wolkbreuk 200mm regen viel. In de straten stond een halve meter water. Gelukkig voor ze spoelt het allemaal snel weg van de granieten ondergrond de meren in. De buien blijven ook nu elkaar afwisselen,ze zijn kort en hevig, zojuist met grote hagelstenen. Tussendoor schijnt de warme zon. De damp slaat van de rotsen.

Gisteren werd om een uur of acht 'savonds, we hadden net het eten op, op de preekstoel geklopt. De vrouw van de nederlandse boot staat enigzins overstuur op de steiger. Haar man is al meer dan twee uur weg, ze is erg bezorgd dat er iets is gebeurd met hem. Hij heeft een probleem met zijn onderbenen die vrijwel gevoelloos zijn door een neurologische aandoening. Hij loopt moeilijk en onzeker. Wij zijn hem een paar uur geleden tegengekomen toen hij op zoek was naar de plaats waar onze mooie wandeling van de dag ervoor begon. Het is inderdaad een bijna onvindbare plek. Je moet een paar honderd meter door de berm van de autoweg lopen en daar staat een miniscuul houten bordje op een paal met een onbegrijpelijke oranje tekst. Wij weten dat oranje hier een wandelpad betekent. We vertellen hem dat het een behoorlijk zware en niet ongevaarlijke wandeling is, zeker na een hele dag regen. Hij gaat toch maar even kijken.

Wij steken de weg over om even de benen te strekken en een frisse neus te halen; Een hele dag binnen zitten scrabbelen maakt toch wel duf. We bekijken een oude vervallen maar deels herstelde smeltoven in het bos. De bergen sintels en slakken zijn begroeid en de watermolen is vervallen. Vanochtend is Jan nog teruggeweest om foto's te maken. Er staat een paar bordjes met uitleg en tekeningen van hoe het ooit was en functioneerde tot 1945. Jammer dat alles in het Zweeds is. We snappen maar een beetje. Ook doordat mijnbouw en ertsverwerking buiten onze directe interesses viel.
Die vrouw is behoorlijk overstuur, wij gaan met haar naar het pad van het mooie natuurreservaat. We lopen over de spekgladde plankiers die ons door een moeras het bos inleiden. We zien weer de stammen die door bevers zijn omgeknaagt, de verse snippers hout liggen over het pad. Nu hebben we er even geen oog voor. Op de splitsing van het pad overleggen we wie welke kant op gaat om de man te zoeken. Henneke en ik hebben telefoons bij ons. Die man dus niet. Dan horen we hem roepen. Hij komt zwaar bezweet, verderop over het pad aanstrompelen. Hij heeft zich lelijk vergist in zijn wandeling. Iedereen is opgelucht, wij hadden ons al op vreselijke ongelukken voorbereid. Vanochtend voor we vertrokken kregen we een potje aardbeidenjam van haar als bedankje. Aardig, Hanneke heet ze.
7 juli, Granvik,We zijn niet uitgevaren vanochtend hoewel het best aardig weer was. Zonnetje, beetje wind en kleine schuimkopjes verder op het meer. De voorspelling was overal storm, behalve toevallig hier. In de loop van de dag meer wind en de hele dag kans op regen en onweersbuien. Henneke heeft er geen vertrouwen in. We liggen goed aan de steiger en we kunnen hier nog mooie wandelingen maken en vanavond is er een rythm and blues band in het koffiehuis. Ze maakt er een breidag van en Jan doet wat kleine klusjes aan de boot en selecteert de foto's voor het weblog.

Aan het eind van de middag komen er meer boten het haventje binnenlopen om de dreigende onweersbui veilig te doorstaan. Het valt wel mee met die bui, die tijdens het klaarmaken van het avondeten uit regent. wel komt er deining van uit het meer de haven binnen, elders zal het wel erger zijn geweest. De geluiden van de band klinken over het water. Van die wandeling is niets meer terecht gekomen, Henneke heeft nog wel gezwommen. Na de storm van afgelopen dagen is het water rood geworden. We vermoeden dat het ijzer uit het gesteente is. Om negen uur begint het feest met de band, het is nu halftien, op het de bankjes zitten mannen van rond de veertig zich in te dringen met blikjes bier. Ze pissen over het gras. Er komt een volgeladen motorbootje binnenvaren met harde muziek en oude jongeren met blikjes en flesjes in de hand. op de parkeerplaats staan Amerikaanse auto's uit de jaren 60 en 70 waar ze erg van houden hier (zie vorig jaar Lidköping.) De minimum leeftijd voor de avond is 30 jaar. Voor tien uur zal er zeker nog niks gebeuren vertelde een local ons. In middels wordt het al aardig bemand rond het haventje, vrouwen hebben we nog niet gezien, maar die zitten misschien al binnen. Van deat haventje moet je niet teveel voorstellen. Tot de 70er jaren was het de haven voor het vervoer van materiaal uit de smeltoven -ik zoek nog op wat- even werderop. Kleine boten die door het Göta-kanaal moesten.

Nu kunnen er een handvol plezierjachtjes afmeren op doortocht. Er staan nog enkele gebouwtjes uit de mijn-periode en 8 nieuwe vakantiehuisjes van een verhuurbedrijf. Vorige week zaten daar een stuk of veertig militairen in met radio-apparatuur te oefenen. Peil-ontvangers en kortegolf zenders. Echo-Bravo-Alva-Pappa Over... Het zal de verbindingsdienst zijn geweest want erg vechtlustig oogde het niet; het leek meer een soort hobbyclub van mannen op middelbare leeftijd. We twijfelen of we nog naar de band gaan kijken straks; Horen zullen we het zeker vauit een houten schuur honderd meter verderop.