Het adres voor de nieuwe blog (2010) staat op een nieuwe locatie!

http://www.zeilschiplena.blogspot.com

donderdag 3 september 2009

Week 11, Lena op het droge

Norrköping, 27 augustus.
Vannacht voor de eerste keer in ruim twee maanden niet op Lena geslapen maar in een vandrarhem (Jeugdherberg of hostel). Dat is even wennen; Eenpersoonsbedden die niet verplaatst kunnen worden en verkeersgeluid van de weg die hiervoor loopt. Ook is het veel warmer op het land. Jan droomde van varen in de bloedhete tropen. Straks ontbijt en dan weer een heel eind terug naar de werf lopen waar Lena nu op de kant ligt.
We zouden er wel in kunnen slapen maardat is een erg, heel erg ongewoon en een beetje beangstigend gevoel. Een boot die staat als een huis. Gisteren om 08.00 in de stromende regen werd Lena op een prachtige, hydraulische lorry uit het water getild en naar zijn plaats gereden. Eerst nog even met de hogedrukspuit afspuiten, er zat nog vrijwel geen aangroei aan dat was dus vlot gebeurd, maar we waren inmiddels wel doorweekt en koud geworden. Daar staat hij nu op zes stutten. Met een ladder kunnen we aan boord. Jan is de schuurlijst op de plaatsen waar veel roest onder de verf en het plamuur zit, aan het afkrabben en schoonschuren. De professionele jachtschilder had daar vier jaar geleden heerlijk overheen geschilderd, dat wreekt zich nu met grote blazen en dikke roest. Een bijzonder vervelend en zwaar karwei. Henneke doet de binnenboel grondig. Dat moet ook wel omdat we er minstens negen maanden niet meer zullen komen. We zijn vorige week vrijdag (21-8) hier op de werf in Norrkoping aangekomen en hebben sindsdien iedere dag wel iets aan onderhoud gedaan. Vooral het houtwerk is stevig onder handen genomen. Schuren en lakken, het ziet er weer geweldig uit, we zijn vergeten een mooie foto daarvan te maken.



Norrköping, zondag 31 augustus.
Vier nachten zijn we in het vorige vandrarhem geweest. Voor vannacht was het al volgeboekt, daarom zijn we vanochtend een kleine kilometer verkast naar een ander. Boven op het station van Norrköping, vergelijkbaar, maar minder proper. Beetje smerig en rommelig. Ook lawaaiig, we kijken door twee kleine raampjes op het perron. De bus naar het vliegveld vertrekt hier morgenochtend om 10:10 uur vrijwel voor de deur, da's dus wel gemakkelijk. We hebben en week aan Lena lopen schuren, krabben, schoonmaken en lakken. Bekaf waren we vrijdagavond toen we haar eindelijk onder het winterdekzeil hadden ingepakt. Precies op tijd want het begon al te regenen. De hele klus is ons tegengevallen, we hadden gehoopt op meer vrije tijd om ook nog andere dingen te kunnen doen dan werken. Op Jan's verjaardag zijn we 's middags iets vroeger gestopt om onze hamburgers op de BBQ te roosteren bij een bankje op de werf waar we op zondag twee dagen eerder al heerlijke entrecote gebraden hadden. De avonden hebben we het rijk vrijwel alleen op deze grote werf waar 's winters zo'n 800 boten op de kant staan. Vaak komen er nog een paar mannen een uurtje vissen vanaf een steiger, of rijd er een auto het terrein op en komt er iemand om onduidelijke reden ergens naar kijken. Henneke vindt vreemde lui rond de boot niet leuk, gelukkig is het tegen dat het donker wordt weer helemaal stil. De werf houdt zich voornamelijk bezig met winteropslag en onderhoud van buitenboordmotoren. Twee broers, nog een man in de werkpklaats en Maria voor de administratie runnen de zaak die ooit begonnen was door de vader van de broers die nu de eigenaars zijn. Hun vader is gelijk met Jan jarig hij werd 84 en zeilde die dag, met anderen een boot naar Stockholm.
Hij en zijn vrouw zijn nog dagelijks op de werf, in de winkel en het kantoor te vinden. Die winkel is erg handig, de meest voor de handliggende zaken zijn er te koop. Toevallig ook de Sikkens-olie waarmee het houtwerk van Lena is gelakt. Dat was weliswaar toevallig omdat die ooit voor een klant was besteld die het uiteindelijk niet afnam, maar het kwam erg goed uit toen bleek dat er niets meer aan boord was. En verder hadden we meer schuurpapier nodig en nog een staalborstel, bestelden ze de reserve V-snaren die Jan uit Nederland had willen meenemen en regelden ze een Volvo monteur om de dieselmotor een grote beurt te geven. Het kleine werk en winterklaarmaken ervan heeft Jan zoals gewoonlijk zelf gedaan. Maar het belangrijkste was misschien toch wel dat we zo nu en dan een bedrijfsauto konden lenen om boodschappen te doen. De afstand tot de stad en de winkels is net te groot om te lopen. Lopend vanaf ons vandrarhem ontdekten we een enorme supermarkt bij een industrieterrein dichterbij. Enorm is dan ook wel enorm een hal met een oppervlakte van meerdere voetbalvelden. De grote zaken zoals die in Frankrijk zijn te vinden komen qua omvang redelijk in de buurt van deze indrukwekkende maar ook beangstigende ruimte overzichtelijk volgestouwd met etenswaren. Nog nooit zagen we zoveel merken fetta, soorten ham en vet-verschillen in gehakt; Zwijgen we over vleeswaren, frisdranken, ontbijtprodukten en margarines, dat is beter op zijn plaats dan superlatieven te zoeken voor wat we hier hebben gezien. De verse vis lag er uitdagend bij, maar wij hadden alleen een pak yochurt nodig voor ons ontbijt de volgende dag. Buiten gekomen duurde het even voor we van deze bijna nachtmerrie bijgekomen waren. Nog steeds niet bijgekomen zijn we van het nieuwe winkelcentrum buiten de stad waar we, toen we hier vorige week vrijdag arriveerden, het eerst terecht kwamen. Enorme parkeerplaatsen deden al iets vermoeden, maar eenmaal binnen in het gebouw blijkt het een wereld op zich. Tientalle, vaak ook weer enorme grote zaken verbonden met gangen, roltrappen en eetgelegenheden. Op de winkelwagens is een plattegrond gemonteerd, wat niet kon voorkomen dat we via een andere uitgang de geleende auto niet meer terug konden vinden. Elke menselijke maat is hier verdwenen, geen wonder dat overconsumptie, volgens onze waarneming, waarschijnlijk het grootse probleem voor de Zweden is. Zaterdag (gisteren dus) was onze eerste vrije dag en bezochten we de oude stad. En jawel, achter de facade van een normale lange verkeersvrije winkelstraat waar alleen tram doorheen rijdt, zeg maar de Leidsestraat in Amsterdam, blijkt zich ook weer een onmetelijk mierennest van winkels te bevinden, naast, boven en onder de grond. In de wijde omtrek is er geen winkel meer te bekennen. Uitgezonderd in de toeristengebieden waar enkele zomermaanden een winkel mag bestaan. We hebben enkele malen meegemaakt dat de dichtsbijzijnde betaalautomaat 25km verderop was. Iedereen buiten de stad is aangewezen op een auto.
Het openbaar vervoer in deze stad is goed geregeld. Bussen rijden regelmatig en op tijd. Kaartjes kopen kan niet bij de chauffeur en onze strippenkaart uit Stockholm en de andere kaart uit Gotenburg zijn hier niet geldig. Via SMS-bericht op de mobiele telefoon kan je reizen, maar geen chauffeur kon ons uitleggen hoe dat moest want ze spraken alleen maar Zweeds. We mochten een paar keer meerijden zonder betalen. Het waren ook maar een paar haltes, maar het scheelde steeds 30 minuten lopen naar de werf. Uiteindelijk kochten we bij de busonderneming bij het station een soort creditcard waarmee je in de bus electronisch afstempeld en overstapt. Die kaart kan je steeds opnieuw laten opwaarderen. Het werkt perfect. Als we straks weer in Nederland zijn is daar waarschijnlijk de strippenkaart afgeschaft, we zijn benieuwd of het nieuwe electronische systeem ook goed werkt.
Gisteren aan het eind van de middag zijn we vanuit de stad met de bus toch weer naar Lena op de werf gegaan. Jan was zijn nieuwe jasje vergeten en Henneke had een schoon laken en sloop uit Lena in onze kamer laten liggen. Hoe dat kan? De was hebben we in het vandrarhem moeten laten doen want in de hele stad is geen wasserette te vinden. Hoe bestaat het in een stad met 5500 studenten vragen wij ons af. Deze vraag konden we toevallig achterlaten bij een expositie in het arbeidsmuseum over de geschiedenis en ontwikkeling van het textiel wassen.



We zijn benieuwd of er een antwoord op komt. Dat museum is ondergebracht in een prachtige oude fabriek die deel uitmaakt van een geweldig groot en mooi complex van bedrijfsgebouwen rond de watervallen van de Motala-rivier die hier stroomt. De textiel en papierfabrieken van de fa. Holmen zijn niet meer in gebruik en na een tijd van leegstand gerenoveerd met nieuwe bestemmingen, zoals de universiteit, nieuwe bedrijven, dit museum en het stadsmuseum. Deze stad is samen met Nyköping een belangrijk indistrueel centrum van Zweden geweest. In aanvang, een kleine 400 jaar geleden, gefinancierd en gestimuleerd door de Nederlander Louis de Geer naar wie de concert- en conferentiezaal in dit voormalige fabriekscomplex is genoemd. Hij wordt gezien als de grondlegger van de Zweedse industrialisatie; Norrköping wordt vergeleken met Manchester.

woensdag 2 september 2009

Week 10: Laatste halte



Foto's Braviken (Fjord en de monding van de Motala rivier)



Eerst nog een paar foto's van de mooie tocht naar Lindo (do. 20-8)
Buitenveldert aan de Motala. Onze laatste stop -De brug gaat vandaag niet meer voor ons open- voor de winterwerf. Er worden geen bezoekers meer verwacht schijnt het; Het havenkantoortje is dicht. Een briefje op de deur Verwijst ons naar de ijskiosk die ook dicht is. Goedkoop nachtje dus.

vrijdag 28 augustus 2009

9e week, terugreis geboekt

Vrijdag, 14 augustus, Arkösund.

Voor de Zweden is het vakantieseizoen over. Er zijn nog maar weinig schepen op het water en de toeristenwinkeltjes zijn gesloten. Ook de enige levensmiddelne zaak hier heeft zijn openingstijden aangepast waardoor Jan vanochtend tevergeefs een kwartier heen en weer liep voor verse broodjes. Het kantoor van de havenmeester is gesloten 's avonds komt een scholier het geld ophalen van de enkele boot die nog vaart. Vorige maand toen we hier vanuit het Gotakanaal aankwamen was het een drukte van jewelste in de haven, en op de haven bij de veerboot en vistent. Nu is er geen mens te bekennen en zijn de terassen dicht. Het is stil en saai. Weer even wennen voor ons aan hoe het eigenlijk is in Zweden. Gisteren zijn we hier aangekomen vanuit Nyköping. Daar was ook al niet veel leven meer in de brouwerij.
De plaatselijke musea waren dicht en van een oude boerderij met originele wand- en plafondschilderingen op het hout was men al een paar dagen de sleutel kwijt waardoor we er niet in konden. Twee hele dagen (3 nachten) zijn we in die stad geweest, de folders waren er enthousiast over. Inderdaad is het een aardige stad met een paar oude huizen en de resten van een verknoeid kasteel. Historisch de tweede belangrijkste stad van Zweden in de 12e-13e eeuw. Later ook industrieële weverijen en nu de provinciehoofdstad met een afzichtelijk socialistich 60er jaren stadhuis en huizenblokjes. Twee winkelstraten zoals we kennen uit de gemiddelde Nederlandse provinciesteden, met dit verschil dat de meeste winkels in koophallen zijn ondergebracht. Maar dat wordt in Nederland ook steeds vaker gedaan. Het stadsmuseum, waar we dus niet inkonden, Had door de hele stad grote fotoposters met een korte tekst opgehangen van vroegere en huidige bewoners en langs de rivier waren op bordjes oude foto's met beschrijvingen van de historie van de stad geplaatst. Allemaal aardig en verzorgd, maar samenhang en een beetje diepgang ontbrak doordat het centrale museum niet toegankelijk was. In een oude brouwerij, prachtig aan de rivier gelegen waren enkele galeries en werkten kunstenaars. Ook dat kon ons niet echt boeien, te braaf en te veel huisvlijt dat we hier overal tegenkomen. Dat we er een paar rondhingen had te maken met het vinden van een geschikte winterberging.
Hier was de zeilclub waar we in Broken kontakt mee hadden gelegd en waar we terecht konden. We wilden eerst even poolshoogte nemen. Het lijkt ons minder geschikt. Omdat we in de grote gasthaven over internet beschikken kunnen we verder zoeken op Internet en E-mailen. Ook bellen we veel. De service en prijsverschillen lopen erg uiteen. Uiteindelijk maken we een keuze voor een commerciele winteropslag in Norrköping. Hier niet zover vandaan en met een goede verbinding met het vliegveld. We regelen de vlucht terug naar Nederland voor 31 augustus. We hebben dus nog ruim 2 weken de tijd waarvan we de laatste willen gebruiken om Lena helemaal winterklaar te maken. Er moet behoorlijk geschilderd en gelakt worden en ook enkele technische zaken, zoals motor, antenne, koelkast en stroomvoorziening, moeten behoorlijk aangepakt. Vanochtend hebben we dat zo besloten. Henneke kreeg er door het geregel voor de afloop van de vakantie er een beetje genoeg van om nog een beetje rond te dobberen zonder echt doel voor ogen. Komende week varen we richting winterhaven via enkele eilandjes en een enkele gasthaven. Gisteren lagen we in de haven van een zeilklub die haar clubhuis in een prachtige oude -natuurlijk houten- villa heeft. Het weekend zijn er wedstijden waardoor we maar één nacht daar konden blijven. Maar we zagen wel veel prachtige grote slanke zeilschepen. Nu liggen we een paar honderd meter verder weg.

Maandag, 17 augustus, Nävekvarn.
Het is koud en er staat een harde wind. Drie depressies beheersen het weer. We liggen hier vanaf zaterdag, toen aan het einde van de middag de wind toenam. 's Ochtends hadden we van Radio Stockolm over de Marifoon de windwaarschuwing gehoord. Gelukkig dat we die dag toch voor het grootste deel in prachtig weer met een viendelijk briesje heerlijk hebben kunnen zeilen. Via een kleine inham aan een eilandje waar we voor anker uitgebreid lunchten om later met een stevige wind achterop onder allen de fok hier naar toe te varen. We lagen nog maar net vast of een enorme regenbui met veel wind brak los, dat heeft de hele nacht aangehouden. Gelukkig dat we hier veilig zijn en rustig kunnen eten, slapen en ons spelletje scrabble spelen. Dat doen we alleen als het regent en dat doet het nu al 5 avonden achtereen. Overdag is het steeds behoorlijk weer. Gisteren maakte we een korte historische wandeling langs een klein riviertje opwaarts langs de plekken waar vroeger de molen stond en de kanonnen en ander ijzergietselwerk werd geproduceerd. Er is vrijwel niets anders te zien dan bordjes met foto's en verwijzingen. De historische vereniging doet haar best om op grond van een stukje fundament of een oude steen en gat in de grond de geschiedenis van ertsgroeven, mijnbouw en Russische invasies in de 18e eeuw levendig te houden. Nog steeds is hier een metaalgieterij en een veel te groot landhuis, maar daar mogen we niet komen. Het feodale verleden is soms nog goed zichtbaar, maar in de teksten op de bordjes wordt niet duidelijk gemaakt hoe het zat met de eigendomsverhoudingen. Evenzo de enorme kosten van de Zweedse oorlogsmachinerie vroeger. Men is trots op de neutraliteit die het land de hele 20e eeuw vrijwaarde van oorlogen, inderdaad iets om blij me te zijn. Steeds weer merken we dat we niet zo erg veel van Zweden en Scandinavië weten. Op school leerden we hoe belangrijk de handel op de Oostzee voor Nederland was, over de dertigjarige oorlog en dat er koningshuizen zijn, mijnbouw en industrie (behalve in Denemarken dat agrarisch en daardoor armer is). En vergeet de Vikingen niet, een Heldhaftig maar ook roofzuchtig en brandschattend volk dat ons regelmatig plunderde. In het historisch museum van Stockholm, dat educatief gezien een prijs verdient, wat een prachtige, boeiende en leerzaame uitstalling en uiteenzetting -ook in het Engels- leerden we dat de Vikingen voornamelijk een vriendelijk handeldrijvend, en landbouwend volk was. Hard werkend onder soms moeilijke omstandigheden met een eigen cultuur. Vooral de dodencultuur met rijke giften en schatten mee het graf in van de chieftans. Op grond van onjuiste en romantische interpretatie van vondsten en geschiedenis in de 19e eeuw konden de Nazi's gebruik maken van het beeld van onverschrikkelijkheid en heldendom dat Vikingen uitstraalden. Jan vindt geschiedenis een boeiend vak, zo als economie en politiek dat ook zijn. Deze drie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en per definitie gebaseerd op gegoochel met feiten.
Voor de bevolking op deze plek was de inval van de Russen in 1719, die de hele zaak platbrandden vanwege de kanonnen-productie, de ellende waarschijnlijk niet minder dan voor de Irakezen een paar jaar geleden toen de Amerikanen het land kwamen bervrijden van hun dictator.

We lopen in onze lange wandeling zondagmiddag langs enkele groeven waarin mensen probeerden een veilig heenkomen te zoeken destijds en waar even verderop de Russen bivakkeerden. Drie uur lopen door het bos langs het met oranje verf op de bomen aangegeven wandelpad. Dat veroorzaakt dit soort mijmeringen van een ouder wordende pacifist. Henneke sjokt, veel bosbessen etend, vermoeid achter hem aan. Het is zwaar lopen door de heuvels in het dichte bos en ook hebben we te stevig ontbeten. Er komt geen einde aan het pad en de fotokopie van het kaartje dat we bij ons hebben geeft geen inzicht in waar we ongeveer zijn. We steken een grindweg over waarop een grijze Volvo aan komt rijden. Jan vraagt de vrouw van de chauffeur, die gelukkig wel een beetje Engels spreekt, hoe we terug moeten lopen naar de haven. Ze zegt wel de weg te weten, maar die niet op de kaart te kunnen aanwijzen.
We mogen instappen dan brengen ze ons in de goede richting. Ze zijn met een emmer op weg om bramen te plukken en rijden ons langs plaatsen die we nooit eerder hebben gezien. We vragen ons op de achterbank af of we niet nog veel verder van huis komen. De vrouw overlegd met haar vinger wijzend naar de rechterbovenhoek van de kaart met haar man. Wij liepen op de linker onderhoek van de kaart af en de haven ligt daar vlakbij. Ze besluiten ons maar naar de haven te brengen dat lijkt ze eenvoudiger dan uit te leggen hoe we moeten lopen. Een half uur later worden we daar afgezet, aardig van ze.


Donderdag, 20-8, Norrköping/Lindö
Een geweldig mooie zeiltocht vandaag. Wind uit de goede hoek, beetje vlagerig, maar toch lekker. En een heerlijke zon aan een stralende hemel. Een tocht van 20 mijl rustig aan in 5 uur gezeild door een prachtig diep fjord waar we soms vlak langs de hoge beboste rotsen voeren. Hier en daar afgewisseld met verzamelingen huisjes en een enkel eilandje aan de andere zijde. Het was weer één van de betere tochten deze reis die hiermee tot een einde komt. Dat wil zeggen, we hebben nog ruim een week om de boot klaar te maken voor de winter, er is wel wat schilder en lakwerk nodig. Daar hebben we nu ruim de tijd voor. We konden vandaag niet door de spoorbrug in Norköping, die gaat voor de pleziervaart maar twee keer per dag open. We wisten dat niet, maar de brugwachter belde ons terug omdat hij moest weten aan welke kade we zouden afmeren. Dat gaat over zeeschepen die ook het fjord op en neer varen. Jammer voor ons, maar half vijf vanmiddag wordt half tien morgenochtend. Nu liggen we in een kleine jachthaven in een buitenwijk. Henneke vindt het Buitenvelderd. Rijtjes bungalows met garage en lage flatjes voor de mensen met pensioen en gemaaide gazonnen. Allemaal erg nieuw, keurig, duur en fantasieloos. De jachthaven ligt er als een grote vijver voor de deur. Terwijl we in de kuip onze pasta aten, zeilden de Optimistjes en Lazers rond met de kinderen die zeilles kregen. Dat is een leuk en onderhoudend schouwspel. Op de achtergrond zagen we een enorm containerschip de vaargeul doorvaren waardoor wij morgen ook de haven in varen. De werf waar we heen moeten is minder dan een uur verderop. We zijn benieuwd waar we terecht komen. Afgelopen dagen hebben we in de haven van Nävekvarn gelegen. Eenvoudige haven met vriendelijke mensen. Maandagmiddag (17-8) hebben we geprobeerd om de rondwandeling van zondag, waarvan we de terugweg nooit vonden, vanaf de andere kant te beginnen. Ook dit keer konden we de aansluiting met het wandelpad terug niet vinden en zijn we uiteindelijk over een verharde weg teruggelopen. Dan is het wel een voordeel dat er weinig verkeer is. Ook deze wandeling was prachtg mooi. Wel zwaar en moeilijk op sommige plekken. Gelukkig hadden we nu wel onze stokken meeegenomen die het lopen over ongelijk terrein met veel klimmen en dalen makkelijker maakt en je beter in evenwicht houden. We liepen over de hoge rotsen waar we vandaag langs voeren. Maar ook door dicht en donker bos waar het soms moeilijk was om het pad te volgen. Als je een paar minuten verkeerd loopt ben je in de problemen want vind de juiste weg maar eens terug. Alleen lopen is ronduit gevaarlijk. Als je ongelukkig valt kan het dagen duren voor je wordt gevonden. De mobiele telefoon is een uitkomst zolang je een verbinding hebt, onze ervaring is dat dit prima geregeld is in Zweden.

Maar hoe leg je uit waar je bent? Dinsdag huurden we van de havenmeester twee spiksplinternieuwe fietsen. Hij printte een kaartje voor ons uit en we reden naar een oud dorpje bij een kopergroeve uit de 17e eeuw. Het museum was gesloten (seizoen is over). Het houten kerkje uit 1620 is nog steeds een parochiekerk en sinds de ingebruikneming iedere zondag een dienst. Het is gelukkig open en we kunnen er schuilen als een regenbui losbarst. We bekijken de foto's in het voorpoortaal van recente huwelijksvieringen, doop en confirmatie plechtigheden. Er is een grote begraafplaats rond de kerk. De secretaris van de haven vertelde dat zijn stiefvader hier begraven ligt, hijzelf groeide in dit dorp op. Woensdag maken we weer een lange wandeling voor een deel langs de kust aan de andere zijde van de haven. De wind is precies verkeerd om in de richting die we opmoeten te zeilen, morgen zal dat beter zijn is de voorspelling. Het pad is 36km lang, wij zijn van plan om na twee uur lopen door steken naar een weg terug naar de haven. Volgens de kaart kan dat ook. We komen door een gebied met verspreide houten huizen, alles lijkt hier op een vakantiepark, maar het is toch echt een soort dorp. Je ziet geen mens, maar toch er loopt een vrouw die een tijdschrift uit een brievenbus haalt, die hier met soms tientalle naast elkaar aan de weg staan, de postauto rijdt niet alle huisjes, die vaak afgelegen liggen af. We vragen of we de goede richting op lopen. Dat blijkt gelukkig het geval, ze geeft nog een paar aanwijzingen voor wegsplitsingen in het bos. Ondanks dat we het gevoel hebben in de verkeerde richting te lopen, komen we op de weg die we zochten. Een helicopter land vlak naast de weg en er stapt een oudere dame uit. Het is de moeder van de piloot weten we die hier ergens woont. Dat had de andere vrouw ons al verteld toen ze ons op het geluid van de wentelwiek attent maakt. De lawaaimachine vliegt weer op en wij zijn een uur later weer op Lena. De barometer is in een dag 20 hPa gestegen.

maandag 10 augustus 2009

8e week Een plek voor de winter zoeken


Onder het zonnetentje, eind van de middag in de kuip dit schrijven. Henneke breidt sokken maar het lukt niet zo goed zonder patroon. Mooi weer, rondom een beetje bewolking, maar hier in deze inham van het eilandje Jarflotta liggen we heerlijk rustig voor anker. Rondom dicht bos, hier en daar een hoge rots en riet langs de oevers. Heerlijk is het om weer eens in alle rust te ankeren. Lena lijkt te zweven en geen mensen en gedoe op de kade of in de haven. Het wordt zuinig zijn op de accu-stroom. De hele dag de koelkast aan kan echt niet. Het zoutgehalte van de Oostzee is hier erg laag. Beter dan in een boot voor anker op een windstille nacht in een doodstille baai slaap je nergens en vanochtend hebben we, zodra we opstonden, al een duik in het koele (19 graden) schone water genomen. Gisteravond ook, dat slaapt lekker en we konden de rook van ons afspoelen.

Op de Cobb probeerden we aardappels en worstjes te roken, de aardappels werden niet helemaal gaar; de meeuw die hier rondvliegt had daar geen problemen mee. De Worstjes waren vooral de volgende dag lekker. Het apparaat verspreidde enorm veel rook, het leek of we in de fik stonden. Vanochtend maakten we een lange wandeling door het bos, waar het bezaaid is met bosbessen, naar een kort klein kanaaltje (Dragetskanaal) verderop om te zien of we er wel doorheen konden. Eigenlijk is Lena er te groot voor volgens de kaart en sommige mensen die we er naar vroegen. De havenmeester die we er gisteren naar vroegen in Nynashamn vertelde dat het wel zou kunnen. Zeker wat betreft de diepte die volgens hem, en het bord aan het begin van het 80m lange kanaaltje staat is 2 meter. Op de kaart staat1,50m. maar die gaat uit van de ongunstigste omstandigheden als laag-water en verwaaing. We kunnen er wel door heen denken we, hoewel het krap is, boten kunnen elkaar niet passeren daar. Kwestie van wachten, kijken en toeteren. Het is een populaire en mooie binnendoor-route in dit zuidelijke deel van het Stockholm-scherengebied. Gisteren kwamen we hier aan na een korte bochtige tocht tussen de rotsen door vanuit Nynashamn, een grote gasthaven waar vandaan ook veel veerboten vertrekken naar de eilanden. De veerdienst naar Gotland, die met hele grote zee-schepen vaart heeft nog maar een schip in bedrijf. Drie dagen geleden voeren er twee op elkaar een stukje verderop. Alleen veel materiele schade. Je vraagt je af hoe dat mogelijk is in een gebied als hier waar de scheepvaart streng geregeld is. Een oude zeekapitein, die we gister aan boord hadden vermoedde dat de verantwoordelijke bemanning wel gedronken zou hebben en teveel op de automatische piloot zou hebben vertrouwd. Hij is 82 en Zweed en zeilt met zijn, van oorsprong Nederlandse vrouw, nog steeds met veel plezier door deze archipel. Zij lagen een goeie honderd meter verderop voor anker en kwamen uit nieuwschierigheid naar de boot en nederlandse bemanning even een praatje maken. Vriendelijke mensen, maar erg bang dat Zweden door de immigratie van moslims zal Islamitiseren. In Stockholm wonen al 10% mensen vanuit het buitenland. Wij zijn buiten Stockholm in Zweden vrijwel geen gekleurde mensen tegengekomen, Zweden is opvallend wit valt ons op.
Zij vinden de drank in de Systeembolaget ook veel te duur en halen dat, zoals volgens hun de meeste mensen uit deze omgeving, uit Finland. Met de veerboot ben je er zo. Leve de EU! We vroegen naar lekkere Zweedse kaas en kregen een paar type's door. Dat gaan we zeker proberen. De gemalen espressokoffie die Henneke gisteren (zondag) nog snel even voor vertrek bij de COOP-Consum kocht smaakte vanochtend goed. Mooi dus! De koffiebonen die we uit Nederland meenamen zijn op, en met de laatste keer malen ging de koffiemolen kapot. Wie bedenkt er zoiets? We zullen het ding naar Denemarken terugsturen waar we het vorig jaar kochten.
Voor de eerste keer deze reis smaakte het eten zaterdag niet lekker, de vis en de garnalen uit de rokerij waren niet wat we gewend zijn, de zaak zag er ook niet behoorlijk uit. We waren dus gewaarschuwd. Gelukkig kwamen we vanuit Uto wel om twee uur aan in de haven waardoor we onze eet-, maar vooral drinkvoorraad nog konden aanvullen (zaterdag winkels om drie uur dicht.) De helft van de 12 mijl konden we onder zeil opkruisen het laatste deel moest op de motor wilden we nog op tijd in de haven zijn.

Donderdag, 6 augustus, Ringsön.

Vandaag alweer een lui en windstil dagje onder het zonnetentje achter het anker in een nieuwe baai. Straks gaan we nog even op dit eiland wandelen, We zijn al een paar keer naar de rotsen aan de kant gezwommen, maar ze waren te glad of te steil om op te klimmen. Misschien dat het vanuit de bijboot wel lukt. Gisteren zijn we hier met erg weinig wind, dus voornamelijk op de motor, naar toe gevaren. We kwamen uit Ankarudden hier niet ver vandaan. Een klein haventje waar we aan een betonnen steiger lagen waar vandaan kleine veerboten varen en de mooie grote oranje schepen van de loodsdienst hun diesel tanken.
Verder is, en gebeurd er daar niets. Wel een aardig restaurant waar we hebben gegeten. Tamelijk duur maar wel erg goed. Het zat er dan ook erg vol met gasten die in de omgeving in dure tweede huisjes langs de kusten en natuurgebieden wonen.
Over die restaurantjes bij de haven moet je je geen grote voorstellingen maken. Het zijn altijd houten barakken met een groot terras op de steiger, die met eenvoudige middelen aantrekkelijk zijn gemaakt. Een aardig lampje, bosje veldbloemen of een schelp op tafel. Eenvoudige houten tafels en stoelen en een Ikea kleedje. De gasten zijn in vrijetijds kleding en de bediening is vooral jong, vlot en vriendelijk. Ook in de keuken jonge chefs. De nadruk ligt op degelijk en niet te weinig. Bijzonder creatief is het allemaal niet. De kaart is eenvoudig, drie of vier voor-, hoofd- en nagerechten. alles tussen de 10 en 30 Euro. Flesje behoorlijke wijn vanaf veertig. Het straalt charme, zorg en een zekere klasse uit. Het seizoen is maar twee hooguit drie maanden. Daar buiten zijn de meeste tentjes gesloten of maar een paar dagen per week open. Het is ons wel duidelijk geworden dat de Zweden dit echt zo willen in de vakantie. Er wordt uitgebreid getafeld, vaak met hele families. Altijd zijn er kinderstoelen en kindermenu's (met patat.)

We hebben weer geweldig kunnen wandelen en op een groot kiezelstrand zitten uitrusten. Op de steiger hebben we electra 'geleend' van een schip dat stroom betrok uit een afgesloten stekkerkast. Dat was wel nodig want de accu was bijna leeg en het bier daardoor bijna niet koel meer. Nu moeten we weer zuinig zijn, want zonder wind werkt het windmolentje ook niet. Morgen varen we door naar Öxelerud waar we 17/18-7 ook al waren. Daar is een grote werf waar schepen kunnen overwinteren. We willen informeren of het iets voor ons is.
Dat kanaaltje waar we eergisteren doorheen moesten was breed en diep genoeg voor ons, aan beide zijnen een halve meter ruimte en onder de kiel nog 30 cm.

Zondag, 9 augustus, Broken.
Vanuit Ringsön zijn we vrijdag zeilend naar Öxelesund gevaren waar we fietsen huurden bij de havenmeester om bij een werf even verderop te informeren naar de mogelijkheid voor winterstalling van Lena. Een prijzige aangelegenheid daar, en helemaal zeker was het niet of er wel plek is. We worden nog terug gebeld en fietsen door naar de moderne en beetje saaie stad waar we boodschappen doen. 's Avonds eten we weer lekker in het restaurantje op de haven.
Zaterdagmorgen kunnen we even internet op en sturen een E-mail naar drie andere werven met verzoek om informatie over stalling. Alles binnen een staal van 80 km vanwege het vliegveld en de mooie omgeving waar we graag volgend jaar onze omzwervingen voortzetten. Het is een beetje vervelend en tijdrovend werkje en jammer dat de onbezorgde vakantie nu weer organisatie gaat vergen om rond het einde van de maand rustig naar huis te kunnen gaan. Gistermiddag kwamen we op dit eiland aan dat eigendom is van een zeilvereniging uit Nyköping, 15 mijl verderop.
Maandag 3 augustus, Sagviken/Jarflotta

We zouden in een kleine baai voor anker, maar tussen de hoge rotsen voor lager wal te liggen op diep water vonden we niet verstandig. Broken was een goed alternatief. De kleine jachthaven hier lag helemaal vol en veel zeilschepen waren gepavasioneerd (vlaggetjes vanaf de boeg via de top van de mast tot aan de achtersteven). Er was duidelijk iets feestelijks, de vereniging bestond 120 jaar bleek later. Vanaf een afstand zoeken we of er nog een plekje vrij is, het lijkt niet zo te zijn. Juist als we weer weg willen varen wenkt een man vanaf een boot aan het einde van de steiger dat we nog wel tussen zijn en naastliggende boot in kunnen. We draaien terug om vanaf afstand met de wind schuin achterop het anker te laten vallen om ons tussen de twee zeilschepen in te wurmen. Alle stootwillen hangen buitenboord. De maneuvre moet nog eens over omdat we afdrijven. De man gebaart ons het anker verderweg en hogerop de wind te laten vallen. Henneke breekt het koude zweet uit, onze boot is beslist breder dan men inschat en dan ook nog die grote gevaarlijke boegspriet. Jan staat voorop met lijnen en de grote dikke ronde oranje stootwil. Met een beetje ekstra motorvermogen duwen we ons tussen de schepen in. En maken we vast. Geweldig, glaasje koele wijn is verdiend. Later zitten we samen op een warme rots in de ondergaande zon onze hamburgers te roosteren. Ver achter de bomen horen we vanuit het clubhuis een bandje spelen en mensen zingen. Uitkijkend over de stille zee en de vele eilandjes lijken we desondanks alleen op de wereld. Om elf uur wordt het stil, in sommige kuipen wordt nog lang nageborreld.

Vanochtend heeft Jan met de voorzitter van de vereniging gesproken over de mogelijkheid van winterberging. De schipper van de naastliggende boot had dat geregeld. We zouden de eerste buitenlandse leden zijn, en moeten zelf voor bokken enz. zorgen, ook de masten moeten eraf. Allemaal gedoe en geregel, maar niet onmogelijk. Het voordeel van een club is dat het niet zo duur is, maar je wel alles zelf moet doen. Morgen gaan we eens kijken naar de thuishaven van de vereniging of het wat is voor ons. Het vliegveld ligt heel dicht bij, dat is wel gemakkelijk.

vrijdag 31 juli 2009

7e week Stockholm Archipelago

Vrijdag 31 juli, Utö
Gisteren zijn we hier aangekomen vanuit Dalarö. Een mooie zeiltocht we moesten tegen de wind in, maar het water tussen de scheren was steeds ruim en diep genoeg om te kunnen opkruisen met grote slagen. Het korte stukje van 11 mijl, dat we geplot hadden, werd daardoor 20 mijl. In vijf uur tijd is dat heel behoorlijk voor ons. Woensdag zijn we uit Malmakvarn ook gedeeltelijk kruisend Naar Dalarö gevaren, die trip was iets korter en het was koud. Maar twee prachtige zeildagen achter de rug. Dalarö is een beetje sjieke plaats met ruime houten villa's in perfecte staat en aangelegde tuinen tegen en op de rotsen gebouwd. Het ligt aan een grote doorvaartroute en het water aan de steigers bij het centrum is er te wild om aan te leggen, wat we wel van plan waren omdat we enkele boodschappen moeten doen. We moeten om de rotsen heen varen waar een kleine jachthaven is waar je achter een golfbreker redelijk rustig ligt. Via een stenen trap van minstens honderd treden klimmen we de rots op om na een kilometer in een sjieke comestibles zaak heerlijke cantharellen, rabarbertaart met vanillesaus en andere zaken te kopen. Wijn kunnen we hier niet krijgen omdat er geen systeembolaget is. Je kan het wel bestellen in een andere winkel, maar het duurt een halve week voor de bestelling in huis is. Zo is dat ook op het eiland waar we nu zijn, en zo is dat in de hele archipel van Stockholm. We zitten nu voor het eerst zonder wijn, omdat wij die methode van bestellen en afwachten niet kenden en dat ook in onze boeken en gidsen nergens vermeld is.
Dinsdag zijn we vanuit Grinda op de motor Naar Malmakvarn gegaan. De wind was ongunstig en het vaarwater niet geschikt voor een kruisrak. Malmakvarn is een verenigingshaven in een klein fjord met hoge rotsen, het staat op de kaart gelukkig, anders zou je het bijna niet kunnen vinden. Het is in mooie zwaar beboste omgeving met een paar vakantiehuisjes, verder is er niets. We zijn door ons contante geld heen en een pinautomaat is 20 km verderop. De havenmeester wil na veel wikken en wegen wel via de pinautomaat van het restaurant van de jachthaven geld incasseren. Het wordt een beetje vervelende moeizame transactie die minstens een halfuur in beslag neemt. De vrouw op de boot, die later naast ons aanmeert aan de steiger die tegen een hoge rotst ligt, krijgt hysterische braakneigingen als Jan de barbecue in de kuip aansteekt. Ze wordt doodziek van de lucht en zit met grote zakdoeken voor haar gezicht in de kuip roepend dat ze van boord moet. Jan laat ondertussen de man onze mooie Cobb zien, de kooltjes beginnen net te gloeien, maar hij zit met zijn opgewonden vrouw in zijn maag en zegt helemaal niet van barbecues te houden. We zeggen dat we geen gezeur willen en onmiddellijk op de rots gaan zitten, wat we ook doen. Gelukkig klaart het weer op en eten we in een heerlijke ondergaande zon. Onder ons zien we die lui in de kajuit verdwijnen waar ze pas weer uitkomen als wij gereed zijn om uit te varen.


Maandag hebben we op Grinda heerlijk gewandeld en 's avonds in het vermaarde restaurant daar gegeten. Iedereen eet op het terras, wordt het kouder dan krijg je een of twee dekens. Vanaf het terras kon je ver tussen de scheren door kijken.

Een prachtig uitzicht bij ondergaande zon. Een enkel schip zeilde nog, en grote lijndienst- en cruiseschepen volgden in de verte de diepwaterroutes tussen de eilanden door. Het eten was goed, maar niet bijzonder. Eigenlijk was het te duur.

Vandaag varen we niet. We huren fietsen om op dit grote eiland rond te rijden. Het is een relatief druk vakantie-eiland. Gisteren konden we geen plaats meer vinden in de jachthaven bij de veerpontsteiger. We voeren zoekend rond en kregen het gevoel op Terschelling aan te komen. Behoorlijk veel mensen op de kant, families met kinderen, fietsen en ijsjes. We voeren de haven weer uit en vonden, na rond een ander klein eilandje te varen, een ligplaats tussen veel andere bootjes niet ver van de haven. We liggen met een hekanker en twee voortrossen aan de steiger ingeklemd tussen andere boten. Henneke voer Lena er in één keer perfect tussen, er waren maar een paar centimeters ruimte over. Met die grote boegspriet en een zware stalen boot, komt het er erg op aan, polyester schepen blijven liever ver uit de buurt. Zelfs in Stockholm is er geen ander schip bij ons langszij komen liggen, terwijl de boten voor en achter ons alle dubbel of meer lagen gemeerd. Fietsen dus...

Naar de noordkaap waar we op grote ronde rotsen een tijdje in de zon van de vergezichten over het scherengebied genieten, en de bossen door. Er zijn hier de oudste ijzermijnen van Zweden geweest. Al rond de middeleeuwen. Op grote schaal vanaf 1600 tot ver in de 19e eeuw. We fietsen er heen en bezoeken de kleine tentoonstelling die er bij is. De werk- en leefomstandigheden van de mijnwerkers worden maar zijdelings genoemd.

Toch wordt ons duidelijk dat die erg slecht waren. Mijnschachten in de open lucht tot 230meter diep; Ladders op en af, water en vuiligheid. Met de eerste industrialisatie werd het er niet veel beter op. Ze verloren zelfs hun vrij wonen, jaag- en visrechten. Over de landhuizen en kapitalen van de eigenaars horen en lezen we niets. Uit andere bronnen weten we hoe lang de verhoudingen in Scandinavië onvoorstelbaar scheef zijn geweest.

maandag 27 juli 2009

Stockholm

Zondag 25-7 Stockholm.


De was gedaan in sodertalje
We zijn hier eergisteren, donderdagmiddag om 4 uur aangekomen. We kwamen vanuit Södertalje, een voorstad van Stockholm, met de eerste lichting schepen om half tien door de sluis. Voeren de hele dag op de motor omdat de wind, anders dan voorspeld, tegenstond.

We voeren een stukje door de Malaren, een prachtig groot merengebied. In Stockholm gingen we nog een sluis door en moesten twee verkeersbruggen voor ons worden geopend. We waren in de stad nog een stukje fout gevaren en kwamen voor een brug die te laag was, dat kostte een half uur ekstra vaartijd. Het was een sombere dag, en koud. 's Avonds toen we door het oudste deel van de stad wandelden, klaarde het een klein beetje op. Toch ging het, toen we uit het kleine restaurant kwamen, waar we heel behoorlijk hadden gegeten, op de terugweg naar de jachthaven weer een beetje regenen. 's Nachts werd het een pittig onweer.

Stockholm is een indrukwekkende grote en drukke stad. In sommige opzichten mooi. Gebouwd op een aantal grote eilanden met historische gebouwen en grote pleinen en parken. Maar ook veel winkelstraten met enorme warenhuizen en moderne gebouwen die niet altijd even fraai zijn. Van de oorspronkelijke oude stad is toevallig (het geld voor de sloop was op) maar een klein stukje gespaard gebleven na de vernieuwingswoede van de jaren 50-70. Dat stukje is nu vooral overstroomd met toeristen. In de smalle straten met restaurants en souvenirwinkels, is geen verkeer in tegenstelling tot de rest van de stad. Daar is veel verkeer, dat goed georganiseerd lijkt, het rijdt behoorlijk door. Het openbaar vervoer is prima geregeld. We lopen erg veel, maar gebruiken ook onze strippenkaart (hetzelfde systeem als in Nederland) om snel van en ene plek naar de ander te komen. Vrijwel iedereen spreekt hier goed Engels. Er zijn overal fietsen te huur, maar daar hebben we geen gebruik van gemaakt. Wel van de terrassen die hier in grote getale aanwezig zijn. Want gisteren en vandaag was het zonnig weer. De stad is overspoeld met toeristen. Vooral uit Baltische republieken en Rusland die hier met de veerboot en touringcar eigenlijk naast de deur liggen. Eerder maakten we kritische opmerkingen over enkele musea in Zweden.


Die gelden beslist niet voor het Vasa-museum en het Historisch-museum die we resp. gisteren en vandaag bezochten. Beide musea waren dermate goed en boeiend dat we er vanaf ongeveer 10 tot 3 uur hebben doorgebracht. Dat is vermoeiend. We wilden ook nog naar het museum voor moderne kunst, maar hadden daar geen energie meer voor. Als het weer morgen te slecht is om te varen (we zitten nog steeds midden in een lage drukgebied) gaan we er heen, anders een volgende keer.
Want dat we nog in Stockholm terug zullen komen is zeer waarschijnlijk. We hebben nog lang niet alles gezien van deze moderne Europeese stad. Het leven is hier wel duurder dan in de rest van Zweden is ons idee. De jachthaven kost al 25 Euro per nacht en is slecht geoutilleerd. We liggen wel midden in de stad aan een buitensteiger enorm te wiebelen doordat het water erg onrustig is vanwege de drukke scheepvaart. Het lijkt een beetje op het IJ, met dat verschil dat ze hier een pretpark Tivoli hebben dat een enorme lawaaiige kermis is. Torenhoge achtbanen, draaimolens en liften die naar beneden vallen met gillende mensen tot 11uur 's avonds.

Het is ongelofelijk wat een enorme herrie daar vandaan komt. Gisteravond kwam daar ook nog het lawaai van een openluchtconcert bij uit het park dat hier vlak achter ligt. We hoorden de zoveelste middelmatige rockband waarop ze hier patent lijken te hebben. Het overstemt de stadsgeluiden die over het water heen op ons toekomen. Gelukkig maar dat we daar redelijk aan gewend zijn en even makkelijk inslapen als in de stille natuur ergens aan een eilandje. De dagen worden al snel korter. Om 10 uur wordt het al donker.


Maandag 27-7 Grinda.

Gisteren zijn we vanuit Stockholm hier naar toe gezeild op het kluiver- en bezaanzeil. Mooi windje en zo nu en dan een beetje zon. Over de krappe 20 mijl hier naar toe deden we 5 uur. Bijzonder om zo uit het centrum van de grote stad de natuur weer in te varen. Die ligt in Stockholm letterlijk en figuurlijk voor de deur. Nu liggen we aan een steiger van een eiland dat door een soort staatsbosbeheer wordt beheerd. Er is een natuurcamping, trekkershuis (wanderheim/ jeugdherberg) Hotel en een terras. Er staan een paar zomerhuisjes en je kan er prachtig wandelen. Het is ook geliefd bij dagjesmensen die met speciale vaartochten of hun eigen bootje hier naar toe komen. Toch is het niet toeristisch met winkeltjes en souvenirs, gelukkig maar, alleen een mooie folder over het natuurbeheer in het Scherengebied en de werking van de openbare droog-composttoilletten die je door heel Zweden in natuurgebieden tegenkomt. Dat zouden ze in Nederland ook moeten doen. Maar hier zijn ook in de steden volop toiletten voor het publiek, ook in de winkels. Meestal zijn ze schoon en fris. De tocht hier naar toe was er een van uitersten, heerlijk om weer rustig te kunnen zeilen, maar een ramp vanwege de snelle motorboten. Misschien vanwege de zondagmiddag, we weten het niet, maar je moet het vergelijken met het maken van een wandeling door de vrije natuur, terwijl op het zelfde pad een motorrace wordt gehouden, ook uit tegengestelde richting. De motoren brulden, de rompen maakten harde klappen op het water en ze veroorzaakten soms brandingsgolven van meer dan een meter hoog. We snappen niet wat de lol ervan is om zo te varen. Maar het lijkt hier een nationale hobby. Henneke werd er bijna dol van en gebruikte de vreselijkste verwensingen als we weer eens bijna uit de boot werden geslingerd. Vandaag blijven we hier liggen om een beetje te bekomen en rustig door het bos en over de rotsen te wandelen. Vanavond eten we in het restaurant van het hotel, dat bijzonder goed moet zijn volgens de boekjes.

zondag 26 juli 2009

Week 5 en aanvulling bij week 4

Dinsdag, 21-7 Trosa
Weer de hele dag vanwege de sterke wind in deze haven gebleven. Er was meer wind dan gisteren, hoewel die tegen de avond helemaal wegviel en we nog heerlijk in de kuip rond de barbecue hebben gezeten. We hebben genoeg om handen om ons niet te hoeven vervelen. Er moet nog heel veel aangevuld worden aan de weblog. Door niet per dag te verslaan, maar vanaf het moment dat we schrijven ook de afgelopen dagen te beschouwen, vallen er veel gaten in het verhaal. We publiceren zodra dat kan, maar dan is het verslag vaak niet volledig. Op de achtergrond is er het scheepsjournaal waarin per dag de tochten, barometerstanden, motoruren enz. worden bijgehouden. Als we afstrepen welke dagen er beschreven zijn, zouden we de ontbrekende delen alsnog kunnen invullen, maar dat zal wel teveel tijd gaan kosten. Enkele momenten moeten we zeker beschrijven omdat we ze ook zelf niet willen vergeten of er een aardige foto van hebben.
Zo is er de tocht over het Vätterenmeer van West naar Oost.
Donderdag, 9-7, Granvik - Vadstena (sluit chronologisch aan bij week 4)
Woensdagavond speelde er om 10uur een plaatselijk populaire band van middelbare mannen Rock and Roll in het restaurant bij de haven. We zouden er naar toe gaan, maar na enkele nummers over het water heen aangehoord te hebben zijn we toch maar te kooi gegaan. Het was allemaal een beetje van hetzelfde, te weinig muzikaal en teveel op zeker gespeeld.

We staan op tijd op en vertrekken bij redelijk weer, maar weten dat het slechter gaat worden, voor een tocht van ruim 20 mijl. Dat is niet zo ver, maar de golfslag op het meer is erg vervelend na de afgelopen dagen. Kort en steil met soms een erg hoge golf tussendoor. Onbetrouwbaar. Al na een half uur begon het te regenen en draaide de wind naar achteren. Alleen op de fok liepen we 4-5 knopen. Het is soms moeilijk sturen met hoge achteroplopende golven. Het zicht was slecht en de regen waaide de kajuit in waar de laptop, met navigatieprogramma aangesloten op de GPS, in een plastic zak op de kaartentafel stond als extra hulp bij het kaartlezen. Het werd een natte boel binnen. Verkleumd tot op het bot, ondanks onze goede zeilpakken, bereikten we de overkant. De contouren van het kasteel, waar, in de slotgracht plaats was voor enkele gast-schepen, waren goed te zien.
Er naar toe varen moest via een grote omweg waarvan de sparboeien en hun kleuren moeilijk te onderscheiden waren. Navigatie via het beeldscherm is dan een prettig hulpmiddel. Het geeft meer zekerheid, want hier buiten de betonning varen geeft geheid problemen. We leggen aan bij het kasteel, de foto's zeggen genoeg daarover, en maken een wandeling door het plaatsje. Een erg leuk plaatsje met enkele winkels. Beetje toeristisch maar niet overdreven. We bezoeken de kerk van de heilige Birgitta. Een bijzonder bijna vierkant en eenvoudig hoog gebouw van grijsblauwe steen met een puntdak en kleine toren. 16e Eeuws altaarstuk uit Brussel en nog een paar mooie zerken op de grond. Ook de kist met wat rest van de dame die haar heiligheid verkreeg op grond van het feit dat ze, toen ze weduwe was geworden, aan de paus vroeg om hier een klooster te mogen stichten. Dat is allemaal gelukt en deze plek is nog steeds een pelgrimsoord.
Bij het toeristenbureau is een uitstalling van enkele geraamten die op deze plek zijn opgegraven uit het knekelveld waar de dood gemartelde lijken van veroordeelden werden geborgen.
Je ziet de gebroken ribben en kapotgeslagen schedels, soms met een ijzeren pin er nog in. In het algemeen jonge mannen. De expositie wijst erop dat de doodstraf, maar ook marteling, nog lang niet overal in de wereld is afgeschaft. Desondanks vragen we ons af of de opstelling toch ook niet een beetje met spanning en sensatie van doen heeft, zoals destijds ook het volk uitliep om de executies te zien.
In de uitdragerij van de Charitas-vereniging kopen we een vijzel die we aan boord misten en een paar mooie eenvoudige groflinnen keukendoeken.
Vrijdag 10-7, Vadstena
Vandaag het kasteel bezocht. Een historische expositie met veel prenten, stambomen en enkele schilderijen van slechte kwaliteit. Rijke machtige en verveelde lieden worden om onduidelijke redenen geportretteerd en hier opgehangen. De zalen en ruimtes zijn groot en mooi, maar de aankleding is als een dorpse oudheidskamer. Museaal en didactisch onder de maat. Jammer. Maar wat dat betreft zijn we vaker teleurgesteld hier. Het lijkt wel of cultuur en geschiedenis hier geen rol van betekenis speelt. We zijn benieuwd wat Stockholm ons te bieden heeft. In Götenborg was vorig jaar alles van enig belang toevallig gesloten of in de verbouw.
Toch komen we een paar dagen later bij Motala (12-7) twee boeiende exposities tegen, maar die liggen op een ander terrein. Op onze wandeling naar de sluizen van Borenshult is in twee kleine barakken een tentoonstelling over het graven van het Götakanaal ondergebracht. Eén behandeld de techniek en ingenieurskant, de ander het handwerk door duizenden soldaten (in tenue en schietklaar) en Russische deserteurs. Klein eenvoudig maar mooi opgezet met veel verklarende teksten. We kunnen er in met onze chip-kanaalkaart, die we ook voor de douche en wc onderweg gebruiken. Automatisch gaat het licht aan en er ligt een gastenboek. Er is verder niemand aanwezig. Als we de zaak bekijken valt er buiten een plensbui. Op de terugweg komen we aan de overkant van het kanaal, langs de Motala-werkstatt waar de eerste Zweedse stoommachines en stoomlocomotieven werden gefabriceerd.
Later ook de electra en motoren voor onderzeeërs, mijnen en torpedo's. De fabrieken zijn verplaatst en in een oude hal staan machines en producten uit het verleden. Een indrukwekkend staaltje techniek is de bewonderen. De expositie lijkt door echte liefhebbers te zijn opgesteld. Simpel rechttoe-rechtaan met korte beschrijvingen. Voor techneuten een lusthof, maar voor mensen die weinig van de zware techniek en mechanica afweten waarschijnlijk alleen maar een verzameling grote ijzeren spullen.

We lunchen (Vadstena) in een klein eethuis waar men een merkwaardig idee heeft over het maken van een tonijnsalade: Leg een stuk sla op een groot bord en keer daar een blik asperges (klein gesneden), blik rode bonen, blik mais, blik tonijn en nog iets van het een of ander op om. Snij een ei in tweeën en een tomaat in vieren. verdeel de zaak en klaar is Kees.
's Avonds eten we beter in een kelder, waar later een bluesband zal optreden. Het eten was prima, al was de bediening erg ongeduldig en haastig. Dat is hier in Zweden niet bijzonder hebben we gemerkt.

Al voor je goed en wel zit ligt de menukaart voor je neus en voor je de kans krijgt die te openen wordt gevraagd wat je wilt hebben. Zolang je nog geen keus hebt gemaakt komen ze iedere minuut vragen of je er al uit bent. Bestel je iets, dan wordt het vrijwel onmiddellijk opgediend; Hoe ze dat voor elkaar krijgen snap je niet. Afrekenen is ook zo gepiept. Alles gaat allervriendelijkst en nooit te duur, zelfs de wijn is betaalbaar.
Van de band die pas na tienen begint, genieten we. Goede muziek, prima zanger. Binnen is het niet overvol, buiten op het terras, onder een afdak is het bomvol mensen die soms even binnenlopen om te kijken. Het is zomer, dus zit je buiten. Zo gaat dat hier. Wat opvalt is het aantal stomdronken lui. Soms nog erg jong maar ook volwassen kerels die zich bewegen als in een vrije val. Voor het enige toilet staat een lange rij (M/V). Merkwaardig minpunt. We moeten ook nodig plassen en gaan naar Lena terug.

maandag 20 juli 2009

een maand onderweg

Motala, 12 juli.
Vanochtend eindelijk weer eens, in een waterig zonnetje, in de kuip ontbeten. Het is nog wel koel (15 graden.) Vandaag blijven we hier in de grootste passantenhaven, 65 plaatsen, liggen om de benen weer eens te strekken en het een en ander te bekijken. Om 10 uur op weg naar Charlotteburg, wat geen burcht of slot is maar een landhuis uit de feodaal verleden.
Er is een expositie over iets cultuur-historisch van de streek. Het blijkt pas om 1 uur open te gaan en vanaf het bordes door de ramen kijkend ziet het er nogal truttig uit. We lopen verder langs het Götakanaal om de kleine expositie over het kanaal te zien. Dat is altijd open met onze chipkaart voor de kanaaldoortocht. Die gebruiken we ook om de WC's en douches te openen in de "Gasthamn" (Gasthavens). Een leuke en interessante kleine historische expositie in twee houten barakken. Buiten plenst het van de regen. Even verderop in een barak kunnen we koffie drinken. We zijn al ruim een uur onderweg en nemen er een stukje rabarber- en vanille-frambozentaart bij. Enorme stukken zelfgebakken taart en heerlijke koffie zoveel je maar wilt. Een lunch is niet meer nodig. Een halfuur verderop is de sluistrap van Borenshult, 5 sluizen (6 deuren en een brug) aaneen gesloten. Die brengen ons morgen weer 15,30m omlaag in ons vervolg naar de oostkust. Het is, ook in Nederland, altijd een vermakelijke vertoning om mensen met hun jachtjes en lijntjes in sluizen te zien stuntelen. En in vijf sluizen aan elkaar -die allemaal enkele boten bevatten- Is er veel te zien. Ervaren lui, zoals wij inmiddels allang zijn, daar is weinig aan te beleven. Die hoor je amper, gooien een lijntje over, houden het vast, maken na de schutting de boel los en varen vrolijk verder. Een kwestie van goede afspraken en taakverdeling, maar vooral rustig aan doen. Dat lukt niet iedereen. We zien een Nederlands gezin in een kleine leuke zeilboot, die een onvergetelijk schouwspel weten op te voeren. Het regent, vader staat verkleumd onder de capuchon van zijn rood-wit-blauwe-zeilpak aan een dikke lange tros te trekken, zijn dochtertje van twaalf staat er in T-shirt en korte broek naast te bibberen met de achtertros in haar hand en beneden in de kolk staat moeder opgewonden in de kuip touwen vast- en weer los te knopen, stootwillen weg te duwen en de familie op de kant onverstaanbaar toe te roepen.

Het mens oogt boos en zenuwachtig. Puberzoon wordt uit de lage kajuit geroepen, kruipt met onhandige lange armen en benen naar buiten, hoort moeders bevelen aan, kruipt de kajuit weer in en komt in zeilpak weer naar buiten als het schip drie meter hoger in de sluis ligt en het water weer tot rust is gekomen. Hij wordt naar het voordek verwezen en staat daar lummelig rond te kijken: Deze ouders zijn niet van mij zie je hem denken. Zijn vader moet de voortros los te maken, maar de lijn is door de ring op de kade gevoerd waar het voorliggende schip zijn landvast met een lus omheen heeft liggen en daardoor niet weg kan totdat de man een meter of 15 van zijn lijn door de ring heeft gevoerd. Als de puber op het voordek de lijn van de bolder haalt is het probleem snel opgelost, maar hij kijkt de andere kant op. Dochter heeft op verzoek de achtertros al naar haar moeder gegooid waardoor de boot van de kade afdrijft. Vader wordt tot haast gemaand (netjes neergeschreven) de zaak dreigt uit de hand te lopen omdat de voorliggende Finse boot haast heeft om te vertrekken en de voorlijn al los is, zij zeggen dat de dochter de lus onder de ring vandaan moet trekken. Daarmee wordt de kluwen touw van de man tot een strakke bos gesnoerd die voor een deel in de ring getrokken wordt en beide schepen stevig aan de kade vast dreigen temeren. Jan die er bij stond en tot nu toe alleen er maar naar keek, had graag een ramp zien voltrekken, maar uit compassie voor de kinderen bukt hij zich naar de ring, fluistert in het oor van de man:"Dat kan je de volgende keer beter anders doen." Hij pakt de lijnen en lijkt ze van elkaar los te toveren terwijl hij uitlegd wat er verkeerd belegd was. Zonder reacties af te wachten loopt de bemanning van de Lena door. Later in de middag blijkt de familie tegenover Lena aan de steiger te liggen; ze doen hun best om ons niet te willen zien.
Lena vertrekt de volgende ochtend vroeg om na het legen van de vuilwatertank en drinkwater tanken om halftien door de brug en de sluis te kunnen. De familie zit in de kuip te ontbijten als ze worden opgeschrikt door een luid geratel en gekraak als de boegspriet van Lena de railing van de naastgelegen boot schampt. Jan staat aan het roer bij dit krappe uitvaren. Hoogmoed komt voor de val. Hij schaamt zich diep. Gelukkig is er geen noemenswaardige schade, maar mooi uitvaren is anders.
Oxelösund, 18 juli.
Het is nog erg vroeg in de ochtend als ik eindelijk weer eens voor de weblog schrijf. De zon doet haar best om door de schapewolkjes heen te dringen en het is windstil. Ook buiten is nog niets te doen. We liggen in een vissershaven die nu voor het grootste deel wordt gebruikt door een zeilklub aan een oude gastensteiger bij een restaurantje waar we gisteravond een lekker stukje gebakken vis (Zander) hebben gegeten.

Sinds eergisteren zijn we weer op zee-niveau. Bij Mem de laatste sluis van het Göttakanaal door. De laatste stad die we in het kanaal aandeden was Söderköping Heel veel touristen op de kade en bij de sluis. Lange rijen voor het terras waar ze reuze sorbets serveren. Het oude centrum is maar enkele straten lang en opgeleukt voor de dagjesmensen met winkels waar de vakantiegangers uit verveling overbodige spullen kopen. Het is een warme drukkende middag als we langszij een stijger aan een wandelpad afmeren.
Mensen slenteren zo langzaam mogelijk, ijsjes likkend en honden in toom houdend voorbij. Zweden zijn zoetekouwen, het is ze aan te zien, minstens de helft van de volwassenen en de kinderen is veel en vaak erg veel te dik. We zitten aan het begin van de avond weer onder het regendek. De laatste dagen is dat zo geweest overdag prachtig weer, 's avonds en soms ook 's nachts een stevige bui. Het is goed uit te houden zo. Gisteren is het de hele dag prachtig zeilweer geweest. Vanaf Ärkesund hebben we onder vol tuig 5 uur door de schereneilandjes heen kunnen varen.
We volgen de routes uit de kaart, daar buiten komen is een groot en niet risicoloos avontuur. We zijn richting Stockholm, en met ons veel anderen en schepen die daar vandaan richting kanaal varen om de aan de westkust te komen. Het vakantie- en vaarseizoen is nu echt losgebarsten. Het is druk, zeker op de route die wij volgen. Nu is die drukte relatief, het ijselmeer is op een dag als deze minstens 10maal voller, maar wij hebben nog niet eerder meegemaakt dat we tijdens de uitgebreide varende lunches aan boord soms moeten uitkijken voor een ander schip. Het is wel leuk om naar de bootjes te kijken. Op weg naar Ärkesund zeilden we met alleen de Bolle-Jan op. We hadden maar weinig achterlijk wind. Soms moest het bewerkelijke zeil weer neer om een stukje te moteren als de wind wegviel.



Trosa, 19 juli.
Iedereen? Nou ja, de folders in de touristenbureaus in elk geval, zijn vol over dit oude plaatsje dat al in de 16e eeuw wordt genoemd. Langs een smal slootje (rivier) met aan weerszijde een smal wandelpad met prenteboek-lantarenpalen langs de tuinen van kleurrijke houten huizen. Het is wel bijzonder, maar het heeft ook een hoog truttigheidsgehalte; Met veel spulletjes voor de ramen en in de tuinen. Ook hier zijn weer veel dagjesmensen, Stockholm is met de auto maar een halfuur verderop. IJsjes etende slenteren ze langs de paar honderd meter steiger waaraan wij bijna aan het einde bij de grote boten liggen. Het is de eerste grote watersporthaven die we dit jaar bezoeken. Honderdvijftig plaatsen voor gasten is heel veel. Toch is het geen moderne marina. Wel zijn alle denkbare voorzieningen aanwezig. Jammer voor ons dat de vier wasmachines voorlopig zijn volgeboekt en de fietsenverhuur op zondag is gesloten. We zijn hier gistermiddag aangekomen na een geweldige zeiltocht van 5 uur. Soms moesten even op de motor varen als we in de luwte van een eiland voeren of tegen de wind in tussen de rotsen door moesten. Opkruizen is met een lompe boot als Lena is vrijwel uitgesloten in dit water. Begrijpelijk dat de scherenkruizers en daarvan afgeleide types, hier nog steeds zo populair zijn onder de echte zeilers. Lange en zeer smalle schepen. De meeste boten zijn hier toch de polyester massa producten. Vooral de snelle kleine en grote motorboten zijn favoriet. Ze scheuren onder veel geraas met hoge hekgolven vaak rakelings voorbij. Wat daar de lol van is vragen we ons af. Zoals in Nederland zwaaien de meeste schippers ons toe bij het passeren, soms roepen ze dat ze ons schip mooi vinden. Het is een geweldige tocht met een prachtige wind.

We besloten vandaag hier te blijven vanwege de voorspelde regen en onzekere wind. Achteraf viel het weer enorm mee en hebben we vanmiddag nog een kleine wandeling gemaakt door natuur en straatjes met nieuwe villa's. Over het wonen en leven van de Zweden zou een boekwerk geschreven kunnen worden. Het is moeilijk om de verschillen met Nederland goed te zien. Door de IKEA-catalogus kennen we er iets van, en nemen bij ons ook veel jonge gezinnen er veel van over (Zweden lijkt soms te draaien om jonge welvarende hardwerkende gezinnen.) We nemen tot nog toe vooral het plattelandsleven waar, ook in Nederland kennen we dat niet echt goed, of verwonderen ons er over. De vormgeving van het bestaan, werk- en vrijetijdsbesteding is er anders dan in de grote steden. Die zijn -lijkt het- universeler en eenvormiger en eenvoudiger begrijpbaar voor andere stadsbewoners. We merken dat we in de buurt van Stockholm komen, mensen zijn drukker en lawaaiger, de rust van de afgelopen weken is weg en er zijn meer terrasjes en gelegenheden (Pub) waar je iets alcoholisch kan drinken.
Het is niet nodig om de amateur-socioloog uit te hangen. We zien hier ook het groot winkelbedrijf de kleine neringdoenden verdringen met hun eenvormig aanbod onder aanvoering van Europeesche regelgeving, en wereldwijde conforme afmetingen van drankjes in blik en andere verpakkingen. Dezelfde boontjes uit Kenia die wij principieel bij AH niet kopen liggen ook hier bij ICA in de schappen evenals de Euroshopper artikelen. Het leven moet voor al niet al te spannend of moeilijk worden, lijkt in beide landen het credo. Zweden hebben maar een kort zomerseizoen. Vanaf Midzomer tot midden augustus. Werk- en zomervalanties zijn lang en men viert dat uitbundig in de zomerhuisjes, motorboten, campers en met veel eten, drinken het liefst in familieverband. Het straalt gemoedelijkheid en tevredenheid uit. De overweldigende natuur hier maakt het buitenleven, zeker voor kinderen, bijna een paradijs.
Trosa, 20 juli.

Vanochtend voorspelde het scheepvaartweerbericht harde wind. Bij stormwaarschuwingen varen we niet uit is de afspraak, dus blijven we hier vandaag. We moesten toch nog enkele zeekaarten kopen en fourangeren. Dat doen we dan op ons dooie gemak. Het waait inderdaad hard, de barometer wijs 994Hp aan. We windgenerator kan nu wel de accu's op spanning houden met de koelkast en de PC aan. Die zeekaarten zijn een kostbare maar noodzakelijke investering. Voor de moeilijkste gebieden gebruiken we de watersportkaarten die in een ringband op handzaam formaat per gebied zijn samengebracht. Een mapje kost ruim 50 Euro en alleen voor de oostkust hebben we er al 6 nodig. Jan heeft er vorige week dinsdag 4 tweedehands kunnen bemachtigen van een zeiler die op de terugtocht was en voorlopig niet van plan was in dit moeilijke gebied terug te komen. Dat bespaarde 88 Euro. Vandaag kochten we een kaart van de Malaren, een gebied aan de westkant van Stockholm, en de vaarweg vanaf hier daar naar toe. We zijn van plan om dwars door het eilandenrijk dat Stockholm voor het grootste deel is door te varen van West naar Oost en via het scherengebied naar het zuiden af te zakken richting Gotland en Olland. Misschien dat we onder Zuid-Zweden door weer naar Kopenhagen varen. Maar het kan ook zijn dat de boot ergens in Zweden blijft liggen komende winter. Veel hangt af van het weer.

vrijdag 10 juli 2009

3e week; nu in de Vattern

Donderdag 2 juli, Granvik.We zitten onder de zonnetent in de kuip. Het is bijna 30 graden. En een beetje benauwd. het lage drukgebied laat zo nu en dan een druppel regen vallen, maar het stelt nets voor en afkoelen doet het er niet van. Henneke duikt steeds het glasheldere water in.
We liggen in een klein gasthaventje met een enkele ander boot een een paar bootjes van bewoners. Het is er rustig. Er is een koffiehuis met een vriendelijke vrouw die haar zelfgemaakte gebak, koekjes en belegde broodjes verkoopt. Gisteren hebben we er een broodje garnalen gegeten en een koel glas gedronken. Het is merkbaar dat Zweden iets liberaler met hun alcoholverkoop om wil gaan. De invloed van Europa is, volgens een man die we op de steiger in Carlsborg (moet met een C geschreven en niet met een K zoals in het vorige verslag) spraken merkbaar. Mensen gingen teveel zelf importeren, wat de staat veel inkomsten scheelt. Dit jaar zagen we zelfs in een touristenbrochure reclame voor sterke drank. Hij vertelde wel gelukkig te zijn met Europa, jammer van die Zweedse kroon die zo devalueert. Voor ons is het leven weer iets goedkoper geworden hier. Momenteel liggen de prijzen van levensmiddelen misschien wel iets lager dan in Nederland, bier en wijn zijn zo'n 20% hoger. Daar is dus wel mee te leven. Kleding is voordeliger, ook een kopje koffie met gebakje buiten de deur. De restaurants zijn dat ook, maar daar zijn we nog niet geweest, de eerste aanblik is niet aantrekkelijk. Veel dikke mensen hier, valt ons op. Ze snoepen ook veel, overal ijstentjes en snoepautomaten, zelfs speciale snoepsupermarkten. Er wordt behoorlijk gerookt en pruimtabak gekauwd, vieze gewoontes. Toch voelen we ons helemaal thuis, de mensen zijn vriendelijk en rustig. Ook in de omgang met hun kindderen zijn Zweden heel geduldig lijkt het wel. Op een enkel koppig kind na, dat door een winkel gesleurd moet worden, oogt het gezinsleven (2 kinderen is de standaard) erg ontspannen. Ook kinderen in groepjes lijken wel minder hysterisch dan in Nederland.
Maar deze waarneming is maar beperkt. Waar we wel zeker over zijn is dat het water hier onvoorstelbaar helder is. Men beweert dat je tot 15 m diep kan kijken. Dat willen we wel geloven. Die man vertelde dat het hier 's winters heerlijk schaatsen is, Het ijs is helder als glas, je ziet de bodem en vissen eronder. Gisteren en vandaag hebben we er veel in gezwommen en van de rotsen gedoken Vandaag hebben we er gewoon mee gekookt toen we verderop op de steiger zaten eten klaar te maken. Het meer (5e in grootte in Europa) is diep, heel diep. Soms een paar meter uit de kant al een meter of 30, op andere plaatsen meer dan 120 m. En dat op ruim 90 m boven de zeespiegel. Het haventje waar we liggen behoorde aan een kleine mijn die hier tot 1946 in bedrijf was. Er is een piepklein museum voor ingericht bij de parkeerplaats even verderop. Het staat gewoon open voor bezoekers zonder suppoosten, kassa enz. Alleen een gastenboek, sympathiek. Het oude gereedschap dat of tafels ligt, wordt waarschijnlijk niet snel gestolen. De natuur hier is geweldig en divers. Veel wandelen we door de 's ochtens heerlijk frisse bossen.

Carlsborg waar we gisteren lagen, is zoals alle plattelandssteden in Zweden niet erg mooi. Behalve dat het aan een prachtig meer ligt. Het lijkt een beetje Riviera maar dan zonder de protserige huizen brede boulevards en jachten. Wel hier en daar een klein strandje en een steigertje met visbootje. Mensen genieten van het mooie weer. Er staan grote nieuwe bloembakken met een klein palmboompje erin langs de straat, de stad doet haar best. Buitenlandse touristen zijn hier tamelijk zeldzaam, een enkele verdwaalde Duitser. De grote bezienswaardigheid is de vesting, dat nog steeds gedeeltelijk militair in gebruik is. Het is een beetje vergelijkbaar met Naarden-vesting zonder slotgracht. Het ligt op een schiereiland. Het heeft nooit dienst hoeven doen. Toen men in de loop van de 18e eeuw aan de bouw begon was het vesting-idee al achterhaald en 90 jaar later, toen het klaar was (en 10 maal de prijs bleek te kosten) was het overbodig. We willen het wel bezoeken en de begeleide toer volgen, de gids kunnen we niet meer vinden en we krijgen ons geld terug. Bij de Tourist-info een half uur lopen kunnen we onze weblog aanvullen vanuit de geheugenstick die we op zak hebben. Op de terugweg kopen we bij een ambachtelijke bakker in een oude bakkerij met houtgestookte oven een traditioneel roggebrood. Het ziet eruit als een klein Turks-brood, rond en plat. Het is toch ook weer zacht en zoet, er zit anijszaad in.
Wij bakken thuis altijd ons eigen brood. Dat is vanzelfsprekend ook het lekkerste desem-brood ter wereld (waarom zou je het anders doen?) Normaal doen wij dat op de boot ook, maar vorig jaar wilde het maar steeds niet goed lukken doordat we het juiste meel niet konden vinden. Meel genoeg in de winkels, ook ecologisch, maar het is allemaal op de een of andere manier voorbewerkt. We zouden graag 20 kg meel hebben meegenomen maar 300 Euro vrachtkosten maakt het brood kostbaar. We doen ons ontbijt met muesli en yoghurt, en de lunch met knackebrod en Deens donker-roggebrood. Het is behelpen, maar het gaat.

6 juli, Igelbäcken.Kou (14 graden), wind en regen vanochtend en vannacht. We hebben juist de verwarming weer uitgezet en de olielamp aan. Erg veel wind Jan is er vannacht drie keer uitgeweest om de lijn van het hekanker aan te halen. De waterstag (onder de boegspriet) kwam een paar keer tegen de steiger, allemaal niet zo vreselijk, maar wel lawaai en geschuur.
De wind stond keihard op Lena's kont en trok het anker langzaam maar zeker door de klei. De nylon band heeft hij nog verzwaard door een klein parapluanker aan een lijn eroverheen af te laten glijden. Toen hield de boel beter stand. en kon hij koud en nat weer tegen Hen's warme lijf rustig in slaap vallen, al blijft onder dergelijke onstuimige omstandigheden altijd een oor open. Het weer is in een diepe depressie (987 Hp en daalt nog verder) Het zal wel veranderen, maar voor vandaag blijven we aan de eenvoudige kleine steiger van een plaatselijke zeilclub liggen. Het ligt in het midden van niets (behalve natuur en een autoweg verderop) en er is geen enkele voorziening. Er ligt nog een Nederlander wiens boot vannacht tegen de steiger dreef toen het anker niet hield. Gelukkig was er ruimte om dwars te liggen en liep hij verder geen schade op.
De windmolen in de mast draait geweldig en levert eindelijk stroom. Nu maar afwachten hoelang we het uithouden, water, wijn, bier en dieselolie voldoende aan boord. Misschien raakt de vuilwatertank vol, de pomp in Karlsborg werkte niet en zaterdag ( 4-7) in Askersund na het boodschappen doen en 100liter diesel tanken hadden we geen zin meer om zo'n zuigstation te zoeken. We zijn het stadje weer snel uitgevlucht om bij een eilandje verderop voor anker rustig te lunchen met paling en stokbrood en even te zwemmen om af te koelen. Het was toen nog 15 graden warmer dan nu. Ruim anderhalve week is het zo heet geweest en vrijwel geen wind.
Gisteren zijn voor de tweede maal de zeilen op geweest. Er stond niet zoveel wind en ze was ook lang niet stabiel. Maar we zeilden! Heerlijke rust tussen de scheren van de noord-Vätern door. Halverwege de tocht viel de wind weg en trokken rond ons de wolken samen. Dat kon wel eens slecht weer worden. Hoewel de voortekenen minder ernstig waren dan vrijdag 3-7 op de tocht van Granvik naar Olshammar. We vertrokken onder een prachtige blauwe hemel met heel licht briesje vanaf het land. We zeilden eindelijk, niet snel maar toch... heerlijk rustig. Na 2 uur komen we op het punt dat we bakboord uit naar het voor vandaag gestelde doel zeilen, of dat we rechtdoor varen naar het 2 uur verderopgelegen Askersund. Inmiddels zijn de kleine stapelwolken boven het land 20 Km voor ons samengepakt tot donkere, bijna zwarte wolken. We zien er buien en weerlichten. Daar gaan we niet naar toe, we weten hoe snel het weer hier kan wijzigen. De wind valt weg, Jan haalt snel de zeilen binnen en Henneke stuurt Lena in de richting van het scherengebied/natuurreservaat waar we nog ruim een halfuur tussen eilanden door naar een kleine watersporthaven in Olshammar varen. De zeilen zijn nog maar net geborgen of enorme windstoten breken los. Als we op de steiger aanvaren is het alweer windstil, drukkend heet en zwaar bewolkt. We duiken eerst van de steiger om af te koelen en bekijken het kleine clubhuis. Ze verkopen snoep, ijs en er is een koffie apparaat. Er is niemand, als je wat wilt hebben dan pak je maar en doet het geld ervoor in een plastic emmertje. Voor het liggeld zijn enveloppes die in een brievenbus moeten. Een kwestie van vertrouwen zoals we hier vaker zijn tegengekomen. Er is hier een enorme grote lawaaimakende en rook uitstotende sulfaatfabriek. Merkwaardige stank hangt daaroor in de haven. Het water is gelukkig schoon en helder. We bekijken het gesloten kerkje dat aan de heilige Birgitta is gewijd. er tegenover is een groot huis waar een belangrijke nationale dichter en nobelprijswinnaar geboren is en waar nu een restaurant huist waar tot 19.00 bediend wordt. Voor ons te vroeg nog, we proberen het dorp te vinden. Merkwaardige verlaten desolate verzameling van een paar kleine blokjes goedkope sociale woningbouw en een paar villaatjes langs een provinciale weg. Er staat een grote stenen school met geasfalteerde speelplaats en een sportveld. Het is er bijna uitgestorven. Iemand sjouwd een zak vuilnis en op de parkeerplaats achter zo'n blokje zitten een paar oude mensen op plastic stoeltjes te kaarten met een blik bier op tafel. De winkel is gesloten en hier en daar is de boel dichtgetimmerd of staat leeg. In het algemeen zijn de Zweedse dorpen en plattelands-steden al geen voorbeelden van stedenbouw en schoonheid, maar dit slaat alles; Wat een troosteloosheid, en dan ook nog die fabriek even verderop. Misschien is er daartussen wel een samenhang. We vluchten weg, ook voor de beginnende regen die de boel zo mogelijk nog grauwer maakt.

Terug op de steiger ligt er de Nederlandse zeilboot, die we nu ook hier weer tegenkwamen. Er komt een merkwaardige lange rollende wolk aanzetten waaruit een geweldige plens ijskoud water naar beneden zet. Wij blijven droog in de kuip doordat juist op tijd de regenhuik over de giek ligt. Even koelt het af maar de volgende dag is het weer warm. We varen bijtijds weg naar Askersund. Dat is volgens de folders een levendige touristenplaats waar op zaterdag markt is tot 2 uur. Zoals in meer Europeesche landen gaan hier ook de winkels op zaterdag om 2 uur dicht, behalve sommige grote supermarkten. Het is inderdaad een drukte op de kade waar we aanleggen voor een grote rondvaartboot. We passen met geen mogelijkheid in de boxen voor passanten aan de overkant van het water. Mensen eten ijsjes of patat met worst aan de tafeltjes op de kade. Er zijn terrassen en in een oud pakhuis winkels met prullaria en huisvlijt. Een lange rij staat voor het stalletje met gerookte vis. Wij willen na de supermarkt een visje meenemen, maar dan blijkt de tent gesloten. Pech, Henneke gaat nog even terug het stadje in om vis te kopen terwijl Jan de boot naar de overkant vaart om te tanken. De kleine kruidenier, bakker en groenteman is hier in Zweden vrijwel uitgestorven. Een paar grote supermarkten verdelen hun monopolies. Vrijwel in elke plaats van enige omvang is een ICA (AHOLD) vrijwel identiek aan onze Albert Heijn inclusief Bonuskaart en zelfscankassa's. Daar deden we onze boodschappen en konden ook hier konden we geen Saffraan vinden. Bij navraag bleek het bij de kassa gevraagd te moeten worden ter voorkoming van diefstal van het dure goedje (€ 5,- per gram.)
Terzijde: We hebben nog steeds nergens karnemelk (kärnemjolk) kunnen vinden. Wat daar vorige week op leek was een soort schenkyoghurt. Met het woordenboek in de hand blijkt men het wel te kennen, maar het ook in de schappen niet te kunnen vinden. Het zal hier waarschijnlijk gewoon niet worden gedronken. Ons Zweeds is belabbert. Als er eens een Zweed geen engels of duits spreekt zit je in de problemen. Jan probeerde zondagmogen (5-7) aan een man die in het clubhuis van de zeilver. in Åmmeberg te vragen of er een wandelgebied was en of er een plattegrond was. Dat lukte helemaal niet. Ook al omdat het weer en de wind gunstg waren zijn we maar heer vertrokken. We kwamen daar terecht omdat het de dichtsbijzijnde aardige plek leek om naar toe te gaan vanuit Askersund dat ons tegenstaat vanwege de ongezellige dagjestouristen die zich verveeld vol eten en rondslenteren op zoek naar niks, want dat is wat het plaatsje ons te bieden heeft. Zelfs de Systeembolaget is er klein en we kunnen onze eigen wijn niet kopen.
Åmmeberg is eigenlijk amper een plaatsje. Het haventje waar we liggen was vroegen de laadplek van de zinkfabriek die in 1970 sloot en nu even verderop groot en statig staat te vervallen. Ook hier op de haven staan mooie houten loodsen waarin ook het clubhuis van de zeilers is. Het ziet er allemaal goed en vriendelijk uit. We drinken een koel bier (€ 6,60 per glas van 50cl) op het terras van een hotel dat vroeger het gastenverblijf van de fabriek was. Het is om vijf uur in de middag nog bloed heet. Terug bij de boot maakt Jan de barbeque klaar onder een daarvoor gemaakt groot afdak met tafel en bank. Maar voor dat Henneke uit de kajuit terug komt met de ingredienten steekt er -zoals de avond ervoor- storm op en een geweldige plensbui die horizontaal onder het afdak door loeit. Een half uur later zitten we weer in de avondzon van de grote kreeftgarnalen te genieten.
Het is rustig hier, er is nog een andere boot op bezoek, die ligt een eind verderop.
En nu dus in de kou in Igelbäcken. Gisteren, net voor dat het weer omsloeg maakten we een onvergetelijk mooie wandeling door een natuurreservaat waar deze steiger bijna aan grenst.

7 juli, Granvik.Weer terug in Granvik, vorige week waren we hier ook, prima plek. Zojuist (+ 13 uur) zalm, sla en aardappels gegeten in het koffiehuisje aan de haven. Aardappels zijn heerlijk in Zweden, maar dat schreven we al vaker. We hadden het wel verdiend vonden we na een koude en natte tocht door regen en onweer met een vervelende zee. Korte golven, zoals bij harde wind op het IJselmeer en een hoge deining. Gelukkig waren we juist voor het noodweer losbarste tussen de scheren vandaan op het open water, dat is dan toch veiliger. In geval van nood liggen we niet snel op de rotsen, even het anker uitwerpen is niet mogelijk op 85 meter diepte. Geweldige bliksemschichten om ons heen, gelukkig blijven ze boven het land. We hoorden daarstraks dat in een plaatsje even verderop in één wolkbreuk 200mm regen viel. In de straten stond een halve meter water. Gelukkig voor ze spoelt het allemaal snel weg van de granieten ondergrond de meren in. De buien blijven ook nu elkaar afwisselen,ze zijn kort en hevig, zojuist met grote hagelstenen. Tussendoor schijnt de warme zon. De damp slaat van de rotsen.

Gisteren werd om een uur of acht 'savonds, we hadden net het eten op, op de preekstoel geklopt. De vrouw van de nederlandse boot staat enigzins overstuur op de steiger. Haar man is al meer dan twee uur weg, ze is erg bezorgd dat er iets is gebeurd met hem. Hij heeft een probleem met zijn onderbenen die vrijwel gevoelloos zijn door een neurologische aandoening. Hij loopt moeilijk en onzeker. Wij zijn hem een paar uur geleden tegengekomen toen hij op zoek was naar de plaats waar onze mooie wandeling van de dag ervoor begon. Het is inderdaad een bijna onvindbare plek. Je moet een paar honderd meter door de berm van de autoweg lopen en daar staat een miniscuul houten bordje op een paal met een onbegrijpelijke oranje tekst. Wij weten dat oranje hier een wandelpad betekent. We vertellen hem dat het een behoorlijk zware en niet ongevaarlijke wandeling is, zeker na een hele dag regen. Hij gaat toch maar even kijken.
Wij steken de weg over om even de benen te strekken en een frisse neus te halen; Een hele dag binnen zitten scrabbelen maakt toch wel duf. We bekijken een oude vervallen maar deels herstelde smeltoven in het bos. De bergen sintels en slakken zijn begroeid en de watermolen is vervallen. Vanochtend is Jan nog teruggeweest om foto's te maken. Er staat een paar bordjes met uitleg en tekeningen van hoe het ooit was en functioneerde tot 1945. Jammer dat alles in het Zweeds is. We snappen maar een beetje. Ook doordat mijnbouw en ertsverwerking buiten onze directe interesses viel.
Die vrouw is behoorlijk overstuur, wij gaan met haar naar het pad van het mooie natuurreservaat. We lopen over de spekgladde plankiers die ons door een moeras het bos inleiden. We zien weer de stammen die door bevers zijn omgeknaagt, de verse snippers hout liggen over het pad. Nu hebben we er even geen oog voor. Op de splitsing van het pad overleggen we wie welke kant op gaat om de man te zoeken. Henneke en ik hebben telefoons bij ons. Die man dus niet. Dan horen we hem roepen. Hij komt zwaar bezweet, verderop over het pad aanstrompelen. Hij heeft zich lelijk vergist in zijn wandeling. Iedereen is opgelucht, wij hadden ons al op vreselijke ongelukken voorbereid. Vanochtend voor we vertrokken kregen we een potje aardbeidenjam van haar als bedankje. Aardig, Hanneke heet ze.

7 juli, Granvik,
We zijn niet uitgevaren vanochtend hoewel het best aardig weer was. Zonnetje, beetje wind en kleine schuimkopjes verder op het meer. De voorspelling was overal storm, behalve toevallig hier. In de loop van de dag meer wind en de hele dag kans op regen en onweersbuien. Henneke heeft er geen vertrouwen in. We liggen goed aan de steiger en we kunnen hier nog mooie wandelingen maken en vanavond is er een rythm and blues band in het koffiehuis. Ze maakt er een breidag van en Jan doet wat kleine klusjes aan de boot en selecteert de foto's voor het weblog.
Aan het eind van de middag komen er meer boten het haventje binnenlopen om de dreigende onweersbui veilig te doorstaan. Het valt wel mee met die bui, die tijdens het klaarmaken van het avondeten uit regent. wel komt er deining van uit het meer de haven binnen, elders zal het wel erger zijn geweest. De geluiden van de band klinken over het water. Van die wandeling is niets meer terecht gekomen, Henneke heeft nog wel gezwommen. Na de storm van afgelopen dagen is het water rood geworden. We vermoeden dat het ijzer uit het gesteente is. Om negen uur begint het feest met de band, het is nu halftien, op het de bankjes zitten mannen van rond de veertig zich in te dringen met blikjes bier. Ze pissen over het gras. Er komt een volgeladen motorbootje binnenvaren met harde muziek en oude jongeren met blikjes en flesjes in de hand. op de parkeerplaats staan Amerikaanse auto's uit de jaren 60 en 70 waar ze erg van houden hier (zie vorig jaar Lidköping.) De minimum leeftijd voor de avond is 30 jaar. Voor tien uur zal er zeker nog niks gebeuren vertelde een local ons. In middels wordt het al aardig bemand rond het haventje, vrouwen hebben we nog niet gezien, maar die zitten misschien al binnen. Van deat haventje moet je niet teveel voorstellen. Tot de 70er jaren was het de haven voor het vervoer van materiaal uit de smeltoven -ik zoek nog op wat- even werderop. Kleine boten die door het Göta-kanaal moesten.
Nu kunnen er een handvol plezierjachtjes afmeren op doortocht. Er staan nog enkele gebouwtjes uit de mijn-periode en 8 nieuwe vakantiehuisjes van een verhuurbedrijf. Vorige week zaten daar een stuk of veertig militairen in met radio-apparatuur te oefenen. Peil-ontvangers en kortegolf zenders. Echo-Bravo-Alva-Pappa Over... Het zal de verbindingsdienst zijn geweest want erg vechtlustig oogde het niet; het leek meer een soort hobbyclub van mannen op middelbare leeftijd. We twijfelen of we nog naar de band gaan kijken straks; Horen zullen we het zeker vauit een houten schuur honderd meter verderop.