(vervolg)
De avond liep anders dan we verwachten; Na de hele dag binnenzitten en een beetje aan te rommelen,wilden we na het avondeten toch even de benen strekken. De lucht was opgeklaard en het was droog. Op de veranda voor het houten gebouwtje van de zeilvereniging zaten twee mannen die ons aanspraken over Lena en Holland (zoals ze Nederland hier noemen). Ze wilden ons een biertje aanbieden, we hadden geen geld zeiden we en konden met ons plastic ook nergens geld krijgen. Blijkt dat ze in het clubhuis wel kunnen pinnen. Met een voorraad kronen op zak hebben we nog een leuke avond in de buitenlucht met die lui beleefd. Ze spraken gelukkig Engels. Ze waren het er met ons over eens dat Denen veel drinken en nog veel meer roken. Juist die dag was er een rookverbod voor de horeca ingegaan. Ze verwachtten er niets van en namen nog een biertje en staken de zoveelste sigaret op. Op de picknicktafels buiten zie je overal omgekeerde bloempotten in een schaaltje staan, dat zijn de asbakken. Waaien de peuken niet om je oren en zie je ook niet hoeveel er al in de pot liggen. Het wordt iedere dag sneller donker. Op een bewolkte avond als deze is het om 10 uur donker, we stappen op, de eerste druppels van een flinke bui vallen alweer.
Het heeft weer flink gewaaid vannacht, in bed luisteren we naar het weerbericht. Voor de derde opeenvolgende dag zijn er voor het hele gebied waarschuwingen voor buien, harde wind en storm uit het zuiden. Die richting is gunstig, maar de afspraak is dat met een waarschuwing we niet uitvaren. Beetje balen, er is niets te beleven op het eiland met 1200 zomerhuisjes. Jan koopt nog maar eens een paar verse scholletjes bij de visser, en we drinken nog maar een extra kopje koffie. Er schijnt een waterig zonnetje en het lijkt minder te waaien dan gisteren. We zijn het er snel overeens dat we wel weg kunnen. Het is een gunstig voor-de-winds rak en geen lange tocht naar Hundested waar we een week eerder ook waren. Vanaf die plaats is Hillerot, waar het paleis staat waar zondag het concert van Jan en Jisca cs. met de trein te bereiken, ook ligt het op de route naar Kopenhagen waarheen we terug moeten volgende week. We draaien zonder problemen van de steiger aan lage wal weg de pittige golven in die recht de haven in rollen. Het bezaanzeil gaat omhoog en als we bijdraaien de vaargeul in gaan ook de fokken op. We zeilen weer en maken aardige voortgang. Verder, op het Isefjord nemen wind en golven toe. We hannessen veel met de voorzeilen die door het gieren van het schip niet mooi in de wind blijven staan. Het grootse deel varen we met alleen de fok en bezaan gemiddeld 4 knopen.
Een uur voor de haven gaat ook de fok in, de golven achterop zijn dan al 1 - 1,5 meter. Het vaarwater wordt smaller en alle water moet hier doorheen, er is schuim in lange strepen over het water. Een flinke kustvaarder komt ons achterop, het eerste schip dat we tegenkomen op onze tocht van bijna 4 uur. We draaien de haven binnen en vinden weer een plekje aan de nieuwe steiger waar we eerder lagen. Er is flink aan doorgewerkt afgelopen week. We liggen dicht bij de havenmonding waar flinke deining staat. Jan en Jiska zijn in Denemarken aangekomen en druk aan het repeteren met het ansemble, morgenmiddag hun eerste concert en daarna komen ze met de trein naar ons toe. Wij gaan, tussen de buien door, vast de eerste boodschappen in huis halen. De bank en winkels weten we te vinden. Het valt ons direkt op dat de vakanties zijn afgelopen, het was hier zo'n gezellige boel langs de haven, nu zijn de terrassen verlaten en sommige eethuisjes alleen nog in het weekend open. Ons avondeten bestaat uit een onovertroffen lekkere schol, die is nog beter dat de vorige keer omdat we weer verse boter hebben en het visbakken beter in de vingers. Spinazie erbij, we missen de aardappels toch wel, die zijn hier ook zo lekker!
We plotten de reis door het Kattegat voor de komende dagen. Als het weer morgen gunstig is, wat niet waarschijnlijk is, kunnen we misschien een haven verderop. Anders gaan we zaterdag of maandag, er is nog ruim tijd.
Een uur voor de haven gaat ook de fok in, de golven achterop zijn dan al 1 - 1,5 meter. Het vaarwater wordt smaller en alle water moet hier doorheen, er is schuim in lange strepen over het water. Een flinke kustvaarder komt ons achterop, het eerste schip dat we tegenkomen op onze tocht van bijna 4 uur. We draaien de haven binnen en vinden weer een plekje aan de nieuwe steiger waar we eerder lagen. Er is flink aan doorgewerkt afgelopen week. We liggen dicht bij de havenmonding waar flinke deining staat. Jan en Jiska zijn in Denemarken aangekomen en druk aan het repeteren met het ansemble, morgenmiddag hun eerste concert en daarna komen ze met de trein naar ons toe. Wij gaan, tussen de buien door, vast de eerste boodschappen in huis halen. De bank en winkels weten we te vinden. Het valt ons direkt op dat de vakanties zijn afgelopen, het was hier zo'n gezellige boel langs de haven, nu zijn de terrassen verlaten en sommige eethuisjes alleen nog in het weekend open. Ons avondeten bestaat uit een onovertroffen lekkere schol, die is nog beter dat de vorige keer omdat we weer verse boter hebben en het visbakken beter in de vingers. Spinazie erbij, we missen de aardappels toch wel, die zijn hier ook zo lekker!We plotten de reis door het Kattegat voor de komende dagen. Als het weer morgen gunstig is, wat niet waarschijnlijk is, kunnen we misschien een haven verderop. Anders gaan we zaterdag of maandag, er is nog ruim tijd.
Vrijdag 17 augustus Hundested
Nog steeds veel wind vanochtend en de voorspellingen zijn er ook niet beter op geworden. Dus de boot opruimen en een beetje schoonmaken. Daarna de rest van de boodschappen doen voor vanavond als Jan en Jiska met een engelse collega-cellist, die Bob heet, komen. We halen bij een rokerij heerlijke visjes en eten daarvan bij de lunch de moddervette paling op. De wind ruimt en komt nu recht de kajuit in, ook deinen we steed meer. We willen het schip verleggen naar de andere kant van de steiger en omdraaien. Dat is een maneuvre die in de kleine ruimte met ongunstige wind en onrustig water niet eenvoudig is; Jan vaart het schip om, Hen blijft op de steiger om de landvasten aan te pakken en dat gaat maar net goed. Bij zulke harde wind is voor het touwwerk meer behendigheid en kracht nodig.
Nu liggen we rustiger. Dat is ook beter voor ons bezoek die avond, ze hebben nog geen zeebenen en na een Prosecco in de tochtige kuip zitten we de rest van de avond met ze binnen. We hebben ze om zes uur van de trein gehaald, een merkwaardige ervaring. Het is net alsof wij hier wonen en thuis horen, terwijl we ook maar op doorgang zijn in de haven. Vanaf het station naar de boot is een kwartiertje lopen, zij vinden het stadje veel leuker dan Hillerod waar ze nu verblijven en 's middags een klein concert gaven in het kasteel bij de opening van de tentoonstelling van de schilder Pieter Isaacsz. Het concert ging goed en ze zijn blij dat de kop er af is, ze vertellen over het kasteel en de enorme grote, barokke 16e eeuwse zaal waar het plaatsvond. Het kasteel is nu een museum over het Deense hof en geschiedenis. Ze repeteerden met het ensemble terwijl de bezoekers rondliepen. Met hun oude muziek werden ze bijna deel van de expositie. Jan verteld hoe bijzonder het is dat de klep van de clavecimbel van Sweelinck deel uit maakt van de expositie omdat die beschilderd is door Pieter Isaacsz. Op het concert voor zondag staat ook een stuk van Sweelinck. We hebben een uitermate gezellige avond met elkaar en tegen dat het donker wordt brengen we het gezelschap weer naar de trein. Ze maken het niet laat want morgen moet er alweer vroeg hard gerepeteerd worden. Terug op Lena doen we de enorme afwas en genieten nog even na van de heerlijke stilte die rest na zo'n avond met enthousiaste en betrokken jonge mensen.
Nu liggen we rustiger. Dat is ook beter voor ons bezoek die avond, ze hebben nog geen zeebenen en na een Prosecco in de tochtige kuip zitten we de rest van de avond met ze binnen. We hebben ze om zes uur van de trein gehaald, een merkwaardige ervaring. Het is net alsof wij hier wonen en thuis horen, terwijl we ook maar op doorgang zijn in de haven. Vanaf het station naar de boot is een kwartiertje lopen, zij vinden het stadje veel leuker dan Hillerod waar ze nu verblijven en 's middags een klein concert gaven in het kasteel bij de opening van de tentoonstelling van de schilder Pieter Isaacsz. Het concert ging goed en ze zijn blij dat de kop er af is, ze vertellen over het kasteel en de enorme grote, barokke 16e eeuwse zaal waar het plaatsvond. Het kasteel is nu een museum over het Deense hof en geschiedenis. Ze repeteerden met het ensemble terwijl de bezoekers rondliepen. Met hun oude muziek werden ze bijna deel van de expositie. Jan verteld hoe bijzonder het is dat de klep van de clavecimbel van Sweelinck deel uit maakt van de expositie omdat die beschilderd is door Pieter Isaacsz. Op het concert voor zondag staat ook een stuk van Sweelinck. We hebben een uitermate gezellige avond met elkaar en tegen dat het donker wordt brengen we het gezelschap weer naar de trein. Ze maken het niet laat want morgen moet er alweer vroeg hard gerepeteerd worden. Terug op Lena doen we de enorme afwas en genieten nog even na van de heerlijke stilte die rest na zo'n avond met enthousiaste en betrokken jonge mensen.Zaterdag 18 augustus Hundested - Gileleje
Er is nog wel veel wind vanmorgen, maar uit het westen. We besluiten om toch weg te gaan. Het zonnetje schijnt en we willen proberen om de 37 mijl naar Helsingor te varen vandaag. Dat lijkt aanvankelijk wel mogelijk, want we varen bijna 5 knopen. Dat is dan 8 uur varen. Maar verderop gekomen op het Kattegat worden de achteropkomende golven weer erg hoog en rollen regelmatig onder het schip door. Het is moeilijk om de wind in de zeilen te houden de fok maakt soms harde klappen als we na een duik in de golven weer omhoog komen. De gemiddelde voortgang is nog maar 3,5 Kn, dat is minstens 10 uur zeilen en tegen het donker aankomen. Er zijn twee mogelijke tussenstops, de eerste is precies op de helft. We zien wel hoever we komen vandaag. Om ons heen zijn de golven zeker 1,5m hoog en overal witte schuimkragen, we sturen met de hand, want de automaat reageert niet snel genoeg op de heftige bewegingen van de boot. Het is niet koud in de zon er zijn meer schepen op het water, ze varen allemaal sneller dan wij. Jan wil proberen koffie te zetten. Dat lukt gedeeltelijk, bij het inschenken van de melk in het tweede kopje gaat de hele boel door de kajuit, er ontstaat een smerige ravage. Als we een uur later in de kuip onze roggebrood met haring eten, zien we de zoetzure beesten als vliegende vissen uit de emmer opstijgen en her en der in de kuip belanden. Toch eten we met smaak en genieten we van deze ietwat ongemakkelijke tocht. De fok is al binnengehaald en het grootzeil en de bezaan staan ieder een kant op, geborgt door een z.g. bulletalie die voorkomt dat een valse gijp de giek onverwacht doet overkomen. We varen steeds langzamer de wind neemt snel af, de golven nog lang niet. Het Kattegat is een groot en berucht water. We zien de wolken achter ons samentrekken, een slecht voorteken. Kiezen het zekere voor het onzekere en verleggen de koers naar de haven van Gileleje.
Daar meren we tegen vijven aan in een box, het is donker, de bui drijft over. Henneke heeft erge last van haar buik, we lopen nog een rondje, misschien heeft ze teveel dubbel gezeten op het schommelende schip. Kopen muntjes voor de douche (duur hier: 1,40 Euro).
Op een groot gasveld bij de haven zijn een honderdtal mensen verzameld, veel zijn verkleed in klederdracht en kleding uit een vorige eeuw. Er wordt een openluchtspel opgevoerd waaraan ook een grote melkkoe deelneemt. We begrijpen nog steeds weinig van de taal, jammer. De groep verplaatst zich door het stadje, we komen ze later op een andere plek tegen aan de kust. Met een bord eten bij een grote tent waar een eenzame cellist tegen het decor van een span paarden voor een kar een sonate van Bach misvormt. De versterking door luidsprekers maakt het nog erger. We staan op een afstand te kijken naar een beeld dat aan de films van Fellini doet denken. Even later zien we het affiche bij de voorstelling: "Kierkegaard in Gilleleje", vandaag en morgen 20.00 uur. Weten we dat ook weer. Bij het station noteren we 9.47 uur, de vertrektijd voor morgen naar het kasteel in Hillerod.
Daar meren we tegen vijven aan in een box, het is donker, de bui drijft over. Henneke heeft erge last van haar buik, we lopen nog een rondje, misschien heeft ze teveel dubbel gezeten op het schommelende schip. Kopen muntjes voor de douche (duur hier: 1,40 Euro).Op een groot gasveld bij de haven zijn een honderdtal mensen verzameld, veel zijn verkleed in klederdracht en kleding uit een vorige eeuw. Er wordt een openluchtspel opgevoerd waaraan ook een grote melkkoe deelneemt. We begrijpen nog steeds weinig van de taal, jammer. De groep verplaatst zich door het stadje, we komen ze later op een andere plek tegen aan de kust. Met een bord eten bij een grote tent waar een eenzame cellist tegen het decor van een span paarden voor een kar een sonate van Bach misvormt. De versterking door luidsprekers maakt het nog erger. We staan op een afstand te kijken naar een beeld dat aan de films van Fellini doet denken. Even later zien we het affiche bij de voorstelling: "Kierkegaard in Gilleleje", vandaag en morgen 20.00 uur. Weten we dat ook weer. Bij het station noteren we 9.47 uur, de vertrektijd voor morgen naar het kasteel in Hillerod.
Zondag 19 augustus Gileleje (Hillerod)
Vroeg op, nette kleertjes aan voor het concert. Aan het einde van de steigers, waar het grindpad begint ervaart Hen dat haar nieuwe, nooitgedragen luxe muiltjes minder geschikt zijn om op door te lopen over dit stenige tapijt. Jan wil nog wel in een loppasje terug om een paar stevige stappers en plastic tas te halen, maar de angst om weer een trein te missen zit er nog een beetje in. Ze strompelt door het gras verder en op de weg gekomen blijkt dat stevig doorlopen ook niet echt gaat, de buikpijn verergert de boel. De tijd om ter station te geraken is tweemaal die van gisteren. Het voertuig staat al met draaiende dieselmotor aan het perron als wij voor de dichte spoorbomen geacht worden te wachten tot het voorbij rijdt. We snieken om het rood-witte hout heen. Jan sprint naar de nog groen knipperende drukknop van de deur die open zucht en hij posteert zich als insmijter breeduit in de opening waar een rood lampje en een alarmerend piepen hem op andere gedachten moeten brengen. Als de deur zich achter Henneke sluit vertrekt de trein en proberen we kaartjes uit de automaat te halen, wat Jan fout doet en waardoor later op de eindbestemming, waar een echt loket is, de biljetjes weer moeten worden omgewisseld.
Vanuit de trein zien we voor het eerst iets van het binnenland van Sjaeland. Kleine heuvels met vooral graanakkers afgewisseld door bosjes. Ook rijden we door een groter bos met meren. Het is een boemeltrein die niet zo snel rijdt en vaak stopt in kleine plaatsen met vooral houten huizen. Het is erg rustig op deze zondagmorgen. Het is nog een kwartier lopen (voor ons dus iets langer) naar het kasteel dat Christiaan IV liet bouwen. Wat wij van Hillerod te zien krijgen is niet erg aantrekkelijk. Langs de achterkanten van kantoren en een paar huizenblokken, via een verkeerstraat met buitenlandse cafetaria's en door een winkelstraat; altijd troosteloos als alles gesloten is, komen we op een plein dat opnieuw rustiek bekeit gaat worden rond een modern italiaans koffiehuis.
In de verte achter de slotvijver zien we het kasteel Frederksborg liggen. Een enorm Scandinavisch-Barok bakstenen gebouw met groene koperen daken en bijgebouwen binnen een slotgracht. Daarachter tegen een licht glooiende helling de enorme kasteeltuinen. Op het binnenplein staat een imposante fontijn met bronzen leeuwen en blote figuranten water te spuiten. We laten de invitatie van de Nederlandse Ambassadeur zien en kunnen gratis naar binnen. Alles aan en in dit kasteel is overweldigend van vorm en hoeveelheid. Niks geen protestantse bescheidenheid maar veel pracht, praal en prots. We hebben nog een paar uur de tijd om alles op ons gemak te bekijken. We sjouwen de vele zalen en drie verdiepingen af waar elke meter muur is bedekt met portretten die rijkdom en zelfingnomenheid of leegheid uitstralen. Zoals dat hoort bij de macht, statuur en statie. Veel meubels, kisten en kasten uit elke tijdsperiode, dito zilverwerk, porcelein, horloges, miniaturen. Bedenk het maar en je vind het in dit nationale historische pakhuis van rijkdom. Hen vallen vooral de mooie vloeren en enorme gobelins op. Het museum is goed bezocht, ook door groepen. We zien ze rond Chinese, Russische en Engelse gidsen drommen.
En dan horen we Brechtje blokfluit spelen, een paar zalen verderop staat ze voor het raam met de rug naar het publiek zich in te spelen. Ook horen we Jiska op haar viool hetzelfde doen, we maken een kort praatje met haar. Jan stemt het clavecimbel in de grote ridderzaal. Het plafond is kleurrijk geornamenteerd en gebeeldhoud. De vloer is marmer en de wanden zijn gobelin. Hier hangen meer dan levensgrote schilderijen met vorstelijke personen. De zaal wordt soms ook door de huidige koninklijke familie gebruikt voor officiele toestanden. Hij ziet het concert en zij twee soli met vertrouwen tegemoed, terecht is hij er trots op en blij mee om in deze ambiance te mogen werken. Buiten spreken we Bob die even een luchtje wil scheppen, hij is geimponeerd door het gebouw. Na koffie met taart bekijken we in een andere vleugel de expositie van Pieter Isaacsz. Mooie opstelling, goed gedocumenteerd en bescheiden. Op tijd beklimmen we de grote wenteltrappen waar de tientalle, misschien wel honderden, wapenschilden van 's konings ridders (knechten) de muren sieren naar de tweede verdieping waar de ridderzaal is. Die is inmiddels gesloten voor publiek en we worden naar beneden gegids om via de binnenplaats naar een andere, speciale ingang met wenteltrap naar de zaal voor het concert. De ambasadeur en zijn vrouw schudden andere hotemetoten met hun vrouw of man de hand. Wij vallen in onze zondagse pakjes niet op tussen de deux-pieces en costumes. Eenmaal boven, Henneke kan bijna niet meer van al dat trappenlopen en (nog steeds) buikpijn, Blijken de eerste paar rijen gereserveerd voor uitsluitend ambasadeurs. Wij zijn maar gewoon uit het volk en vooraanzitten betekent dan op de vijfde rij, wat geen slechte score is met nog 15 rijen achter ons. 
Hen is nerveus, zal dat oorzaak van de buikklachten verklaren? Zeer nerveus, hoe zullen ze, en vooral haar Jan, het er vanaf brengen? Maar eerst nog een toespraak van de Ambasadeur die eraan herinnert dat Beatrix hier een paar jaar geleden op uitnodiging van haar Deense collega's naar een vergelijkbaar concert luisterde. Worden wij hier nu belangrijker door? of moeten we hier trots op wezen? of was dat een belangrijk historisch moment voor de volkeren, vragen we ons af. Dat moeten we naar afloop onder de borrel maar even bespreken met de betreffende ambsdragers. Dan komt het ensemble "Petillant" door de zijdeur binnen, bescheiden welkomst applaus door een gedecideerd publiek, stilte, concentratie:
Het clavecimbel zet helder en krachtig het spel in, het voorschot wordt direct opgepakt door de fluit, de cello en viool staan op scherp en strijken even later het kwartet naar de hoogtepunten van dit eerste deel van deze driedelige suite. Welwillend applaus van het gehoor. Jan geeft een korte inleiding op zijn Sweelinck intermezzo (Moro palatino) en verwijst naar het beschilderde deksel in de expositie: Zijn spel gaat erin als een ijsje in een Deen: Applaus!
En zo gaat het kwartet nog een uurtje door, tussendoor een uitleg en afwisseling in samenstelling. Vooral melodieus, licht, muzikaal en zomers. Het klink lekker in deze zaal, droger dan verwacht waardoor de instrumenten en het individuele spel goed te onderscheiden zijn en de balans is bijna steeds in orde. Het publiek luisterd met aandacht maar blijft gereserveerd en op afstand. Dat is voor de musici jammer, ze trekken er stevig aan, soms even komen de voeten even van de vloer in de zaal. Het slotapplaus geeft duidelijkheid, men heeft waardering voor wat hier ten gehore werd gebracht. Er wordt nog even nagepraat, Henneke is trots.
We missen een glas wijn en een garnituurtje, misschien armoede op de Nederlandse ambassade? Als wij mensen uitnodigen gaat het er anders aan toe. Even later zitten we met z'n allen buiten op een terras na te praten. De groep is nog een beetje aangegroeid met een paar bekenden van Brechtje. Een paar mensen maken nog een compliment op het concert, gelukkig maar, de zon schijnt ook nog. Nog een rondje en betalen; Taxi wordt gebeld; Iedereen zijns weegs.
Wij ook lopen naar de trein van zesuurtien. Hen's buik gaat wel weer, we eten een waardeloze pizza met een bijpassende wijn in de haven. Naast Lena ligt een duitse boot waarop een vriendelijk echtpaar vijf maanden weg is. Leve het pensioen roepen ze. Maandenlang hebben ze de scherenkust van Zweden bezeild. Wij misschien volgend jaar. Dan de kajuit in alles dicht tegen de muggen, pitje aan, mooie kleertjes en -eindelijk- schoenen uit en languit op de bank bijkomen van een bijzondere dag. Dit concert was het enige concrete doel geweest in onze reis van drie maanden; en we hebben het maar mooi gedaan.
Vanuit de trein zien we voor het eerst iets van het binnenland van Sjaeland. Kleine heuvels met vooral graanakkers afgewisseld door bosjes. Ook rijden we door een groter bos met meren. Het is een boemeltrein die niet zo snel rijdt en vaak stopt in kleine plaatsen met vooral houten huizen. Het is erg rustig op deze zondagmorgen. Het is nog een kwartier lopen (voor ons dus iets langer) naar het kasteel dat Christiaan IV liet bouwen. Wat wij van Hillerod te zien krijgen is niet erg aantrekkelijk. Langs de achterkanten van kantoren en een paar huizenblokken, via een verkeerstraat met buitenlandse cafetaria's en door een winkelstraat; altijd troosteloos als alles gesloten is, komen we op een plein dat opnieuw rustiek bekeit gaat worden rond een modern italiaans koffiehuis.
In de verte achter de slotvijver zien we het kasteel Frederksborg liggen. Een enorm Scandinavisch-Barok bakstenen gebouw met groene koperen daken en bijgebouwen binnen een slotgracht. Daarachter tegen een licht glooiende helling de enorme kasteeltuinen. Op het binnenplein staat een imposante fontijn met bronzen leeuwen en blote figuranten water te spuiten. We laten de invitatie van de Nederlandse Ambassadeur zien en kunnen gratis naar binnen. Alles aan en in dit kasteel is overweldigend van vorm en hoeveelheid. Niks geen protestantse bescheidenheid maar veel pracht, praal en prots. We hebben nog een paar uur de tijd om alles op ons gemak te bekijken. We sjouwen de vele zalen en drie verdiepingen af waar elke meter muur is bedekt met portretten die rijkdom en zelfingnomenheid of leegheid uitstralen. Zoals dat hoort bij de macht, statuur en statie. Veel meubels, kisten en kasten uit elke tijdsperiode, dito zilverwerk, porcelein, horloges, miniaturen. Bedenk het maar en je vind het in dit nationale historische pakhuis van rijkdom. Hen vallen vooral de mooie vloeren en enorme gobelins op. Het museum is goed bezocht, ook door groepen. We zien ze rond Chinese, Russische en Engelse gidsen drommen.
En dan horen we Brechtje blokfluit spelen, een paar zalen verderop staat ze voor het raam met de rug naar het publiek zich in te spelen. Ook horen we Jiska op haar viool hetzelfde doen, we maken een kort praatje met haar. Jan stemt het clavecimbel in de grote ridderzaal. Het plafond is kleurrijk geornamenteerd en gebeeldhoud. De vloer is marmer en de wanden zijn gobelin. Hier hangen meer dan levensgrote schilderijen met vorstelijke personen. De zaal wordt soms ook door de huidige koninklijke familie gebruikt voor officiele toestanden. Hij ziet het concert en zij twee soli met vertrouwen tegemoed, terecht is hij er trots op en blij mee om in deze ambiance te mogen werken. Buiten spreken we Bob die even een luchtje wil scheppen, hij is geimponeerd door het gebouw. Na koffie met taart bekijken we in een andere vleugel de expositie van Pieter Isaacsz. Mooie opstelling, goed gedocumenteerd en bescheiden. Op tijd beklimmen we de grote wenteltrappen waar de tientalle, misschien wel honderden, wapenschilden van 's konings ridders (knechten) de muren sieren naar de tweede verdieping waar de ridderzaal is. Die is inmiddels gesloten voor publiek en we worden naar beneden gegids om via de binnenplaats naar een andere, speciale ingang met wenteltrap naar de zaal voor het concert. De ambasadeur en zijn vrouw schudden andere hotemetoten met hun vrouw of man de hand. Wij vallen in onze zondagse pakjes niet op tussen de deux-pieces en costumes. Eenmaal boven, Henneke kan bijna niet meer van al dat trappenlopen en (nog steeds) buikpijn, Blijken de eerste paar rijen gereserveerd voor uitsluitend ambasadeurs. Wij zijn maar gewoon uit het volk en vooraanzitten betekent dan op de vijfde rij, wat geen slechte score is met nog 15 rijen achter ons. 
Hen is nerveus, zal dat oorzaak van de buikklachten verklaren? Zeer nerveus, hoe zullen ze, en vooral haar Jan, het er vanaf brengen? Maar eerst nog een toespraak van de Ambasadeur die eraan herinnert dat Beatrix hier een paar jaar geleden op uitnodiging van haar Deense collega's naar een vergelijkbaar concert luisterde. Worden wij hier nu belangrijker door? of moeten we hier trots op wezen? of was dat een belangrijk historisch moment voor de volkeren, vragen we ons af. Dat moeten we naar afloop onder de borrel maar even bespreken met de betreffende ambsdragers. Dan komt het ensemble "Petillant" door de zijdeur binnen, bescheiden welkomst applaus door een gedecideerd publiek, stilte, concentratie:
Het clavecimbel zet helder en krachtig het spel in, het voorschot wordt direct opgepakt door de fluit, de cello en viool staan op scherp en strijken even later het kwartet naar de hoogtepunten van dit eerste deel van deze driedelige suite. Welwillend applaus van het gehoor. Jan geeft een korte inleiding op zijn Sweelinck intermezzo (Moro palatino) en verwijst naar het beschilderde deksel in de expositie: Zijn spel gaat erin als een ijsje in een Deen: Applaus!
En zo gaat het kwartet nog een uurtje door, tussendoor een uitleg en afwisseling in samenstelling. Vooral melodieus, licht, muzikaal en zomers. Het klink lekker in deze zaal, droger dan verwacht waardoor de instrumenten en het individuele spel goed te onderscheiden zijn en de balans is bijna steeds in orde. Het publiek luisterd met aandacht maar blijft gereserveerd en op afstand. Dat is voor de musici jammer, ze trekken er stevig aan, soms even komen de voeten even van de vloer in de zaal. Het slotapplaus geeft duidelijkheid, men heeft waardering voor wat hier ten gehore werd gebracht. Er wordt nog even nagepraat, Henneke is trots.

We missen een glas wijn en een garnituurtje, misschien armoede op de Nederlandse ambassade? Als wij mensen uitnodigen gaat het er anders aan toe. Even later zitten we met z'n allen buiten op een terras na te praten. De groep is nog een beetje aangegroeid met een paar bekenden van Brechtje. Een paar mensen maken nog een compliment op het concert, gelukkig maar, de zon schijnt ook nog. Nog een rondje en betalen; Taxi wordt gebeld; Iedereen zijns weegs.
Wij ook lopen naar de trein van zesuurtien. Hen's buik gaat wel weer, we eten een waardeloze pizza met een bijpassende wijn in de haven. Naast Lena ligt een duitse boot waarop een vriendelijk echtpaar vijf maanden weg is. Leve het pensioen roepen ze. Maandenlang hebben ze de scherenkust van Zweden bezeild. Wij misschien volgend jaar. Dan de kajuit in alles dicht tegen de muggen, pitje aan, mooie kleertjes en -eindelijk- schoenen uit en languit op de bank bijkomen van een bijzondere dag. Dit concert was het enige concrete doel geweest in onze reis van drie maanden; en we hebben het maar mooi gedaan.

