Zaterdag 23 augustus; Håveruth - Köpmanbro
Morgen worden de sluizen in het kanaal niet meer bediend omdat het seizoen is afgelopen. We doen nog even snel een witte was en varen tegen het middag uur in een lekker zonnetje terug naar Upperuth. De jongen van de sluis, sluist ons er snel doorheen. We rekenen af en van zijn moeder in het kleine winkeltje horen we dat ze tussen drie en vier uur gerookte vis (RÖKT SIK) ophaalt bij de vissers. We blijven daarop wachten aan de wachtsteiger buiten de sluis. Het is tijd voor de lunch en een kop thee. De rondvaartboot waarop wij gisteren voeren komt hoog boven ons de sluis in varen. De kapitein herkent ons en zwaait vriendelijk. Jan maakt een video opname en Henneke een foto. De sluisjongen komt ons zeggen dat zijn moeder vis heeft en hij maakt een paar foto's van Lena, ook aan boord. Hij verzameld foto's van bijzondere boten die de sluis passeren, in twee jaar heeft hij er al ongeveer 700. We kunnen maar een vis kopen omdat er weinig van is. Aan het einde van de middag zijn we weer in Köpmanbro bij de vriendelijke sluis-mevrouw. Het lijkt wel of we elkaar allang kennen. We geven de geleende kaart terug en betalen voor de overnachting en douche in de Gastenhamn. Alweer zijn we de enige boot. We maken nog een lange wandeling langs de huizen in het bos met de gazons waar Zweden zo gek op zijn; Over de spoorbrug achter de vakantiehuisjes in het bos op de rotsen langs de kust van de Vänern. We zien de mevrouw van de Camping die gisteren het liggeld kwam innen met haar man aan de uitbreiding van hun vakantiehuisje, waarover ze gisteren vertelde, bouwen. Later komen we een oude Duitse mevrouw tegen die ons de weg wijst door het bos waar we vanaf een hoog punt over de Vänern kunnen uitkijken. Het uitzicht en de omgeving zijn geweldig, jammer dat het fototoestel aan boord is gebleven. We staan op grote glad afgesleten rotsen waarin de ijstijd-gletsjersporen duidelijk te zien zijn. Rondom en aflopend richting kust korte dennen en berken. We zien de grote verlaten loods en masten kraan van Köpmanhamn en de rots-eilandjes waar we het begin van de week doorheen voeren. De zon staat al laag en maakt lange schaduwen. De dagen worden snel korter en eerste tekenen van de herfst zijn al zichtbaar. Terug op Lena is de zon onder, met een extra trui aan eten we toch lekker in de kuip. Het is heerlijk stil.
Het adres voor de nieuwe blog (2010) staat op een nieuwe locatie!
http://www.zeilschiplena.blogspot.com
zaterdag 23 augustus 2008
vrijdag 22 augustus 2008
Kanaaltocht
Vrijdag 22 augustus; Håveruth
Tijdens het ontbijt worden we overvallen door de wespen. Dat krijg je met jam en marmelade op het brood.
Vandaag vieren we Jan's verjaardag met een boottocht van 5 uur, met lunch aan boord, door een stukje Dalslandskanaal (15 sluizen door). Terug gaan we met een dieseltrein uit de jaren vijftig. Om kwart voor elf staan we op de kade voor de trap van 4 sluizen naar het aquaduct, dat 10 meter hoger ligt, met een man of 15 te wachten op de kanaalboot die vanaf Köpmanbro vaart. (We hadden de tocht van gisteren dus eigenlijk niet hoeven maken) We zoeken een aardig plaatsje op het achterdek, ruimte genoeg, er kunnen 100 passagiers mee. De boot vaart niet onmiddellijk weg, er blijken nog twee busladingen bejaarden mee te moeten, waardoor de boot overvol raakt. Het is mooi weer en de stemming aan boord is goed. De boot is gemaakt op de afmetingen van de sluizen, het is knap hoe de schipper er in en uit vaart, zachtjes langs de palen die de boot beschermen tegen de keiharde granieten rotsen waarin de sluizen zijn uitgehakt. Het is een prachtige tocht en we hoeven zelf niet op de navigatie of het gedoe in de sluizen te letten, waardoor we de omgeving goed op ons in kunnen laten werken. De warme lunch wordt onderdeks geserveerd in twee groepen. Voor 10 euro pp kan je niet veel verwachten, het glas wijn van 4,50 smaakt wel. Halverwege legt de boot op de kop aan op een miniatuursteiger om de bejaarden van boord te laten gaan. Ze moeten de bussen weer in, jammer dat ze een mooi deel van de trip zullen missen. Het handjevol passagiers dat aan dek blijft heeft ineens alle ruimte. Op het voordek praten we met een ouder Zweeds echtpaar dat dit reisje als kerstcadeau van hun kinderen kreeg. Bij een grote papierfabriek liggen enorme stapels boomstammen, meters hoog en honderden meters lang opgetast; Zoiets hebben we nog nooit gezien. Het eindpunt van de reis is Bengtfors. Het is 10 minuten lopen naar het station vanwaar we in een half uur terug denderen naar Håveruth. Het is lang geleden dat we de cadans van de wielen op de railsstukken door de trein hoorden gaan. Ook de schommelingen zijn ons nog bekend uit de tijd dat de spoorwegen nog niet met perfecte uitlijning en laswerk aangelegd werden. Bij de overwegen wordt steeds luid getoeterd. We schieten langs de stammen van de papierfabriek en de meren waarover we vandaag voeren. De zon schijnt nog steeds. De treinreis had wat ons betreft nog wel even mogen duren. Bij Lena aan de steiger liggen twee motorboten die we onderweg bij een sluis zagen. Het is een groepje Noorse mannen die op de steiger Duitse Veux uit een plastic beker drinken. Ze bieden ons ook aan. Dat is het eerste dat Noren doen als ze hun boot hebben aangelegd zeggen ze. We slaan het vriendelijk af. In de kuip en de stank van de viskwekerij drinken we een glas koele witte wijn. De buren zijn zo vriendelijk om op verzoek de muziek uit de radio uit te zetten. Noren en Duitsers zijn niet erg geliefd bij de Zweden weten we inmiddels. De eersten omdat ze rijk zijn en alle mooie zomerhuisjes kopen en de tweeden omdat ze autoritair zijn en alles thuis beter hebben. De Nederlander van de camping komt nog even vissen met zijn zoontje. Wij doen de bonte was en de afwas in de tvatstuga (waterhuis) van de Camping waaraan we ook ons liggeld betalen. De verwarming van de buurboot staat de hele nacht te brommen, wij hebben geen last van de koele nachten als de temperatuur tot rond de 10 graden daalt.
Tijdens het ontbijt worden we overvallen door de wespen. Dat krijg je met jam en marmelade op het brood.
Vandaag vieren we Jan's verjaardag met een boottocht van 5 uur, met lunch aan boord, door een stukje Dalslandskanaal (15 sluizen door). Terug gaan we met een dieseltrein uit de jaren vijftig. Om kwart voor elf staan we op de kade voor de trap van 4 sluizen naar het aquaduct, dat 10 meter hoger ligt, met een man of 15 te wachten op de kanaalboot die vanaf Köpmanbro vaart. (We hadden de tocht van gisteren dus eigenlijk niet hoeven maken) We zoeken een aardig plaatsje op het achterdek, ruimte genoeg, er kunnen 100 passagiers mee. De boot vaart niet onmiddellijk weg, er blijken nog twee busladingen bejaarden mee te moeten, waardoor de boot overvol raakt. Het is mooi weer en de stemming aan boord is goed. De boot is gemaakt op de afmetingen van de sluizen, het is knap hoe de schipper er in en uit vaart, zachtjes langs de palen die de boot beschermen tegen de keiharde granieten rotsen waarin de sluizen zijn uitgehakt. Het is een prachtige tocht en we hoeven zelf niet op de navigatie of het gedoe in de sluizen te letten, waardoor we de omgeving goed op ons in kunnen laten werken. De warme lunch wordt onderdeks geserveerd in twee groepen. Voor 10 euro pp kan je niet veel verwachten, het glas wijn van 4,50 smaakt wel. Halverwege legt de boot op de kop aan op een miniatuursteiger om de bejaarden van boord te laten gaan. Ze moeten de bussen weer in, jammer dat ze een mooi deel van de trip zullen missen. Het handjevol passagiers dat aan dek blijft heeft ineens alle ruimte. Op het voordek praten we met een ouder Zweeds echtpaar dat dit reisje als kerstcadeau van hun kinderen kreeg. Bij een grote papierfabriek liggen enorme stapels boomstammen, meters hoog en honderden meters lang opgetast; Zoiets hebben we nog nooit gezien. Het eindpunt van de reis is Bengtfors. Het is 10 minuten lopen naar het station vanwaar we in een half uur terug denderen naar Håveruth. Het is lang geleden dat we de cadans van de wielen op de railsstukken door de trein hoorden gaan. Ook de schommelingen zijn ons nog bekend uit de tijd dat de spoorwegen nog niet met perfecte uitlijning en laswerk aangelegd werden. Bij de overwegen wordt steeds luid getoeterd. We schieten langs de stammen van de papierfabriek en de meren waarover we vandaag voeren. De zon schijnt nog steeds. De treinreis had wat ons betreft nog wel even mogen duren. Bij Lena aan de steiger liggen twee motorboten die we onderweg bij een sluis zagen. Het is een groepje Noorse mannen die op de steiger Duitse Veux uit een plastic beker drinken. Ze bieden ons ook aan. Dat is het eerste dat Noren doen als ze hun boot hebben aangelegd zeggen ze. We slaan het vriendelijk af. In de kuip en de stank van de viskwekerij drinken we een glas koele witte wijn. De buren zijn zo vriendelijk om op verzoek de muziek uit de radio uit te zetten. Noren en Duitsers zijn niet erg geliefd bij de Zweden weten we inmiddels. De eersten omdat ze rijk zijn en alle mooie zomerhuisjes kopen en de tweeden omdat ze autoritair zijn en alles thuis beter hebben. De Nederlander van de camping komt nog even vissen met zijn zoontje. Wij doen de bonte was en de afwas in de tvatstuga (waterhuis) van de Camping waaraan we ook ons liggeld betalen. De verwarming van de buurboot staat de hele nacht te brommen, wij hebben geen last van de koele nachten als de temperatuur tot rond de 10 graden daalt.
donderdag 21 augustus 2008
Zweden heeft geen Cafe's
Donderdag 21 augustus; Köpmanbro – Upperuth - Håveruth
Halverwege het ontbijt in het zonnetje, vluchten we voor een bui de kajuit in. Om 10 uur varen we de smalle sluis in met een geleende kaart van de sluiswachter. We komen een klein stukje waterkaart te kort, en voor die paar dagen dat we hier kunnen zijn is een nieuwe kaartenset te kostbaar. De doorvaart door de sluizen en overnachtingsplekken zijn toch al duur genoeg. Elke schutting kost 11 euro. We moeten 3x op en neer dat is dus al 66 euro. Het Dalslandskanaal (www.Dalslandskanal.se) kent 31 sluizen en is feitelijk maar 10 km lang. Maar met de tussenliggende meren zo'n 250 km totaal. Wij varen maar een klein stukje om een indruk te krijgen van dit Zweedse binnenland. De hulp van de sluiswachters is geweldig zij geven de landvasten aan die op de sluiskade zijn vastgemaakt, Dat maakt het schutten een stuk eenvoudiger. Dat zouden ze overal moeten doen.
Vlak bij de sluizen van Upperruth is een gastensteiger waar we aanleggen om even rond te kijken. Paraplu gaat mee wat niet overbodig bleek. We willen het Dallands kunstmuseum bezoeken een kwartiertje lopen. Het is maar een klein museum waar we binnen drie kwartier alles tweemaal hebben bekeken. Een paar oude meubels, en schilderijen en een expositie van hedendaagse Scandinavische aquarellisten. Toch de moeite van een bezoek waard. Dan lopen we op de terugweg het handverkhuset binnen. Goeie koffie en koek; verder vier verdiepingen met huisvlijt, prullaria en producten van de plaatselijke kunstenaars. Er zijn geen producten die ons aantrekken, het is allemaal nogal truttig, maar buiten giet het nog steeds. Hoewel het hier Upperuth heet, betekent dat niet dat het een dorp of plaatsje is. Dat zijn we al vaker tegengekomen: Als er enkele huizen of gebouwtjes op een beloopbare afstand van elkaar staan, heeft het een naam. Soms ook een bushalte maar verder is er volstrekt niets. Na twee uur hebben we alles dat hier te zien is gezien. We trekken onze zeilpakken aan want er dreigen buien. Die storten inderdaad uit de hemel als we nog maar even onderweg zijn naar de dubbele sluis waar we door moeten. De sluizen zijn 4 meter breed, Lena 3,50m. De minimale diepte is 1,80 Lena is 1,65. Dat lukt dus precies. Van de vriendelijke student die hier sluiswachter is horen we dat we nog een tijdje moeten wachten op een passagiersboot. Korte en hevige plensbuien krijgen we over ons heen als we zonder onze zeiljas, aan de andere kant van de sluizen staan te wachten en te praten. De oude kanaalboot die rondvaarten maakt door het Dallandskanaal past precies in de sluis, enkele cm's speling. We kunnen bij de kapitein onze plaatsen vast reserveren voor morgen. Als we eindelijk de sluis in kunnen varen, om vijf meter naar boven te komen, regent het onvoorstelbaar hard. Afrekenen kunnen we op de terugreis dan heeft havenmeesters moeder ook weer verse gerookte vis in haar miniatuur winkeltje op de sluis. Na de tweede sluis en de brug te zijn gepasseerd is het nog maar een kwartier varen naar de Gastehamn van Håveruth. Het weer klaart op, de zon gaat schijnen. In het meer zijn grote drijvende installaties waarin vis wordt gekweekt. De steiger waaraan wij moeten aanleggen ligt maar een paar honderd meter verder. Het stinkt geweldig en de pompen voor het voer maken lawaai. We zijn erg teleurgesteld maar er is geen alternatief. Håveruth is ook een plek van niks behalve dan het indrukwekkende 33.000 klinknagels tellende aquaduct. Het informatiecentrum in de hal van een voormalige papierfabriek valt bijzonder tegen, fietsen huren kan niet, het ene restaurant is kaal en leeg, het andere, waar we na een wandeling over het aquaduct willen gaan eten, sluit net zijn deur als we er binnen willen gaan. Het seizoen is over en er kan alleen nog geluncht worden. Het kleine kanaalmuseum is ook al gesloten.
Als we bij Lena, het enige schip aan de steiger, terugkomen, spelen een paar Nederlandse jongetjes op de steiger, hun vader staat te vissen. We drinken een biertje in de stank van de viskwekerij. Zweden heeft geen Cafe's.
Halverwege het ontbijt in het zonnetje, vluchten we voor een bui de kajuit in. Om 10 uur varen we de smalle sluis in met een geleende kaart van de sluiswachter. We komen een klein stukje waterkaart te kort, en voor die paar dagen dat we hier kunnen zijn is een nieuwe kaartenset te kostbaar. De doorvaart door de sluizen en overnachtingsplekken zijn toch al duur genoeg. Elke schutting kost 11 euro. We moeten 3x op en neer dat is dus al 66 euro. Het Dalslandskanaal (www.Dalslandskanal.se) kent 31 sluizen en is feitelijk maar 10 km lang. Maar met de tussenliggende meren zo'n 250 km totaal. Wij varen maar een klein stukje om een indruk te krijgen van dit Zweedse binnenland. De hulp van de sluiswachters is geweldig zij geven de landvasten aan die op de sluiskade zijn vastgemaakt, Dat maakt het schutten een stuk eenvoudiger. Dat zouden ze overal moeten doen.
Vlak bij de sluizen van Upperruth is een gastensteiger waar we aanleggen om even rond te kijken. Paraplu gaat mee wat niet overbodig bleek. We willen het Dallands kunstmuseum bezoeken een kwartiertje lopen. Het is maar een klein museum waar we binnen drie kwartier alles tweemaal hebben bekeken. Een paar oude meubels, en schilderijen en een expositie van hedendaagse Scandinavische aquarellisten. Toch de moeite van een bezoek waard. Dan lopen we op de terugweg het handverkhuset binnen. Goeie koffie en koek; verder vier verdiepingen met huisvlijt, prullaria en producten van de plaatselijke kunstenaars. Er zijn geen producten die ons aantrekken, het is allemaal nogal truttig, maar buiten giet het nog steeds. Hoewel het hier Upperuth heet, betekent dat niet dat het een dorp of plaatsje is. Dat zijn we al vaker tegengekomen: Als er enkele huizen of gebouwtjes op een beloopbare afstand van elkaar staan, heeft het een naam. Soms ook een bushalte maar verder is er volstrekt niets. Na twee uur hebben we alles dat hier te zien is gezien. We trekken onze zeilpakken aan want er dreigen buien. Die storten inderdaad uit de hemel als we nog maar even onderweg zijn naar de dubbele sluis waar we door moeten. De sluizen zijn 4 meter breed, Lena 3,50m. De minimale diepte is 1,80 Lena is 1,65. Dat lukt dus precies. Van de vriendelijke student die hier sluiswachter is horen we dat we nog een tijdje moeten wachten op een passagiersboot. Korte en hevige plensbuien krijgen we over ons heen als we zonder onze zeiljas, aan de andere kant van de sluizen staan te wachten en te praten. De oude kanaalboot die rondvaarten maakt door het Dallandskanaal past precies in de sluis, enkele cm's speling. We kunnen bij de kapitein onze plaatsen vast reserveren voor morgen. Als we eindelijk de sluis in kunnen varen, om vijf meter naar boven te komen, regent het onvoorstelbaar hard. Afrekenen kunnen we op de terugreis dan heeft havenmeesters moeder ook weer verse gerookte vis in haar miniatuur winkeltje op de sluis. Na de tweede sluis en de brug te zijn gepasseerd is het nog maar een kwartier varen naar de Gastehamn van Håveruth. Het weer klaart op, de zon gaat schijnen. In het meer zijn grote drijvende installaties waarin vis wordt gekweekt. De steiger waaraan wij moeten aanleggen ligt maar een paar honderd meter verder. Het stinkt geweldig en de pompen voor het voer maken lawaai. We zijn erg teleurgesteld maar er is geen alternatief. Håveruth is ook een plek van niks behalve dan het indrukwekkende 33.000 klinknagels tellende aquaduct. Het informatiecentrum in de hal van een voormalige papierfabriek valt bijzonder tegen, fietsen huren kan niet, het ene restaurant is kaal en leeg, het andere, waar we na een wandeling over het aquaduct willen gaan eten, sluit net zijn deur als we er binnen willen gaan. Het seizoen is over en er kan alleen nog geluncht worden. Het kleine kanaalmuseum is ook al gesloten.
Als we bij Lena, het enige schip aan de steiger, terugkomen, spelen een paar Nederlandse jongetjes op de steiger, hun vader staat te vissen. We drinken een biertje in de stank van de viskwekerij. Zweden heeft geen Cafe's.
woensdag 20 augustus 2008
Dalslandskanaal
Woensdag 20 augustus; Köpmanhamn - Köpmanbro
Tussen de buien door maakt Jan nog foto's van de loodsen en het oud-roest en ruimt de verregende resten van de barbecue op. Rond het middaguur vertrekken we richting Köpmanbro de eerste sluis van het Dalslandskanaal waar een steiger is voor de nacht. Het is maar een klein stukje verderop, kwartier hooguit. Er moet wel een spoorbrug voor ons open. Een wolkbreuk breekt los terwijl we aan de wachtsteiger aanleggen. De brug wordt op afstand bediend; via de intercom op de steiger melden we ons. Er is een probleem met de bediening, ze sturen er monteurs op af, dat kan drie kwartier duren. We zien ze aan het werk en tussen de buien door maakt Jan een praatje met ze. Nadat nog een trein is gepasseerd draait de brug open en liggen we vijf minuten later aan de steiger voor de sluis. Een vriendelijke sluiswachter(es? Vrouw) maakt een praatje, ze raad ons aan om een tocht met een kanaal-passagiersboot te maken. Zaterdag is het de laatste vaart van dit seizoen. We blijven vannacht hier aan de gastensteiger liggen en varen morgen verder. We krijgen de sleutel voor de douche en WC en kunnen morgen de verdere zaken regelen. In het vakantieseizoen schijnt het hier een drukte vanjewelste te zijn, nu is het een volstrekt verlaten plek. Het is koud en het blijft regenen. Na het scrabbelen worden we nog vaak wakker van de stortbuien op het dek.
Tussen de buien door maakt Jan nog foto's van de loodsen en het oud-roest en ruimt de verregende resten van de barbecue op. Rond het middaguur vertrekken we richting Köpmanbro de eerste sluis van het Dalslandskanaal waar een steiger is voor de nacht. Het is maar een klein stukje verderop, kwartier hooguit. Er moet wel een spoorbrug voor ons open. Een wolkbreuk breekt los terwijl we aan de wachtsteiger aanleggen. De brug wordt op afstand bediend; via de intercom op de steiger melden we ons. Er is een probleem met de bediening, ze sturen er monteurs op af, dat kan drie kwartier duren. We zien ze aan het werk en tussen de buien door maakt Jan een praatje met ze. Nadat nog een trein is gepasseerd draait de brug open en liggen we vijf minuten later aan de steiger voor de sluis. Een vriendelijke sluiswachter(es? Vrouw) maakt een praatje, ze raad ons aan om een tocht met een kanaal-passagiersboot te maken. Zaterdag is het de laatste vaart van dit seizoen. We blijven vannacht hier aan de gastensteiger liggen en varen morgen verder. We krijgen de sleutel voor de douche en WC en kunnen morgen de verdere zaken regelen. In het vakantieseizoen schijnt het hier een drukte vanjewelste te zijn, nu is het een volstrekt verlaten plek. Het is koud en het blijft regenen. Na het scrabbelen worden we nog vaak wakker van de stortbuien op het dek.
dinsdag 19 augustus 2008
afscheid van Svegön
Dinsdag 19 augustus; Svegön - Köpmanhamn

Ondanks de kille wind en het waterige zonnetje ontbijten we in de kuip. Zowaar breekt de zon later echt door. We maken -voor het eerst deze reis- met de videocamera een wandeling over het eiland. Dit wordt ons laatste bezoek, we zijn hier veel geweest de afgelopen drie weken. De camera heeft sinds die was uitgeleend vervelende kuren, nooit meer doen dus. Straks thuis toch maar opsturen naar Sony. Als we bij Lena terugkomen betrekt de lucht alweer. Na de tweede koffie en het in kaart brengen van de tocht varen we tegen de wind in weg. De hele toch zal de wind tegenzitten. We varen tussen de scheren en de kust door naar het zuiden, waar we volgens de kaart de redelijk beschutte ankerplaats Vingenshamn vinden. Na ruim anderhalf uur, als we voor de keus staan de koers te vervolgen of het alternatief Sunnanå te kiezen, doen we dat laatste. Het weer is somber en buiig, we vertrouwen het niet om op een eenzame plek tussen de scheren te ankeren. In een bui kan de wind erg toenemen. Sunnanå ligt ruim twee uur verderop. We zijn er in mei geweest en vonden er weinig aan, maar het is veilig bij slecht weer. Pas na een uur hoeven we weer tussen enkele rotsblokken door. De automatische piloot kan aan en we hebben ruim de tijd voor een lunch. We stellen het alternatieve plan bij en kiezen voor de kade van een vervallen scheepswerf aan de ingang van het Dalslandskanaal (www.Dalslandskanal.se) Het ligt even buiten de route, maar het lijkt ons leuker. Ook kunnen we dan komende dagen misschien een stuk van die omgeving, die bij Zweden erg in trek is in de zomer, verkennen.
Van ver kunnen we de oude grijze houten loods op het eiland van de scheepswerf zien. Om vier uur liggen we aan de hoge oude kademuur van grote blokken graniet onder een oude hoge mastkraan. Er liggen twee grote schepen te verroesten, verder is het eiland opgeruimd en verlaten. Er staan een paar lieren en er ligt spoorrails. Langzaam neemt de natuur weer bezit van het werkterrein. We lopen over grote, door de ijstijden glad gepolijste bijna horizontale rotsen die de omgeving kenmerken.
Ondanks het dreigende weer maken we op een paar stenen op de kademuur zittend een barbecue. Als het eten bijna gaar is, begint het te regenen. Henneke in regenpak roostert de laatste worstjes en Jan versjouwd de rest de kuip in waar we even later in de luwte van de buiskap heerlijk eten. Zolang het maar hard genoeg blijft waaien zitten we droog.

Ondanks de kille wind en het waterige zonnetje ontbijten we in de kuip. Zowaar breekt de zon later echt door. We maken -voor het eerst deze reis- met de videocamera een wandeling over het eiland. Dit wordt ons laatste bezoek, we zijn hier veel geweest de afgelopen drie weken. De camera heeft sinds die was uitgeleend vervelende kuren, nooit meer doen dus. Straks thuis toch maar opsturen naar Sony. Als we bij Lena terugkomen betrekt de lucht alweer. Na de tweede koffie en het in kaart brengen van de tocht varen we tegen de wind in weg. De hele toch zal de wind tegenzitten. We varen tussen de scheren en de kust door naar het zuiden, waar we volgens de kaart de redelijk beschutte ankerplaats Vingenshamn vinden. Na ruim anderhalf uur, als we voor de keus staan de koers te vervolgen of het alternatief Sunnanå te kiezen, doen we dat laatste. Het weer is somber en buiig, we vertrouwen het niet om op een eenzame plek tussen de scheren te ankeren. In een bui kan de wind erg toenemen. Sunnanå ligt ruim twee uur verderop. We zijn er in mei geweest en vonden er weinig aan, maar het is veilig bij slecht weer. Pas na een uur hoeven we weer tussen enkele rotsblokken door. De automatische piloot kan aan en we hebben ruim de tijd voor een lunch. We stellen het alternatieve plan bij en kiezen voor de kade van een vervallen scheepswerf aan de ingang van het Dalslandskanaal (www.Dalslandskanal.se) Het ligt even buiten de route, maar het lijkt ons leuker. Ook kunnen we dan komende dagen misschien een stuk van die omgeving, die bij Zweden erg in trek is in de zomer, verkennen.

Van ver kunnen we de oude grijze houten loods op het eiland van de scheepswerf zien. Om vier uur liggen we aan de hoge oude kademuur van grote blokken graniet onder een oude hoge mastkraan. Er liggen twee grote schepen te verroesten, verder is het eiland opgeruimd en verlaten. Er staan een paar lieren en er ligt spoorrails. Langzaam neemt de natuur weer bezit van het werkterrein. We lopen over grote, door de ijstijden glad gepolijste bijna horizontale rotsen die de omgeving kenmerken.

Ondanks het dreigende weer maken we op een paar stenen op de kademuur zittend een barbecue. Als het eten bijna gaar is, begint het te regenen. Henneke in regenpak roostert de laatste worstjes en Jan versjouwd de rest de kuip in waar we even later in de luwte van de buiskap heerlijk eten. Zolang het maar hard genoeg blijft waaien zitten we droog.
maandag 18 augustus 2008
Svegön (alweer)
Maandag 18 augustus; Åmål - Svegön
De zonnige dag die gisteren voorzegt was, blijkt nog lang niet als we bijtijds opstaan om onze tocht naar het einde van de reis voort te zetten. Het regent. Tegen de middag wordt het een beetje droog maar erg dicht bewolkt. We besluiten op weg te gaan. Te weinig wind om lekker te zeilen. Op Svegön leggen we nu voor de vierde keer aan. We lezen wat en eten ons chagrijn weg met Gado-Gado, veel afwas. Morgen zien we wel verder.
De zonnige dag die gisteren voorzegt was, blijkt nog lang niet als we bijtijds opstaan om onze tocht naar het einde van de reis voort te zetten. Het regent. Tegen de middag wordt het een beetje droog maar erg dicht bewolkt. We besluiten op weg te gaan. Te weinig wind om lekker te zeilen. Op Svegön leggen we nu voor de vierde keer aan. We lezen wat en eten ons chagrijn weg met Gado-Gado, veel afwas. Morgen zien we wel verder.
zondag 17 augustus 2008
Saaie dag
Zondag 17 augustus; Åmål
Het weer en de wind zijn gunstig vandaag om zeilend naar Sandon of Luro te gaan en daarmee de terugreis aan te vangen om uiteindelijk over twee weken de boot achter te laten. Proviand voor twee weken is aan boord. Na de douche en het ontbijt maakt Jan het schip klaar en tankt water. Henneke vertrouwt het weer helemaal niet. Het is somber en in het oosten hangen zwarte wolken. We lopen naar het museum vanwaar we ver over het meer kunnen kijken. Het ziet er niet geweldig uit geeft Jan haar toe. Ook is de weersvoorspellingen niet erg te vertrouwen de laatste tijd en zijn we een paar keer stevig geschrokken van plotselinge omslag. We besluiten om niet te varen vandaag. Jan pakt de zeilen weer in en leest de krant op internet. Het is nog steeds pruimentijd in Nederland, geen interessant nieuws, teveel sport ook. We drinken nog een koffie en maken er een saaie dag van. Jan wil niet eens meer wandelen. Hen maakt 's avonds en quiche met verse zalm en de stemming stijgt weer. De zon gaat iedere dag merkbaar vroeger onder. Nu al om 10 voor negen. De hemel is fel roze gekleurd. Het gaat regenen en we spelen Scrabble. Achteraf bezien hadden we kunnen zeilen. Maar ja, als je alles vooruit weet....
Het weer en de wind zijn gunstig vandaag om zeilend naar Sandon of Luro te gaan en daarmee de terugreis aan te vangen om uiteindelijk over twee weken de boot achter te laten. Proviand voor twee weken is aan boord. Na de douche en het ontbijt maakt Jan het schip klaar en tankt water. Henneke vertrouwt het weer helemaal niet. Het is somber en in het oosten hangen zwarte wolken. We lopen naar het museum vanwaar we ver over het meer kunnen kijken. Het ziet er niet geweldig uit geeft Jan haar toe. Ook is de weersvoorspellingen niet erg te vertrouwen de laatste tijd en zijn we een paar keer stevig geschrokken van plotselinge omslag. We besluiten om niet te varen vandaag. Jan pakt de zeilen weer in en leest de krant op internet. Het is nog steeds pruimentijd in Nederland, geen interessant nieuws, teveel sport ook. We drinken nog een koffie en maken er een saaie dag van. Jan wil niet eens meer wandelen. Hen maakt 's avonds en quiche met verse zalm en de stemming stijgt weer. De zon gaat iedere dag merkbaar vroeger onder. Nu al om 10 voor negen. De hemel is fel roze gekleurd. Het gaat regenen en we spelen Scrabble. Achteraf bezien hadden we kunnen zeilen. Maar ja, als je alles vooruit weet....
Abonneren op:
Reacties (Atom)
