Het adres voor de nieuwe blog (2010) staat op een nieuwe locatie!

http://www.zeilschiplena.blogspot.com

woensdag 4 juni 2008

Sluizen

Woensdag 28 mei:Lilla Edit-Trolhättan.
Alweer een tocht op de motor, op de rivier mag niet gezeild worden, maar dat zou ook niet kunnen vanwege de lichte tegenwind die al een week uit noordelijke richtingen komt. Het landschap is mooi en afwisselend, soms rotsen en bos en dan plotseling licht glooiend hooiland of weide waar de koeien met de poten verkoeling zoeken in de rivier, het is erg warm voor mei.

Het is maar een paar uur varen tot we bij de sluizentrap van Trolhättan komen. 4 sluizen aaneengesloten die ons zo'n 40 meter omhoog brengen. Het zijn grote hoge sluizen die uit de rotsen zijn gehakt. Ook het kanaal waarin we later zullen varen is niet uitgegraven zoals wij dat in Nederland gewend zijn, maar uit de rots 'geblazen' met dynamiet. Onvoorstelbare hoeveelheden rots is afgevoerd. In de sluis is één zijde ook rotswand, aan de andere zijde zijn een paar bolders in een hoge muur, maar die zitten te ver van elkaar om onze -plotseling kleine- boot aan te leggen. We moeten midscheeps vasthouden met een spring voor en achter aan een ijzeren ladder in de muur en als het schip stijgt snel om beuren enkele sporten hoger vastleggen. Henneke vaart en Jan doet het zware touwwerk. Bij de eerste sluis staat een grote groep mensen naar ons 15 meter lager te kijken, we zijn de enige boot en de procedure verloopt vlekkeloos. In het zomerseizoen komen hier 4000 plezierjachten doorheen, dat geeft veel spektakel en lange wachttijden. Alle sluizen door neemt ruim een uur in beslag , het zijn ook enorme hoeveelheden water die verplaatst moeten worden. Ieder sluis meet 90 bij 15 meter en er moet 12.000 kubieke meter bij om ons een stapje hoger te brengen. Bij de laatste sluis betalen we de € 85,- voor de doorvaart incl. het liggeld onderweg. Direct naast de sluis, in de toegang tot de oudste een eerste sluistrap uit 1800, is een steiger waar we kunnen meren en de nacht doorbrengen.
Er ligt een ouderwetse witte kanaalboot met dagjesmensen en er is een ijskiosk en even hogerop een restaurant met terras. Alles is erg rustig in de warme middagzon. Het sluiscomplex is een van de belangrijkste historisch-technische bezienswaardigheden van Zweden; Zowel de jongste 1916 (waar we zojuist doorheen voeren) als de twee oude en in verval geraakte systemen. Het is nog vroeg in de middag en we maken direct een wandeling over de sluizen, de mensen zijn vertrokken met de kanaalboot, we hebben weer het rijk alleen. De natuur en de uitzichten zijn geweldig en vormen een prachtige omlijsting van de vervallen en imposante oude techniek. We maken veel foto's en zijn erg onder de indruk.

Als we 's avonds in de kuip nog zitten te genieten van de heerlijke avond, vaart er ongeveer drie meter verderop een grote rode tanker langs die precies in de sluis past. We lopen er snel heen en maken foto's. Het is knap manoeuvreren met zo'n groot ding. Als het schip onder in de sluis ligt kunnen we bijna op het dak van het stuurhuis kijken.>




Donderdag 29 mei:Trolhättan.
Na drie dagen op de motor varen en nog zo'n dag voor de boeg, blijven we vandaag lekker rustig hier bij de sluizen liggen. We maken een lange wandeling langs de rivier naar de oude watervallen die nu droog staan omdat de waterkrachtcentrales nu stroom putten uit het enorme verval. Die centrales zijn op zichzelf ook al de moeite van het bezichtigen waard, maar dat blijft aan de buitenkant. De rondleidingen binnen zijn alleen in de vakantietijd beschikbaar en ook het informatiecentrum is gesloten. We glippen achter een schoolklas aan toch even naar binnen en weten enkele folders van de energiemaatschappij te bemachtigen. Vattenval (waterval) is de naam van de maatschappij, dezelfde die de eigenaar is van de centrale in Kopenhagen waar deze winter onze thuishaven was. De folders geven naast veel terzake informatie over de verschillende waterkrachtcentrales hetzelfde irritante beeld als de folders van NUON, Essent en hoe ze ook allemaal heten thuis. Zij vormen de basis van het gezinsgeluk en de welvaart in het land met hun gezonde energie. A-me-hoela, zeker hier in Zweden waar deze maatschappij ook drie vreselijk schone (d.w.z. Geen CO2 uitstoot) kerncentrales bezit. De watervallen die nu droog liggen maar in het seizoen twee maal in de week weer even mogen bulderen van de firma om toeristen te bevredigen en mooie foto's te publiceren in die folders. Nu zijn wij de enige bij de rond afgesleten rotsen met soms diepe kloven van eeuwen watergeweld. Er achter de ruïnes van kleine door waterraderen aangedreven industrieën. Een kleine eeuw geleden is men begonnen met het water hier te temmen er was toen amper emplooi en een klant voor elektra te vinden. Toch heeft het de wereld ingrijpend veranderd. Terug naar de boot praten we nog lang door over de veranderingen die technische ontwikkelingen betekenen voor de samenleving. Als we bij de oude vervallen sluizen komen, met in steen gehouwen gedenkplaten van koning Gustav de zoveelste die de tweede groep nieuwe sluizen in 1844 officieel opende omdat het aantal schepen enorm toenam en men verwachtte dat het nog verder toe zou nemen. Maar het aantal schepen verminderde terwijl de afmetingen van de schepen toenam waardoor de sluizen te klein waren en er weer nieuwe moesten komen. En wie had de betekenis van de mobiele telefoon, de PC, Internet, GPS, zaken die in onze tijd ontwikkeld zijn kunnen voorzien? Hoe hebben die niet ingegrepen in ons leven? We eten een ijsje van de kiosk. De toekomst voorspellen is moeilijker dan iets uit het verleden te begrijpen. 's Avonds komt er weer zo'n enorm schip voorbij, we blijven in de kuip zitten, we weten wel hoe het afloopt. 's Nachts komen er nog een paar langs. De schroeven maken onderwater zoveel geluid dat het lijkt alsof er vrachtladingen grind op het dek worden gestort. Door de patrijspoorten blijft het een beangstigend beeld die stalen muren zo dicht langs te zien komen. Om halfvier is het trouwens al klaarlichte dag.

Een week van Stilte en Stad

Dinsdag 20 mei: Gottskar-Kungsbackafjorde.
Vanochtend werden we gewekt door het lawaai van een flinke scheepsschroef en gebonk op het dak van de kajuit. Opgewonden stemmen buiten. Jan duikt uit bed en schiet snel een broek aan. Mannen op de steiger wijzen op een vissersboot die op onze plek wil meren. De visser gebaart dat een stukje opschuiven ook voldoende is. Hij legt zijn boot op de kop van onze steiger en de mannen gaan op de af op de verkoop van verse vis uit de boot, wij ook. Minder dan 2 kilo kan er niet afgewogen worden op de balans die in de hand wordt gehouden. Wij kopen 3 schollen en een verdwaalde tong, 2 kilo Noorse diepzee kreeftjes, die op 60 meter diepte gevangen zijn, en 2 kilo krabbenpoten. Dat zijn flinke zakken vol. De platvissen gaan schoongemaakt in de koelkast en de kreeftjes (volgens het kookboek worden die bij ons langoustines genoemd) worden in twee beurten in de grootste pan gekookt. Die eten we met de lunch op met een beetje mayonaise en een fles wijn. Onvoorstelbaar lekker, vooral het vlees uit de scharen. De enorme krabbenpoten worden ook gekookt en na de lunch gekraakt met de grootste tang die aan boord is. Het mooie witte vlees is erg lekker en Henneke maakt er krabsalade van voor overmorgen. Wel proeven we flink voor, er is toch zoveel. De middag is bijna voorbij als we het haventje uit varen om tussen een paar schereneilanden even verderop in het Kungsbackafjorde te ankeren. Er vaart een groot zeilschip met jongeren aan boord voorbij met in grote letters: "Sailing for Jesus" op de romp. Waar haal je zo'n sponsor vandaan vragen we ons af. Aanleggen aan de rotsen lijkt ons gezien de ongunstige wind niet verstandig. We kunnen goed ankeren en het wordt een prachtige avond. Het is een plek van overweldigende schoonheid. De hoge rotspartijen zijn in ronde vormen geerodeerd en hier en daar begroeid met berkjes en lijsterbes, waartussen grassen en erica. Morgen willen we aan land gaan om het eiland te verkennen. Wij zijn de enige mensen hier op dit moment.
Woensdag 21 mei:Kungsbackafjorde.
We worden gewekt door het geluid van een koekoek op het rotseiland waar we een meter of vijftig vandaan liggen. Ook andere vogels verwelkomen de nieuwe stralende dag. De zon verwarmt ons tijdens het vroege ontbijt in de kuip. De ochtend verloopt heerlijk traag, Henneke is met aquarel bezig en Jan rommelt wat aan met de bijboot die nog wat extra lucht nodig heeft en het water in gaat. De lunch bestaat uit de platvissen met een aardappel, en witte wijn. Vandaag mag het iets meer zijn bij deze lekkere vissen. 's Middag roeien we naar het eiland waar we de rotsen opklauteren naar een steenbaken op de top. Steenbakens zijn een eeuwenoude markering voor de zeevaart. Een massieve kubus van anderhalve meter van losse stenen die witgekalkt is. Lena ligt een meter of zestig lager achter haar anker. We maken veel foto's van dit kleine paradijs waar we de enige mensen zijn. Aan de andere kant zien we heel in de verte het haventje van gisteren liggen. We dalen we de rots af en belanden in een nat gebied waar we bijna tot onze knieën wegzakken in het sterrenmos en waar de witte pluizen van uitgebloeide biezen de vallei versieren. Bij regen zal het hier dus wel lekker sompig zijn. Voor de zekerheid kiezen we voor vaste rotsen onder onze voeten. Het groepje eilanden hier is natuurreservaat. Gelukkig maar, dan kunnen nog jarenlang ook anderen genieten van deze oorspronkelijke schoonheid. 's Avonds sluiten we de dag af met ambachtelijk Zweeds witbrood, dat we gisteren kochten, extra dik belegd met krabsalade. Het leven kan zo mooi en heerlijk zijn. Donderdag 22 mei:Kungsbackafjorde-Lerkil.
De bijboot gaat weer op het voordek, het is prachtig zeilweer. Een licht windje en hier en daar een minimaal wolkje. We zeilen verder naar de eilanden in het noorden, maar moeten opkruizen. Dat is geen probleem want we hebben een hele lange dag de tijd. De zee is erg rustig en onderweg koffie zetten en een griekse salade maken is geen probleem. Er wordt in onze pilot een grote rustige jachthaven besproken met goede voorzieningen. Bij aankomst aan het eind van de middag blijkt het een uitgestorven rommelige boel te zijn. Veel boten nog op de kant en vrije plaatsen genoeg. De betonnen drijfsteigers liggen erg laag; als Jan zich daar bij het aanleggen vanaf de boegspriet op wil laten zakken glijdt hij uit. Met zijn armen om de rolfok klapt hij hard met zijn borst op de punt van de boegspriet. Gelukkig valt hij niet op het beton of in het koude water, maar hij breekt een rib waar hij voorlopig aan zal lijden. Hier kunnen we niet liggen omdat we ook met het trappetje de boot niet op en af kunnen. Op een hoge nieuwe andere steiger waar nog aan gewerkt wordt is het makkelijker. We lopen over de rommelige haven, maar alles is nog dicht. Ook in de omgeving is er weinig te beleven. Jan slaapt slecht deze nacht.
Vrijdag 23 mei:Lerkil-Donzö.
Het kan niet op, alweer een prachtige ochtend. De werklieden werken aan de steiger en wij ontbijten rustig in de kuip. We hoeven maar een paar uur te varen vandaag naar een eilandje hogerop. Wel moeten we dan zorgvuldig manoeuvreren tussen rotsblokken en scheren door. Het zicht is prima en de wind zwak. We willen proberen om met alleen de kaart en het kompas op zicht te varen, hier en daar is de route betond. We kunnen het net bezeilen Henneke stuurt en Jan houd de positie in de gaten. De GPS staat bij maar we hebben vooraf geen waypoints ingevoerd. Dan ligt er plotseling een rif precies onder de waterlijn, we zien er kleine golfjes op breken. We laten de zeilen vallen en keren 180 graden om. Precies op het juiste moment, dat was schrikken. We zijn maar een klein stukje uit de koers geraakt, maar de gevolgen kunnen hier vreselijk zijn. We zijn hier onbekend en zien ook erg slecht het verschil tussen de eilandjes en rotsen op de voorgrond en die verder weg liggen, Soms lijkt het of er ineens in de verte zomaar een veerboot uit een rots te voorschijn komt. Henneke gaat toch maar weer plotten. Jan stuurt voorzichtig en op de motor nog een keer verkeert, waardoor een boei aan de andere kant van een rotsje blijft en voor ons dus onzichtbaar. Daar komen we pas een halve mijl verderop achter. Kaarten zijn onmisbaar, maar zorgvuldigheid is noodzaak. Voor het eerst zien we in dit gebied ook enkele andere zeilboten varen. We komen in de haven die we wilden bereiken, er varen veerboten die een lijndienst tussen de verschillende bewoonde eilanden en Gotenburg onderhouden. We liggen alleen aan een nieuwe gastensteiger, een paar kilometer verder zien we een brug die dit grote eiland met een ander verbind. Inmiddels weten we dat ons boek is geschreven voor zeilers in het hoogseizoen, de vrolijke drukte op de haven enzovoort is ver te zoeken. Er is een groot dorp op deze rotsen met de houten huizen zoals die ons inmiddels vertrouwd zijn. Smalle weggetjes en geen autoverkeer. Mensen verplaatsen zich hoofdzakelijk op kleine brommerbakfietsjes. We zien ze beladen staan bij de enige supermarkt hier. Er is geen drank te koop op het eiland, zelfs geen slap bier. Aan het begin van de avond leggen er meer zeil- en motorbootjes aan op de gastensteiger. Het weekend varen lijkt toch aan te vangen.
Zaterdag 24 mei:Donzö-Gotenburg.
Naar de koninklijke zeilclub in een voorstad van Gotenburg is maar een paar uur varen, we hebben vanochtend dus ruim de tijd voor een flinke wandeling over het eiland. We zwalken wat door het stille dorpje, steken een begraafplaats met een houten kerkje over, en komen in een bos dat tot de rotsen aan de zee reikt. We blijven onder de indruk van de natuur hier. Over de rotsen lopen we langs het vaarwater waar we gisteren doorheen voeren. In de supermarkt doen we nog een boodschap en om twee uur varen we weg. We kunnen onder zeil en voor de wind een stukje zeilen, Jan wil te vroeg het grootzeil opzetten waardoor we bijna in de problemen komen. Het grootste deel varen we scherp aan de wind en kunnen maar net-aan de goede koers houden. Het zeilt heerlijk. Precies op het moment dat we de koers moeten verleggen om op de haven een mijl verderop aan te sturen draait de wind meer dan 100 graden. Het gebeurde binnen enkele seconden. De zeilen gaan direct in en op de motor varen we de haven binnen. Er zijn genoeg vrije plaatsen, we liggen ver van het havenkantoor. Het clubhuis, restaurant en alles wat daarbij hoort is gesloten vanwege renovatie. De jonge student die vandaag havenmeester is, helpt ons alleraardigst met informatie over de tramverbinding naar het centrum en we krijgen een stadsplan mee. We organiseren weer een barbecue voor ons zelf voor de boegspriet van Lena en drinken, zittend op de rotsen, nog een glas rode wijn terwijl de zon langzaam daalt over het Kattegat met zijn eilandjes. Even verderop varen de zeeschepen aan en af naar de zeehavens.
Zondag 25 mei:Gotenburg.
Even na tienen zitten we in lijn 11 richting centrum. De tram hier verschilt maar weinig van die in Amsterdam. Er is geen conducteur, mensen maken gebruik van de kaartjes- en strippen-automaat, en er is een OV-chip geval. Dat werkt hier dus. Wij vragen ons af of dat hier ook zoveel gedoe heeft gegeven als in Nederland waar de zaak niet goed te regelen blijkt te zijn. Werkt het hier wel goed en veilig allemaal? En zo passeren nog een aantal onderwerpen de revue van zaken die thuis allemaal zo moeizaam gaan. Nee we verlangen nog steeds niet terug naar Holland, zoals ze dat hier noemen. Het is grappig om te zien hoe de hele stad op de rotsen is gebouwd, je ziet ze overal weer opduiken. Middenin een giga-groot modern winkelcentrum in het oude deel van de stad is een tourist-information, die gaat, zoals ook de winkels op zondag pas om 12uur open. We kunnen we een paar folders meenemen uit de publieke ruimte. Het is nog erg rustig op zondagmorgen, maar toch drukker, ook in het openbaar vervoer dan in Amsterdam. Er is opvallend weinig autoverkeer. We wandelen door een oud stukje stad waar ook veel nieuwbouw tussen staat en komen op een pleintje tussen een oud arsenaal, werkplaatsjes en een voormalig kazernegebouw. Er is een lief zonnig terrasje en het is er stil. Als voorschot op Hennekes verjaardag morgen nemen we vast een dubbele cappuccino met een groot en erg lekker gebakje. We lopen door richting kunstmuseum, dat is een minuut of twintig door een stad met brede lanen en grote winkels die nu merendeels open zijn. Er zijn veel mensen op de been, maar echt druk is het niet. De bruisende stad waar de folder over spreekt vinden wij lekker ontspannen en rustig. Het museum staat aan het einde van een lange brede allee aan een een plein met een onooglijk groot bronzen Neptunusachtig beeld in een fontein. Het is een groot massief bakstenen gebouw dat aansluit bij de al even lelijke muziekzaal en een schouwburg. De caissière wijst ons erop dat er in het museum niets te zien is vanwege renovatie, ook de aangrenzende kunsthal is gesloten. Er is wel een fototentoonstelling te zien in het Hasselbladmuseum en als we een toegangskaart kopen kunnen we daarmee ook nog in vijf andere musea een jaar lang. Na lang wikken en wegen doen we dat, nu de foto's en morgen het stadsmuseum. Dan gaan we op zoek naar een terrasje in het park. Her en der liggen en zitten mensen van de zon te genieten. Het is warm deze middag een terras is er niet. Bij de winkelstraten vinden we iets dat bevalt, het bier is goed aan de prijzen zijn we gewend geraakt. We kopen een strippenkaart en zitten een halfuur op de verkeerde tramhalte te wachten op de tram die aan de andere kant van het bruggetje stopt.
Maandag 26 mei:Gotenburg-Kungalv.
Henneke jarig. Vroeg opstaan en opnieuw prachtig weer. Na het ontbijt met cadeautje maken we het schip van binnen en van buiten grondig schoon. Alle vuile kleverigheid van het zoute water moet er af want vandaag willen we de Götta Alv opvaren. De rivier waaraan Gotenburg ligt. De rivier is de enige waterafvoer van het Vännern (meer) dat bijna 100km verderop ligt. Daar willen we over een paar dagen zijn. Het laatste deel van de rivier is gekanaliseerd en heet Trolhätte kanaal. Er is een enorme hoge sluistrap waar we dan doorheen moeten want het meer ligt 45 meter boven de zeespiegel. Om 11 uur varen we weg de rivier op die ook de zeehaven van Gotenborg is. We meren 2 uur later aan bij de kleine dure jachthaven in het centrum, naast de nieuwe opera en pal achter het grote winkelcentrum waar we gisteren al waren. We lopen de straten door, die we nu kennen, naar de zeekaartenwinkel voor een stel kaarten van het meer, dit jaar in een handig formaat in een ringband gestoken. Op de terugweg slaan we voor enkele dagen eten en voor twee weken drank in. Het gaat allemaal lekker vlot en om drie uur varen we alweer tegen de stroom in de rivier op. Het is wel duidelijk dat je een rondje Zweden tegen de klok in moet varen zoals iedereen beweert. De stroom op de rivier is behoorlijk en zal alleen nog maar toenemen. Er zijn feitelijk maar twee tussenstops mogelijk onderweg, die zullen we dan ook moeten benutten willen we niet dag en nacht door moeten motoren. We varen door industriegebieden waar weinig aan te beleven valt. Er is veel vervallen en verwaarloosd bouwsel en steigers bij maar ook nieuwbouw tussendoor. Een beetje rommelig. Voor een spoorbrug wachten we een half uur. Veel goederentreinen passeren. We varen nog een goed uur verder tot een splitsing van de rivier waar een eiland is met een 15e eeuwse burcht en een steigertje waar we de nacht kunnen doorbrengen. De laatste grote chemische fabriek passeren we, nog een brug die niet open hoeft omdat we er in het midden precies onderdoor kunnen, en plotseling zijn we terug in de natuur. Een klein hoog eilandje met inderdaad een grote burcht. We zijn de enige boot aan het steigertje waar even later een paar jongens komen vissen, even verderop ligt een brug met een beetje autoverkeer en voor de rest is het stil. We lopen over de brug naar het plaatje Kungalv, misschien vinden we een eetgelegenheid met een feestmenu voor Henneke's verjaardag. Het is een aardig oud handelsstadje met veel mooie oude houten huizen en een restaurant dat niet naar onze smaak is. We lopen nog een eindje door en maken foto's. Het is hier heel rustig, maar alles wijst erop dat het hier zomers druk is met toeristen. We lopen via het wandelpad rond het eiland terug naar Lena voor ons kleine fest met knäckebröd en belegjes.
Dinsdag 27 mei:Kungalv-Lilla Edit.
Terwijl we uitgebreid in het zonnetje ontbijten in de kuip komt een enkele jogger voorbij en zitten een paar werklieden op het bankje op de steiger koffie uit een thermosfles te drinken. Iedereen groet ons vriendelijk. We krijgen vaak opmerkingen over Lena die men erg mooi vind. Zulke schepen varen hier niet veel rond, vrijwel alle boten zijn modern en van polyester. Na de tweede koffie varen we de rivier weer op die steeds harder stroomt. 1,5 tot 2,5 knoop tegen (2-4 km/uur). Dat betekent dat we niet sneller dan gemiddeld 5,5 km/uur vooruit varen. Gelukkig worden de oevers en het uitzicht steeds mooier en genieten we van de tocht. Andere schepen komen we niet tegen, gisteren ook maar 1 grote kustvaarder. Bij het plaatsje Lilla Edit is een brug en de eerste grote, vooral hoge sluis, die we door moeten. Het gaat allemaal erg snel. Er is hier de laatste waterkrachtcentrale van de rivier en een klein haventje voor jachten op de rivier, maar die is pal naast de sluis en de brug met autoverkeer. Op de kaart lezen we dat even verderop een motel is waar je ook aan een steiger kan afmeren. Het is maar een erg klein steigertje maar we kunnen op de kop langszij aan een hekboei tegen de stroom in liggen. Ander boten zijn er niet. Wel mensen op het terras dat 50 meter verderop en hoger gelegen is. Van de autoweg en het tankstation aan de andere kant van het motel/wegrestaurant merken we weinig door de begroeiing. Op het terras, met uitzicht op Lena, die in deze wondermooie omgeving prima past, drinken we een biertje en eten we daar het uitgestelde verjaardagsdiner bij. Met patat natuurlijk. Vannacht blijven we op dit heerlijke rustige plekje liggen. Er is hier wel een internet verbinding mogelijk, maar wel weer met een abonnement van een andere provider. Dat gaat in de papieren lopen en doen we dus maar niet, we hebben al een Zweeds abonnement, maar dat nog maar eenmaal kunnen gebruiken.

maandag 2 juni 2008

Zittend op een steen (filmpje)

Dalbergså
Vogeltje