
De was gedaan in sodertalje
We zijn hier eergisteren, donderdagmiddag om 4 uur aangekomen. We kwamen vanuit Södertalje, een voorstad van Stockholm, met de eerste lichting schepen om half tien door de sluis. Voeren de hele dag op de motor omdat de wind, anders dan voorspeld, tegenstond.

We voeren een stukje door de Malaren, een prachtig groot merengebied. In Stockholm gingen we nog een sluis door en moesten twee verkeersbruggen voor ons worden geopend. We waren in de stad nog een stukje fout gevaren en kwamen voor een brug die te laag was, dat kostte een half uur ekstra vaartijd. Het was een sombere dag, en koud. 's Avonds toen we door het oudste deel van de stad wandelden, klaarde het een klein beetje op. Toch ging het, toen we uit het kleine restaurant kwamen, waar we heel behoorlijk hadden gegeten, op de terugweg naar de jachthaven weer een beetje regenen. 's Nachts werd het een pittig onweer.

Stockholm is een indrukwekkende grote en drukke stad. In sommige opzichten mooi. Gebouwd op een aantal grote eilanden met historische gebouwen en grote pleinen en parken. Maar ook veel winkelstraten met enorme warenhuizen en moderne gebouwen die niet altijd even fraai zijn. Van de oorspronkelijke oude stad is toevallig (het geld voor de sloop was op) maar een klein stukje gespaard gebleven na de vernieuwingswoede van de jaren 50-70. Dat stukje is nu vooral overstroomd met toeristen. In de smalle straten met restaurants en souvenirwinkels, is geen verkeer in tegenstelling tot de rest van de stad. Daar is veel verkeer, dat goed georganiseerd lijkt, het rijdt behoorlijk door. Het openbaar vervoer is prima geregeld. We lopen erg veel, maar gebruiken ook onze strippenkaart (hetzelfde systeem als in Nederland) om snel van en ene plek naar de ander te komen. Vrijwel iedereen spreekt hier goed Engels. Er zijn overal fietsen te huur, maar daar hebben we geen gebruik van gemaakt. Wel van de terrassen die hier in grote getale aanwezig zijn. Want gisteren en vandaag was het zonnig weer. De stad is overspoeld met toeristen. Vooral uit Baltische republieken en Rusland die hier met de veerboot en touringcar eigenlijk naast de deur liggen. Eerder maakten we kritische opmerkingen over enkele musea in Zweden.


Die gelden beslist niet voor het Vasa-museum en het Historisch-museum die we resp. gisteren en vandaag bezochten. Beide musea waren dermate goed en boeiend dat we er vanaf ongeveer 10 tot 3 uur hebben doorgebracht. Dat is vermoeiend. We wilden ook nog naar het museum voor moderne kunst, maar hadden daar geen energie meer voor. Als het weer morgen te slecht is om te varen (we zitten nog steeds midden in een lage drukgebied) gaan we er heen, anders een volgende keer.

Want dat we nog in Stockholm terug zullen komen is zeer waarschijnlijk. We hebben nog lang niet alles gezien van deze moderne Europeese stad. Het leven is hier wel duurder dan in de rest van Zweden is ons idee. De jachthaven kost al 25 Euro per nacht en is slecht geoutilleerd. We liggen wel midden in de stad aan een buitensteiger enorm te wiebelen doordat het water erg onrustig is vanwege de drukke scheepvaart. Het lijkt een beetje op het IJ, met dat verschil dat ze hier een pretpark Tivoli hebben dat een enorme lawaaiige kermis is. Torenhoge achtbanen, draaimolens en liften die naar beneden vallen met gillende mensen tot 11uur 's avonds.

Het is ongelofelijk wat een enorme herrie daar vandaan komt. Gisteravond kwam daar ook nog het lawaai van een openluchtconcert bij uit het park dat hier vlak achter ligt. We hoorden de zoveelste middelmatige rockband waarop ze hier patent lijken te hebben. Het overstemt de stadsgeluiden die over het water heen op ons toekomen. Gelukkig maar dat we daar redelijk aan gewend zijn en even makkelijk inslapen als in de stille natuur ergens aan een eilandje. De dagen worden al snel korter. Om 10 uur wordt het al donker.
Maandag 27-7 Grinda.
Gisteren zijn we vanuit Stockholm hier naar toe gezeild op het kluiver- en bezaanzeil. Mooi windje en zo nu en dan een beetje zon. Over de krappe 20 mijl hier naar toe deden we 5 uur. Bijzonder om zo uit het centrum van de grote stad de natuur weer in te varen. Die ligt in Stockholm letterlijk en figuurlijk voor de deur. Nu liggen we aan een steiger van een eiland dat door een soort staatsbosbeheer wordt beheerd. Er is een natuurcamping, trekkershuis (wanderheim/ jeugdherberg) Hotel en een terras. Er staan een paar zomerhuisjes en je kan er prachtig wandelen. Het is ook geliefd bij dagjesmensen die met speciale vaartochten of hun eigen bootje hier naar toe komen. Toch is het niet toeristisch met winkeltjes en souvenirs, gelukkig maar, alleen een mooie folder over het natuurbeheer in het Scherengebied en de werking van de openbare droog-composttoilletten die je door heel Zweden in natuurgebieden tegenkomt. Dat zouden ze in Nederland ook moeten doen. Maar hier zijn ook in de steden volop toiletten voor het publiek, ook in de winkels. Meestal zijn ze schoon en fris. De tocht hier naar toe was er een van uitersten, heerlijk om weer rustig te kunnen zeilen, maar een ramp vanwege de snelle motorboten. Misschien vanwege de zondagmiddag, we weten het niet, maar je moet het vergelijken met het maken van een wandeling door de vrije natuur, terwijl op het zelfde pad een motorrace wordt gehouden, ook uit tegengestelde richting. De motoren brulden, de rompen maakten harde klappen op het water en ze veroorzaakten soms brandingsgolven van meer dan een meter hoog. We snappen niet wat de lol ervan is om zo te varen. Maar het lijkt hier een nationale hobby.
Henneke werd er bijna dol van en gebruikte de vreselijkste verwensingen als we weer eens bijna uit de boot werden geslingerd. Vandaag blijven we hier liggen om een beetje te bekomen en rustig door het bos en over de rotsen te wandelen. Vanavond eten we in het restaurant van het hotel, dat bijzonder goed moet zijn volgens de boekjes.
