Donderdag 2 augustus KopenhagenHet weerbericht voorspelt noorderwind, dat is een goede reden om vandaag al kennis te maken met Kopenhagen. Op het havenkantoor bespreken we de mogelijkheden van winterstalling voor de Lena. De goedlachse haven meester verteld dat de haven daar ideeaal voor is omdat ze vrijwel altijd Ijsvrij is 's winters door de lozing van het koelwater van de electriciteitscentrale die er naast ligt. De prijzen zijn vergelijkbaar met wat we in Nederland betalen en er is hiervandaag en busverbinding met het centrum en vandaar met het vliegveld. Het lijkt ons allemaal gunstig en we tekenen en betalen voor het lidmaatschap van de zeilvereniging Lynetten. Voor vaste ligplaatsen is een wachtlijst van een paar jaar, maar de maanden buiten het seizoen is er -voor een vast maandbedrag- altijd wel een plekje te vinden.
We pakken de leenfietsen uit het rek; 20 kronen in het slotje, zoals bij een karretje van de supermarkt, en je kan fietsen waarheen je maar wilt. Op verschillende plaatsen in de stad zijn rekken waar je de fiets kan achterlaten en je geld weer uit het slotje komt. Een witte fietsenplan dat hier wel schijnt te werken, jammer dat het in Amsterdam nooit van de grond kwam. Ze trappen een beetje zwaar: We fietsen door de wijk Christianshaven langs het nieuwe operagebouw, een prive-project van een schatrijke reder dat nogal wat stof deed opwaaien en de gemoederen verdeelde. We lopen verder langs de kade waar iedereen met zijn bootje in de stad wil liggen. Het valt ons tegen. Het is overvol, en smaller en saaier dan de folders je doen geloven. Erg snel varen de brede rondvaartboten rond en de huizen op de kades zijn weinig aantrekkelijk, aan de overzijde veel nieuwbouwflatjes.
We hebben een stadsplattegrond maar fietsen regelmarig verkeerd als we naar het Centraalstation willen om de fietsen in te leveren. Later in de middag ontdekken we langs veel rekken voorbij te zijn gegaan, het zit nog niet in ons beeld. Op het station laten we ons informeren over het openbaarvervoerssysteem, de opzet van het spoorboekje en de werking van de strippenkaart, dat is hier anders dan in Nederland. Het zijn zaken die we moeten beheersen omdat we -met een ligplaats hier- een beetje Kopenhagenezen (?) zijn geworden.
Tegenover het station ligt het pretpark Tivoli, er staan bij de verschillende ingangen lange rijen voor de kassa's. Gelukkig willen wij daar beslist niet naar binnen. Veel druk verkeer hier, lawaaig ook en veel fietsen op straat.
We pakken de leenfietsen uit het rek; 20 kronen in het slotje, zoals bij een karretje van de supermarkt, en je kan fietsen waarheen je maar wilt. Op verschillende plaatsen in de stad zijn rekken waar je de fiets kan achterlaten en je geld weer uit het slotje komt. Een witte fietsenplan dat hier wel schijnt te werken, jammer dat het in Amsterdam nooit van de grond kwam. Ze trappen een beetje zwaar: We fietsen door de wijk Christianshaven langs het nieuwe operagebouw, een prive-project van een schatrijke reder dat nogal wat stof deed opwaaien en de gemoederen verdeelde. We lopen verder langs de kade waar iedereen met zijn bootje in de stad wil liggen. Het valt ons tegen. Het is overvol, en smaller en saaier dan de folders je doen geloven. Erg snel varen de brede rondvaartboten rond en de huizen op de kades zijn weinig aantrekkelijk, aan de overzijde veel nieuwbouwflatjes.

We hebben een stadsplattegrond maar fietsen regelmarig verkeerd als we naar het Centraalstation willen om de fietsen in te leveren. Later in de middag ontdekken we langs veel rekken voorbij te zijn gegaan, het zit nog niet in ons beeld. Op het station laten we ons informeren over het openbaarvervoerssysteem, de opzet van het spoorboekje en de werking van de strippenkaart, dat is hier anders dan in Nederland. Het zijn zaken die we moeten beheersen omdat we -met een ligplaats hier- een beetje Kopenhagenezen (?) zijn geworden.
Tegenover het station ligt het pretpark Tivoli, er staan bij de verschillende ingangen lange rijen voor de kassa's. Gelukkig willen wij daar beslist niet naar binnen. Veel druk verkeer hier, lawaaig ook en veel fietsen op straat.
We begrijpen de vergelijking die touristen maken met Amsterdam. De sfeer is gemoedelijk maar wij vinden het iets rustiger en vriendelijker dan thuis. Het is tijd voor koffie, maar een geschikt tentje of terrasje vinden is niet eenvoudig. Veel Denen zitten al aan het bier. In het 'Latijs kwartier' in de buurt van de universiteit vinden we een koffiehuis zoals in alle grote steden; met de vaste ingredienten van Expresso, Cappucino, Muffins en Brownies. De zon breekt door en we zitten met onze koffie en koek buiten aan een tafeltje op de stoep waarlangs het lokale verkeer zich door de smalle straat wurmt. Het heeft veel weg van de Amsterdams pijp. We bestuderen de plattegrond en zien dat door dit straatje een uitgezette rondwandeling door de stad loopt. Dat lijkt ons een goed vertrekpunt om kennis te maken met de stad. Na het oude universiteitsgebouw met een bronzen buste-galerij waarvan alleen de naam Niels Bohr ons iets zegt, duikt Hen een wolwinkel in. Na een half uur komt ze met gevuld met knotten wol en een boekje weer buiten. Het is haar nieuwe tussen-het-zeilen-door liefhebberij.
Het centrum is vaak mooi en afwisselend van stijl en sfeer. Van kleine huizen en kerken tot kleine en
grote paleizen, pleinen en koepelkerken. Het is toch echt wel anders dan Amsterdam, zeker de architectuur. Maar ook de parken die hier als grote tuinen zijn aangelegd. We lopen langs prachtige grote en bloemrijke borders waaraan tuinmannen en -vrouwen hun handen vol hebben. Veel foto's worden genomen voor Hennekes thuis hobby. Onverwacht komen we bij een vesting met hog aarden wallen zoals we die ook in N.O. Nederlands kennen (Bourtange, Oudeschans)
grote paleizen, pleinen en koepelkerken. Het is toch echt wel anders dan Amsterdam, zeker de architectuur. Maar ook de parken die hier als grote tuinen zijn aangelegd. We lopen langs prachtige grote en bloemrijke borders waaraan tuinmannen en -vrouwen hun handen vol hebben. Veel foto's worden genomen voor Hennekes thuis hobby. Onverwacht komen we bij een vesting met hog aarden wallen zoals we die ook in N.O. Nederlands kennen (Bourtange, Oudeschans) Kompleet met kazernes, nu woningen, een excercitieterrein met aan de ene zijde het commandantshuis en aan de andere de kerk. De wandelroute loopt er dwars doorheen en keert via een havenkade met een enorm cruiseschip terug richting binnenstad.
Even verderop drommen touristen samen om -jawel!- de kleine zemeermin, het bronzen beeldje op een rots. Met haar rug naar het havenwater kijkt ze het land op in de lenzen van tientalle fototoestellen. Maar ook haar rug wordt stevig gekiekt vanuit de rondvaartboten. We vinden het geen bijzonder beeldje en vragen ons af welk verhaal hier achter schuilt waardoor het tot ikoon van deze stad kon worden. Even verderop staat een statig beeld van koning Christiaan de zoveelste, en dan volgt koningin Amalia, en dan een enorme fontijn met een meer dan levensgrote driespan ossenwagen.
Even verderop drommen touristen samen om -jawel!- de kleine zemeermin, het bronzen beeldje op een rots. Met haar rug naar het havenwater kijkt ze het land op in de lenzen van tientalle fototoestellen. Maar ook haar rug wordt stevig gekiekt vanuit de rondvaartboten. We vinden het geen bijzonder beeldje en vragen ons af welk verhaal hier achter schuilt waardoor het tot ikoon van deze stad kon worden. Even verderop staat een statig beeld van koning Christiaan de zoveelste, en dan volgt koningin Amalia, en dan een enorme fontijn met een meer dan levensgrote driespan ossenwagen. De kollosale beesten briezen zelfs water uit hun neusgaten. We maken een foto voor de weblog van dit onbeschrijfbare tafereel.
Jan voelt zijn rug weer opspelen, gesjouw door een stad is zwaar. Het is halfvier, precies op tijd lopen we een parkje in waar een terasje is en we een zo'n heerlijk glas Carls-special drinken. Een mooi donker bier, zoiets als Leffe-dubbel maar minder zoet. Verkwikt vervolgen we het voor ons uitgstippelde pad langs de touristische Nyehaven. Hier vertrekken de meeste rondvaartboten, Er liggen klassieke boten afgemeerd, waaronder een Nederlandse tjalk. Op de kade zijn aaneengesloten tientalle terrasjes van de achterliggende eethuizen. Het is er erg druk, het is warm geworden. Het
lijkt ons geen geschikte plek om straks te gaan eten. We lopen door naar de veerpont en willen straks aan de overkant in Christiaanshaven een authentiek restaurantje vinden. We hebben ergens gelezen dat het daar goed toeven is. De pont doet verschillende haltes aan op weerzijde van het water, het doet ons en beetje aan het IJ denken, maar dan anders. Veel gebouwen op de oevers herkennen we inmiddels, we raken al een beetje thuis mischien, ook hebben we zelf onze eersre strippenkaart afgestempeld in de gele automaat. We lopen de wijk door en vinden niets anders ndan een cafe, pizzeria of chinees enz. Dat kennen we wel, we zoeken iets anders en lopen door richting Christinia. Dat is een aanvankelijk gekraakt industrieterreintje waar een alternatieve, creatieve en hippe cultuur gevestigd zou worden. Het is nu een min of meer gevestige enclave in de stad waar we benieuwd naar zijn; het deed in de jaren '70-'80 erg van zich spreken en ondermeer zijn de bakfietsjes die in Amsterdam zo populair zijn om kinderen in te vervoere er ontwikkeld.
We lopen de met graffity opgefleurde toegang door en komen in een nieuwe wereld met grote borden die het fotograveren verbieden. Er is een klein marktplaatsje met kraampjes alternanieve snuisterijenen en derde-wereld-kitsch. We herkennen het Waterloplein erin. Ook zijn er een paar werkplaatsjes en een ijzerwinkel. Maar het meeste valt ons op de vele lamlendig uitziende drinkers en rokers die rondhangen, en niet te vergeten de jonge vakantiegangers, waarvan vele duits spreken, die de terassen bevolken. We worden al high van het vorbijlopen door de dampen die er geproduceerd worden. Vrolijk worden we er niet van. Er is een restaurant, maar de halfblote getatoueerde mannen die er op de stoelen bungelen die er voor staan nodigen niet uit om naar binnen te gaan. We lopen nog even rond in de hoop positieve indrukken op te doen, maar verlaten het dorp met het gevoel in een naargeestig pretpark te zijn geweest. Dit project is volgens ons niet helemaal (of helemaal niet?) wat het ooit bedoelde te zijn, het doet levenloos en onoprecht aan. Maar dat is de indruk van een paar buitenlanders die de inheemse taal en gewoontes nog niet kennen.
We proberen tevergeefs en eethuisje te vinden. Als we na een halfuur rondsjouwen en de kaart raadplegen vraagt een vriendelijke dame wat we zoeken. Ze weet twee restaurantjes in de buurt en eentje met een Michelin-ster een stuk verderop. Voor die laatste zijn we niet in de stemming en bij een van de andere lopen we naar 5 minuten de deur weer uit. Het is bij nader inzien een verwaarloosd en smerig ding met een onappetijtelijke kaart en geen wijn. De man achter de bar en de ober reageren nergens op. op onze zwerftocht zijn we de bushalte tegengekomen waar we wachten op de bus richting jachthaven waar we behoorlijk te kunnen eten in het clubrestaurant. onze strippenkaarten weer in de automaat en 10 minuten laten op het eindpunt bij de haven. Als we aan een tafeltje binnen gaan zitten begint het te regenen als afsluiting van een mooie zonnige dag. De ober raadt ons iets lekkers aan met vlees reuze garnalen en groente. Die garnalen zijn inderdaad zo groot als een kleine kreeft, maar kurkdroog en smakeloos. De groente bestaat uit een microscopisch stukje broccoli en twee nog kleinere worteltjes. De patatten en sauzen zijn zoals altijd enorm overdadig en het vlees is goed. We wennen al aan de Deense keuken en vragen ons af wat een Michelin-ster hier vermag. We nemen nog een bierje om de regen te omzeilen We komen moe, maar droog op de boor terug, lekker slapen, morgen weer verder.
Vrijdag 3 augustus Kopenhagen
Beduusd van de vele indrukken van gisteren, doen we vanochtend rustig aan, vanmiddag willen we nog een museum bezoeken. Henneke zoomt het vliegengordijn voor de slaaphut en Jan werkt het weblog bij (er is hier een internetverbinding). Na de lunch rommelen we nog een beetje door en wordt het te laat om nog de stad in te gaan, veel zin hebben we ook niet. In de winkel bij de haven kopen we een oliefilter en volle gasfles. Dan zitten we nog even op het terras iets te drinken en fantaseren wat over de klussen die Lena vereist en de mogelijkheden op deze haven. Hoe zal het in de herfst en van de winter zijn? 's Avonds wordt een nieuwe set kaarten aangesproken om de route voor morgen te plannen. We willen naar het kleine Zweedse eilandje Ven dat midden in de Sont ligt. De gidsen en de havenmeester zijn het er over eens dat het heel bijzonder is, maar soms wel druk in de haven.
lijkt ons geen geschikte plek om straks te gaan eten. We lopen door naar de veerpont en willen straks aan de overkant in Christiaanshaven een authentiek restaurantje vinden. We hebben ergens gelezen dat het daar goed toeven is. De pont doet verschillende haltes aan op weerzijde van het water, het doet ons en beetje aan het IJ denken, maar dan anders. Veel gebouwen op de oevers herkennen we inmiddels, we raken al een beetje thuis mischien, ook hebben we zelf onze eersre strippenkaart afgestempeld in de gele automaat. We lopen de wijk door en vinden niets anders ndan een cafe, pizzeria of chinees enz. Dat kennen we wel, we zoeken iets anders en lopen door richting Christinia. Dat is een aanvankelijk gekraakt industrieterreintje waar een alternatieve, creatieve en hippe cultuur gevestigd zou worden. Het is nu een min of meer gevestige enclave in de stad waar we benieuwd naar zijn; het deed in de jaren '70-'80 erg van zich spreken en ondermeer zijn de bakfietsjes die in Amsterdam zo populair zijn om kinderen in te vervoere er ontwikkeld.We lopen de met graffity opgefleurde toegang door en komen in een nieuwe wereld met grote borden die het fotograveren verbieden. Er is een klein marktplaatsje met kraampjes alternanieve snuisterijenen en derde-wereld-kitsch. We herkennen het Waterloplein erin. Ook zijn er een paar werkplaatsjes en een ijzerwinkel. Maar het meeste valt ons op de vele lamlendig uitziende drinkers en rokers die rondhangen, en niet te vergeten de jonge vakantiegangers, waarvan vele duits spreken, die de terassen bevolken. We worden al high van het vorbijlopen door de dampen die er geproduceerd worden. Vrolijk worden we er niet van. Er is een restaurant, maar de halfblote getatoueerde mannen die er op de stoelen bungelen die er voor staan nodigen niet uit om naar binnen te gaan. We lopen nog even rond in de hoop positieve indrukken op te doen, maar verlaten het dorp met het gevoel in een naargeestig pretpark te zijn geweest. Dit project is volgens ons niet helemaal (of helemaal niet?) wat het ooit bedoelde te zijn, het doet levenloos en onoprecht aan. Maar dat is de indruk van een paar buitenlanders die de inheemse taal en gewoontes nog niet kennen.
We proberen tevergeefs en eethuisje te vinden. Als we na een halfuur rondsjouwen en de kaart raadplegen vraagt een vriendelijke dame wat we zoeken. Ze weet twee restaurantjes in de buurt en eentje met een Michelin-ster een stuk verderop. Voor die laatste zijn we niet in de stemming en bij een van de andere lopen we naar 5 minuten de deur weer uit. Het is bij nader inzien een verwaarloosd en smerig ding met een onappetijtelijke kaart en geen wijn. De man achter de bar en de ober reageren nergens op. op onze zwerftocht zijn we de bushalte tegengekomen waar we wachten op de bus richting jachthaven waar we behoorlijk te kunnen eten in het clubrestaurant. onze strippenkaarten weer in de automaat en 10 minuten laten op het eindpunt bij de haven. Als we aan een tafeltje binnen gaan zitten begint het te regenen als afsluiting van een mooie zonnige dag. De ober raadt ons iets lekkers aan met vlees reuze garnalen en groente. Die garnalen zijn inderdaad zo groot als een kleine kreeft, maar kurkdroog en smakeloos. De groente bestaat uit een microscopisch stukje broccoli en twee nog kleinere worteltjes. De patatten en sauzen zijn zoals altijd enorm overdadig en het vlees is goed. We wennen al aan de Deense keuken en vragen ons af wat een Michelin-ster hier vermag. We nemen nog een bierje om de regen te omzeilen We komen moe, maar droog op de boor terug, lekker slapen, morgen weer verder.
Vrijdag 3 augustus Kopenhagen

Beduusd van de vele indrukken van gisteren, doen we vanochtend rustig aan, vanmiddag willen we nog een museum bezoeken. Henneke zoomt het vliegengordijn voor de slaaphut en Jan werkt het weblog bij (er is hier een internetverbinding). Na de lunch rommelen we nog een beetje door en wordt het te laat om nog de stad in te gaan, veel zin hebben we ook niet. In de winkel bij de haven kopen we een oliefilter en volle gasfles. Dan zitten we nog even op het terras iets te drinken en fantaseren wat over de klussen die Lena vereist en de mogelijkheden op deze haven. Hoe zal het in de herfst en van de winter zijn? 's Avonds wordt een nieuwe set kaarten aangesproken om de route voor morgen te plannen. We willen naar het kleine Zweedse eilandje Ven dat midden in de Sont ligt. De gidsen en de havenmeester zijn het er over eens dat het heel bijzonder is, maar soms wel druk in de haven.


