Het adres voor de nieuwe blog (2010) staat op een nieuwe locatie!

http://www.zeilschiplena.blogspot.com

zondag 8 juni 2008

Vänern=6 maal het ijselmeer en 44 meter boven zee

Vrijdag 30 mei:Trolhättan-Vänersborg.

Gisteren niet geschreven dat de WC verstopt was. Na het ontbijt heeft Jan anderhalf uur een minder frisse klus moeten klaren. Slangen, kranen koppelingen los tot het probleem -een dikke prop wc-papier ergens uitgepulkt kon worden, waarna de boel weer gemonteerd en schoongemaakt is. Het is de eerste keer in drie jaar dat dit gebeurd, dus waarschijnlijk en hopelijk geen structureel probleem, want vrolijk wordt je er echt niet van.
Gisteravond is een ouder Noors echtpaar uit de buurt van Oslo achter ons aan de steiger komen liggen. Vriendelijke mensen die hier al eerder geweest zijn en nu een rondje Zweden doen. We wisselen kaarten en pilots uit, zij zijn geïnteresseerd in de onze en wij zijn onder de indruk van een Noorse pilot over de westelijke scherenkust met luchtfoto's en ingetekende aanvaarroutes. Dat hadden wij precies nodig gehad. We noteren de uitgever en gaan er een keer achteraan voor de volgende trip. Vanochtend willen ze samen met ons opvaren omdat ze verwachten dat de bruggen en sluis sneller bediend worden als er twee boten liggen te wachten. Wij willen onderweg nog enkele boodschappen doen in Trolhättan, dat doen zij daar dan ook. Het is warm in het stadje dat op het eerste gezicht niet erg interessant is. Er is wel een groot winkelcentrum met supermarkt. Na een uur zijn we terug op Lena. Onderweg blijken de Noren gemakkelijke en grage praters. We passeren de laatste hoge sluis en meren af in een nieuwe marina in Vanersburg. Het is een kleine dure jachthaven omringt door enkele nieuwe lage flats, speelweide en een overdekt zwembad.
Niet een plek om erg blij mee te zijn, maar na drie uur motorboten is alles ons geschikt. Er is een winkeltje waar we de Campinggastank omruilen voor drie maal de Nederlandse prijs. De erg Amerikaans aandoende winkelmevrouw heeft een ingewikkelde uitleg waarom dat hier zo duur is. Enfin, we willen toch ons brood kunnen bakken en koffie zetten, maar achter af hadden we natuurlijk beter zo'n voordelig AGA-tankje kunnen kopen. Er is een stationnetje met een tourist-information We kunnen er een boekje kopen dat die Noren ons ook lieten zien en waarin mooie ankerplekken en natuurhavens in de Vänern opgetekend zijn. Het stadje zelf stelt niets voor, maar er is een bilbliotheek waar we de E-mail kunnen lezen.

Zaterdag 31 mei: Vänersborg-Gälleude.
Om tien uur varen we met de Noren tot voor de spoorbrug even verderop. Het is bijna windstil en we blijven gezamenlijk een minuut of tien wachten tot de trein over de brug is en wij er door kunnen.
Het is een prachtige oude ijzeren brug met een ingewikkelde bascule-constructie. De Noren zetten eenmaal op de Vänern -dat meer dat 6 keer zo groot is als het IJsselmeer- er flink de sokken in. Ze kijken niet meer om of zwaaien nog even gedag, kennelijk hebben ze haast, ze willen nog 6 uur door tuffen tot Läcko waar wij later deze week ook nog langs zullen komen. Als we eenmaal uit de betonde vaarroute zijn en we de zeilen hijsen om zowaar in het zuchtje wind eindelijk weer een beetje te zeilen, zijn de Noren al op de horizon. Verder zijn weer helemaal alleen op dit prachtige grote meer waarvan de overkant 80 mijl (150 km) verderop ligt. We kruisen met grote slagen naar het natuurhaventje Omö waarvan de aanvaarroute beschreven staat in het boekje dat we gisteren kochten. Exact staat aangegeven aan welke rotsen we kunnen meren. Henneke stuurt er volgens het boekje in en Jan staat klaar met het hekanker. Als ze roept dat het anker kan vallen, en Jan zegt dat ze nog even moet doordraaien vanwege de wind, bonken er rotsen tegen de kiel. We schrikken ons rot en proberen weg te draaien, er is niets stenigs te zien maar bij het weg manoeuvreren blijkt het toch echt te ondiep voor ons. Eenmaal op dieper water laten we het anker vallen om de kaarten nog eens goed te bestuderen en ons plan bij te stellen. Met dit windje kunnen we binnen twee uur aan de overkant van dit smalle stukje meer zijn waar we in een mooie baai een paar honderd meter uit de kust veilig voor anker kunnen gaan. Er staan wat zomerhuisjes op de kust en er is een steiger van een zeilclub. Veel kinderen spelen in het water bij een strandje. 's Avonds gaan we met de bijboot het land op waar we willen barbecueën en een beetje rondlopen. Het is nog steeds erg warm op de keien. We vinden een plekje op het zand aan het water; Maar als het houtskool begint te gloeien komen ook een groep jongens en meisjes om daar in het water met elkaar te dollen. We verkassen een stukje en zien op de warme rotsen de zon weer prachtig ondergaan.

Zondag 1 juni: Gälleude-Dalbergså.
Het is een warme volstrekt windstille dag. We besluiten onder de zonnetent hier te blijven tot het gaat waaien, of anders pas vanavond als het iets koeler wordt, op de motor in anderhalf uur naar de monding van een klein riviertje 7 mijl hoger te gaan. De Noren hadden ons verteld dat het een prachtige plek was.
Om half negen varen we rond een groot steenbaken tussen de rotsen die begroeid zijn met dennebomen de kleine kronkelende rivier op. Er is weinig stroming en het is een prachtig mooie aanvaart. Bij de steiger is ook een kleine camping met caravans. Enkele mensen maken foto's als we binnenlopen. Dat moet ook wel een mooi gezicht zijn geweest op deze heerlijke avond.

Maandag 2 juni: Dalbergså
Gisteravond waren er nog een paar mensen bij hun caravan, maar nu is iedereen vertrokken. Wij zijn de enige gasten. Er is hier een wasmachine en we kunnen fietsen lenen om in een dorp 8 km verderop boodschappen te doen. Terwijl de eerste was draait, fietsen we op een paar verroeste barrels naar de resten van een 13e eeuwse burcht aan de andere kant van de riviermonding. De omweg vanwege de brug, is de moeite waard. De ruïne stelt weinig voor maar de plek is magnifiek, een rotsig en weelderig begroeid schiereiland.
We zitten er een uur op grote stenen in de schaduw naar het likken van de golven aan de stenen te luisteren, een muisje loopt voor ons langs en een vogel drinkt vanaf een kleine kei in het water. Verder is het stil. Het dorp is niet meer dan een kerk en een winkel. Maar we kunnen krijgen wat we nodig hebben en Jan koopt voor het eerst sinds zijn jongensjaren weer een hengeltje met dobber, die -zoals dat hoort- langs de stang van de fiets gebonden wordt. Zittend in de schaduw op het muurtje van het kerkhof eten we een zoet koffiebroodje uit de winkel. Het is bijna windstil, de grote moderne windmolens die in groepjes her en der op het land staan draaien amper. De camping is nog steeds uitgestorven, de tweede was gaat in de machine. We drinken een kopje thee onder de zonnetent over de giek, het is mooi hier. 's Avonds vaart er nog een zeilboot binnen met vier Denen aan boord. Een man in een bootje leert zijn dochter vissen, ze hebben snel beet.

Dinsdag 3 juni: Dalbergså-.Sunnanå
Er staat een beetje wind als we opstaan. De Denen zijn al aan het klaarmaken voor vertrek, ze zijn enthousiast dat het eindelijk waait. Wij willen ook snel weg naar een natuurhaventje dat precies tegen de wind aan de overkant ligt. We kruisen op maar merken halverwege dat we er waarschijnlijk voorlopig niet komen. We wijzigen ons plan als blijkt dat we wel naar Sunnanå een paar mijl boven de plek waar we vertrokken kunnen komen, het havenboekje is er positief over en op de luchtfoto ziet het er goed uit. Het is een heerlijke zeildag en we leggen ruim 25 mijl af om 8 mijl noordelijker uit te komen. Het is weer moeilijk aanvaren tussen rotsen en eilandjes door waar grote kolonies meeuwen hun territorium hebben. Dat is een pijnlijke tegenstelling met de jachthaven waar we terecht komen en waar met Europese ontwikkelingssubsidies een onvoorstelbaar vreselijk resort opgebouwd wordt met kleine gelijkvormige houten huisjes (model a,b en c) met een eigen steigertje. Zo erg zie je ze hier en daar ook in nederland ontwikkeld worden bij jachthavens. Het is te lelijk voor woorden.
Hier wordt waarschijnlijk goud geld verdient door slimme snelle jongens en teveel geld uitgegeven door mensen zonder smaak en idee. We worden er troosteloos van, helemaal als we de enorme in aanleg zijnde parkeerterreinen zien waar nu een eenzame autobus een groep bejaarden uitlaat die op een bankje naar dit schouwspel mogen kijken. Onder uit de bus komt een schragentafel en een geüniformeerd meisje zet er plastic bekertjes en gamellen op. Het terras bij de winkel en de kiosk is wel ingericht, maar er is nog niets te koop. Deze kant van Zweden zijn we nog niet eerder tegengekomen. We lopen langs een oud stationnetje, rails en perrons zijn allang verdwenen, nu is het van de zeilclub, maar alles is nog dicht. Een vriendelijke oude man die plantjes verzorgt en een dikke poes krauwt, maakt enthousiast een praatje in het Zweeds met ons over hoe het vroeger hier was. Met en beetje goede wil is ons Zweeds helemaal zo beroerd nog niet. Een jongeman int havengeld en wisselt extra kronen voor de douche morgenochtend. We maken een foto van de huisjes.

Woensdag 4 juni: Sunnanå-Spiken
Die kronen voor de douche vergeten we deze morgen mee te nemen. De koude douche van deze plek wordt dus wel erg letterlijk. We willen hier snel weg ook al waait maar heel weinig uit het noord-oosten. We hebben de keus naar het noorden of oosten te zeilen. Beide zijn niet bezeild, we moeten hoe dan ook op de motor want de afstanden zijn te groot voor een kruisrak. We kiezen ervoor naar Spiken in het oosten te varen. Dat is drie uur open water en dan nog ruim een uur tussen de scheren door. Als we op het open water zijn gaat de stuurautomaat aan. Drie uur lang pal oost. Onderweg hebben we alle tijd voor koffie en ontbijt en nog een keer koffie.
Bij de scheren aangekomen wordt het weer Henneke aan het roer zorgvuldig tussen de klippen door, Jan leest de kaart en wijst de juiste betonning aan. Het is een prachtige tocht, we maken weer veel foto's. Spiken is het plaatsje waar Hen het al veel over heeft gehad, het is het centrum van de visrokerij op de Vänern, in de pilot genoemd als de plek van de lekkerste vis. Dat klopt ook wel blijkt als we 's avonds een vers gerookte vis eten.
Een beetje palingachtig, maar het vlees is iets zachter. Het is werkelijk voortreffelijk van smaak, We zoeken in het kookboek wat voor soort het is; we denken een bruine forel. De volgende ochtend als we er eentje kopen van bijna een kilo zwaar, en modder vet, legt de visvrouw ons uit dat het familie van de zalm is. We maken een foto om thuis verder te studeren. Het plaatsje Spiken is er eigenlijk niet, een stuk of tien kleine rokerijen een vriendelijk restaurantje en een paar kleine vissersbootjes. Verderop moderne huizen en vakantiehuisjes waar we niet naar toe lopen. Er wordt hier ook iets vakantieachtigs ontwikkeld. Een stuk bos is gesneuveld voor een groot parkeerterrein waar nu enkele campers staan, en er zijn nieuwe steigers aangelegd. Over een paar jaar zal het ook hier anders zijn denken we. Naast het havenkantoortje zijn al boetiekachtige winkeltjes en een cafetaria met terras gekomen in een nostalgische houten gebouw met ikea karakteristiek. Wij liggen aan het einde van de steiger bij het riet en kijken over het meer in de verte. Leker die vis met koolsalade en espresso toe.

Donderdag 5 juni: Spiken-Lidköping.
Na een lekkere warme douche varen we onder een wolkeloze hemel in de warme zon verder tussen de scheren en eilandjes door. We komen langs het kasteel Läcko. Een groot wit vroege noordelijke barok gebouw op grondvesten van een 13e eeuwse burcht. Voor deze streek de belangrijkste bezienswaardigheid met zomers concerten, opera voorstellingen en tentoonstellingen. Er zijn ook een aanlegsteiger en camping, maar wij varen door richting Lidköping aan de zuidkant van een uitloper van het meer.
Er is daar een jachthaven waar we de boot een maand willen achterlaten en er is een station vanwaar we naar Gotenborg kunnen. Maandag moeten we weer naar Amsterdam terug. Er is een heel licht noordelijk achterlijk windje en we zetten de kluiver op. Met een slakke gangetje varen we recht op ons doel af. We hebben alle tijd voor deze heerlijke rustige zeildag. Van verre zien we de enorme graansilo's staan waar de jachthaven niet ver vanaf ligt. Tot vlak voor de smalle havenmond staat het zeil op. We vinden een vrije box, maar zien, eenmaal afgemeerd, dat er speciale gastenplaatsen zijn twee boxen verderop. We verkassen; Henneke blijft op de steiger om gemakkelijker te kunnen aanleggen en Jan vaart de boot tussen de palen door en remt met een landvast de boot af. Dat vereist meer kracht dan normaal, De keerkoppeling blijft in vooruit staan. Als de boot goed vastligt kruipt Jan de motorruimte in. De keerkoppeling is met de hand te bedienen, die is gelukkig niet kapot. Het moet de kabel of de bedienings-handel zijn, dat zoeken we morgen wel uit. Eerst willen we snel naar het station, waar volgens de plattegrond ook de tourist-information is, om uit te zoeken hoe de verbindingen zijn voor maandag en te horen wat de evenementen op de nationale feestdag morgen zijn. We moeten over zinderend heet asfalt dwars door een groot industrieterrein lopen en langs een spoorbrug een kanaal oversteken. Het oude houten station wordt gerenoveerd, de perrons en rails zijn verlegd en vernieuwd en het VVV blijkt verplaats naar het oude stadhuis in het andere stadsdeel. Vragend en zoekend komen we er even na 5 uur aan. Het is al gesloten, morgen beter. We lopen het stadje door waar een groot winkelgebied is. Enkele mooie houten panden, maar het merendeel tot nieuw en minder fraai. We kopen kip, aardbeien en verse yoghurt, morgen zijn de meeste winkels dicht hebben we al gehoord. Terug op de haven is het er stil, een havenmeester is niet te vinden. Op de WC en doucheruimte zit een codeslot. We zoeken het morgen wel verder uit, nu eerst de dorst lessen met een biertje.