Voor de Zweden is het vakantieseizoen over. Er zijn nog maar weinig schepen op het water en de toeristenwinkeltjes zijn gesloten. Ook de enige levensmiddelne zaak hier heeft zijn openingstijden aangepast waardoor Jan vanochtend tevergeefs een kwartier heen en weer liep voor verse broodjes. Het kantoor van de havenmeester is gesloten 's avonds komt een scholier het geld ophalen van de enkele boot die nog vaart. Vorige maand toen we hier vanuit het Gotakanaal aankwamen was het een drukte van jewelste in de haven, en op de haven bij de veerboot en vistent. Nu is er geen mens te bekennen en zijn de terassen dicht. Het is stil en saai. Weer even wennen voor ons aan hoe het eigenlijk is in Zweden. Gisteren zijn we hier aangekomen vanuit Nyköping. Daar was ook al niet veel leven meer in de brouwerij.
De plaatselijke musea waren dicht en van een oude boerderij met originele wand- en plafondschilderingen op het hout was men al een paar dagen de sleutel kwijt waardoor we er niet in konden. Twee hele dagen (3 nachten) zijn we in die stad geweest, de folders waren er enthousiast over. Inderdaad is het een aardige stad met een paar oude huizen en de resten van een verknoeid kasteel. Historisch de tweede belangrijkste stad van Zweden in de 12e-13e eeuw. Later ook industrieële weverijen en nu de provinciehoofdstad met een afzichtelijk socialistich 60er jaren stadhuis en huizenblokjes. Twee winkelstraten zoals we kennen uit de gemiddelde Nederlandse provinciesteden, met dit verschil dat de meeste winkels in koophallen zijn ondergebracht. Maar dat wordt in Nederland ook steeds vaker gedaan. Het stadsmuseum, waar we dus niet inkonden, Had door de hele stad grote fotoposters met een korte tekst opgehangen van vroegere en huidige bewoners en langs de rivier waren op bordjes oude foto's met beschrijvingen van de historie van de stad geplaatst. Allemaal aardig en verzorgd, maar samenhang en een beetje diepgang ontbrak doordat het centrale museum niet toegankelijk was. In een oude brouwerij, prachtig aan de rivier gelegen waren enkele galeries en werkten kunstenaars. Ook dat kon ons niet echt boeien, te braaf en te veel huisvlijt dat we hier overal tegenkomen. Dat we er een paar rondhingen had te maken met het vinden van een geschikte winterberging.
Hier was de zeilclub waar we in Broken kontakt mee hadden gelegd en waar we terecht konden. We wilden eerst even poolshoogte nemen. Het lijkt ons minder geschikt. Omdat we in de grote gasthaven over internet beschikken kunnen we verder zoeken op Internet en E-mailen. Ook bellen we veel. De service en prijsverschillen lopen erg uiteen. Uiteindelijk maken we een keuze voor een commerciele winteropslag in Norrköping. Hier niet zover vandaan en met een goede verbinding met het vliegveld. We regelen de vlucht terug naar Nederland voor 31 augustus. We hebben dus nog ruim 2 weken de tijd waarvan we de laatste willen gebruiken om Lena helemaal winterklaar te maken.
Er moet behoorlijk geschilderd en gelakt worden en ook enkele technische zaken, zoals motor, antenne, koelkast en stroomvoorziening, moeten behoorlijk aangepakt. Vanochtend hebben we dat zo besloten. Henneke kreeg er door het geregel voor de afloop van de vakantie er een beetje genoeg van om nog een beetje rond te dobberen zonder echt doel voor ogen. Komende week varen we richting winterhaven via enkele eilandjes en een enkele gasthaven. Gisteren lagen we in de haven van een zeilklub die haar clubhuis in een prachtige oude -natuurlijk houten- villa heeft. Het weekend zijn er wedstijden waardoor we maar één nacht daar konden blijven. Maar we zagen wel veel prachtige grote slanke zeilschepen. Nu liggen we een paar honderd meter verder weg.
Maandag, 17 augustus, Nävekvarn.
Het is koud en er staat een harde wind. Drie depressies beheersen het weer. We liggen hier vanaf zaterdag, toen aan het einde van de middag de wind toenam. 's Ochtends hadden we van Radio Stockolm over de Marifoon de windwaarschuwing gehoord. Gelukkig dat we die dag toch voor het grootste deel in prachtig weer met een viendelijk briesje heerlijk hebben kunnen zeilen. Via een kleine inham aan een eilandje waar we voor anker uitgebreid lunchten om later met een stevige wind achterop onder allen de fok hier naar toe te varen. We lagen nog maar net vast of een enorme regenbui met veel wind brak los, dat heeft de hele nacht aangehouden. Gelukkig dat we hier veilig zijn en rustig kunnen eten, slapen en ons spelletje scrabble spelen. Dat doen we alleen als het regent en dat doet het nu al 5 avonden achtereen. Overdag is het steeds behoorlijk weer. Gisteren maakte we een korte historische wandeling langs een klein riviertje opwaarts langs de plekken waar vroeger de molen stond en de kanonnen en ander ijzergietselwerk werd geproduceerd. Er is vrijwel niets anders te zien dan bordjes met foto's en verwijzingen. De historische vereniging doet haar best om op grond van een stukje fundament of een oude steen en gat in de grond de geschiedenis van ertsgroeven, mijnbouw en Russische invasies in de 18e eeuw levendig te houden. Nog steeds is hier een metaalgieterij en een veel te groot landhuis, maar daar mogen we niet komen. Het feodale verleden is soms nog goed zichtbaar, maar in de teksten op de bordjes wordt niet duidelijk gemaakt hoe het zat met de eigendomsverhoudingen. Evenzo de enorme kosten van de Zweedse oorlogsmachinerie vroeger. Men is trots op de neutraliteit die het land de hele 20e eeuw vrijwaarde van oorlogen, inderdaad iets om blij me te zijn. Steeds weer merken we dat we niet zo erg veel van Zweden en Scandinavië weten. Op school leerden we hoe belangrijk de handel op de Oostzee voor Nederland was, over de dertigjarige oorlog en dat er koningshuizen zijn, mijnbouw en industrie (behalve in Denemarken dat agrarisch en daardoor armer is). En vergeet de Vikingen niet, een Heldhaftig maar ook roofzuchtig en brandschattend volk dat ons regelmatig plunderde. In het historisch museum van Stockholm, dat educatief gezien een prijs verdient, wat een prachtige, boeiende en leerzaame uitstalling en uiteenzetting -ook in het Engels- leerden we dat de Vikingen voornamelijk een vriendelijk handeldrijvend, en landbouwend volk was. Hard werkend onder soms moeilijke omstandigheden met een eigen cultuur. Vooral de dodencultuur met rijke giften en schatten mee het graf in van de chieftans. Op grond van onjuiste en romantische interpretatie van vondsten en geschiedenis in de 19e eeuw konden de Nazi's gebruik maken van het beeld van onverschrikkelijkheid en heldendom dat Vikingen uitstraalden. Jan vindt geschiedenis een boeiend vak, zo als economie en politiek dat ook zijn. Deze drie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en per definitie gebaseerd op gegoochel met feiten.
Voor de bevolking op deze plek was de inval van de Russen in 1719, die de hele zaak platbrandden vanwege de kanonnen-productie, de ellende waarschijnlijk niet minder dan voor de Irakezen een paar jaar geleden toen de Amerikanen het land kwamen bervrijden van hun dictator.

We lopen in onze lange wandeling zondagmiddag langs enkele groeven waarin mensen probeerden een veilig heenkomen te zoeken destijds en waar even verderop de Russen bivakkeerden. Drie uur lopen door het bos langs het met oranje verf op de bomen aangegeven wandelpad. Dat veroorzaakt dit soort mijmeringen van een ouder wordende pacifist. Henneke sjokt, veel bosbessen etend, vermoeid achter hem aan. Het is zwaar lopen door de heuvels in het dichte bos en ook hebben we te stevig ontbeten. Er komt geen einde aan het pad en de fotokopie van het kaartje dat we bij ons hebben geeft geen inzicht in waar we ongeveer zijn. We steken een grindweg over waarop een grijze Volvo aan komt rijden. Jan vraagt de vrouw van de chauffeur, die gelukkig wel een beetje Engels spreekt, hoe we terug moeten lopen naar de haven. Ze zegt wel de weg te weten, maar die niet op de kaart te kunnen aanwijzen.
We mogen instappen dan brengen ze ons in de goede richting. Ze zijn met een emmer op weg om bramen te plukken en rijden ons langs plaatsen die we nooit eerder hebben gezien. We vragen ons op de achterbank af of we niet nog veel verder van huis komen. De vrouw overlegd met haar vinger wijzend naar de rechterbovenhoek van de kaart met haar man. Wij liepen op de linker onderhoek van de kaart af en de haven ligt daar vlakbij. Ze besluiten ons maar naar de haven te brengen dat lijkt ze eenvoudiger dan uit te leggen hoe we moeten lopen. Een half uur later worden we daar afgezet, aardig van ze. 
Donderdag, 20-8, Norrköping/Lindö
Een geweldig mooie zeiltocht vandaag. Wind uit de goede hoek, beetje vlagerig, maar toch lekker. En een heerlijke zon aan een stralende hemel. Een tocht van 20 mijl rustig aan in 5 uur gezeild door een prachtig diep fjord waar we soms vlak langs de hoge beboste rotsen voeren. Hier en daar afgewisseld met verzamelingen huisjes en een enkel eilandje aan de andere zijde. Het was weer één van de betere tochten deze reis die hiermee tot een einde komt. Dat wil zeggen, we hebben nog ruim een week om de boot klaar te maken voor de winter, er is wel wat schilder en lakwerk nodig. Daar hebben we nu ruim de tijd voor. We konden vandaag niet door de spoorbrug in Norköping, die gaat voor de pleziervaart maar twee keer per dag open. We wisten dat niet, maar de brugwachter belde ons terug omdat hij moest weten aan welke kade we zouden afmeren. Dat gaat over zeeschepen die ook het fjord op en neer varen. Jammer voor ons, maar half vijf vanmiddag wordt half tien morgenochtend. Nu liggen we in een kleine jachthaven in een buitenwijk. Henneke vindt het Buitenvelderd. Rijtjes bungalows met garage en lage flatjes voor de mensen met pensioen en gemaaide gazonnen. Allemaal erg nieuw, keurig, duur en fantasieloos. De jachthaven ligt er als een grote vijver voor de deur. Terwijl we in de kuip onze pasta aten, zeilden de Optimistjes en Lazers rond met de kinderen die zeilles kregen. Dat is een leuk en onderhoudend schouwspel. Op de achtergrond zagen we een enorm containerschip de vaargeul doorvaren waardoor wij morgen ook de haven in varen. De werf waar we heen moeten is minder dan een uur verderop. We zijn benieuwd waar we terecht komen. Afgelopen dagen hebben we in de haven van Nävekvarn gelegen. Eenvoudige haven met vriendelijke mensen. Maandagmiddag (17-8) hebben we geprobeerd om de rondwandeling van zondag, waarvan we de terugweg nooit vonden, vanaf de andere kant te beginnen. Ook dit keer konden we de aansluiting met het wandelpad terug niet vinden en zijn we uiteindelijk over een verharde weg teruggelopen. Dan is het wel een voordeel dat er weinig verkeer is. Ook deze wandeling was prachtg mooi. Wel zwaar en moeilijk op sommige plekken. Gelukkig hadden we nu wel onze stokken meeegenomen die het lopen over ongelijk terrein met veel klimmen en dalen makkelijker maakt en je beter in evenwicht houden. We liepen over de hoge rotsen waar we vandaag langs voeren. Maar ook door dicht en donker bos waar het soms moeilijk was om het pad te volgen. Als je een paar minuten verkeerd loopt ben je in de problemen want vind de juiste weg maar eens terug. Alleen lopen is ronduit gevaarlijk. Als je ongelukkig valt kan het dagen duren voor je wordt gevonden. De mobiele telefoon is een uitkomst zolang je een verbinding hebt, onze ervaring is dat dit prima geregeld is in Zweden.

Maar hoe leg je uit waar je bent? Dinsdag huurden we van de havenmeester twee spiksplinternieuwe fietsen. Hij printte een kaartje voor ons uit en we reden naar een oud dorpje bij een kopergroeve uit de 17e eeuw. Het museum was gesloten (seizoen is over). Het houten kerkje uit 1620 is nog steeds een parochiekerk en sinds de ingebruikneming iedere zondag een dienst. Het is gelukkig open en we kunnen er schuilen als een regenbui losbarst. We bekijken de foto's in het voorpoortaal van recente huwelijksvieringen, doop en confirmatie plechtigheden. Er is een grote begraafplaats rond de kerk. De secretaris van de haven vertelde dat zijn stiefvader hier begraven ligt, hijzelf groeide in dit dorp op. Woensdag maken we weer een lange wandeling voor een deel langs de kust aan de andere zijde van de haven. De wind is precies verkeerd om in de richting die we opmoeten te zeilen, morgen zal dat beter zijn is de voorspelling. Het pad is 36km lang, wij zijn van plan om na twee uur lopen door steken naar een weg terug naar de haven. Volgens de kaart kan dat ook. We komen door een gebied met verspreide houten huizen, alles lijkt hier op een vakantiepark, maar het is toch echt een soort dorp. Je ziet geen mens, maar toch er loopt een vrouw die een tijdschrift uit een brievenbus haalt, die hier met soms tientalle naast elkaar aan de weg staan, de postauto rijdt niet alle huisjes, die vaak afgelegen liggen af. We vragen of we de goede richting op lopen. Dat blijkt gelukkig het geval, ze geeft nog een paar aanwijzingen voor wegsplitsingen in het bos. Ondanks dat we het gevoel hebben in de verkeerde richting te lopen, komen we op de weg die we zochten. Een helicopter land vlak naast de weg en er stapt een oudere dame uit. Het is de moeder van de piloot weten we die hier ergens woont. Dat had de andere vrouw ons al verteld toen ze ons op het geluid van de wentelwiek attent maakt. De lawaaimachine vliegt weer op en wij zijn een uur later weer op Lena. De barometer is in een dag 20 hPa gestegen.
