Het adres voor de nieuwe blog (2010) staat op een nieuwe locatie!

http://www.zeilschiplena.blogspot.com

maandag 13 augustus 2007

De Ontdekking van Zweden

Zaterdag 4 augustus
Kopenhagen - Ven - Helsingor
Het lijkt een mooie dag te worden en de voorspelde wind is gunstig voor de 17 mijl naar Ven. Het is jammer dat het windstil is, de vele molens in de omgeving staan stil, we motoren een halfuurtje tot er een licht briesje het water doet rimpelen. De halfwinder gaat op en we varen met stroom en wind mee 4 knopen. Dan zijn we er over ruim 3 uur. Voor de haveningang strijken we het zeil en dieselen de haven in. We zijn niet de enige, veel schepen varen in en uit langs de veerboot die met zijn schroefwater het in- en uitvaren bijna onmogelijk maakt. De haventoegang is smal en er willen tegelijk schepen in en uit. Op het moment dat we zien dat de haven bijna vol is, schiet een groot zeiljacht schuin achter ons langs en probeert aan de verkeerde kant voorbij te komen. Hij vaart zich klem en klapt tegen het eerste beste schip in de haven aan. Het is nu ook duidelijk waarom er zoveel mensen langs de kanten staan te kijken. Het is een doorlopende voorstelling van dit soort gedoe. Wij proberen ons achteruit uit het krioel weg te manouvreren wat niet meevalt door het schroefwater van de veerboot. Met al onze vaardigheid, maar met nog veel meer geluk, draaien we vlak langs de kade overal tussen door de haven uit. De kijkers hebben hun dag vandaag. Het is de eerste keer op onze tocht dat we een haven niet in kunnen. We zoeken op de kaart een alternatieve bestemming.
N.O. aan de overzijde ligt Helsingor op de Deense oever, de evenknie van Helsingborg er tegenover in Zweden. Zij vormen sinds eeuwen de toegang tot het belangrijke vaar- en grenswater Sont. Het is nog een mijl of zeven en we kunnen het in anderhalf bezeilen. Al van ver zien we en groot barok-suikertaartenkasteel met groene daken. Er direkt achter ligt de haven, die nu voor het grootste deel voor de pleziervaart is bestemd. Het is er erg druk, en we kiezen voor de eerste de beste plaats langszij een Nederlands jacht van ongeveer onze afmetingen, dat op zijn beurt tegen een Amerikaanse motor-catematan ligt gemeerd. Ze komen uit Philadelphia en delen de boot met vrienden. Ze hebben de boot opgestuurd naar Skagen (Dm) en varen door tot Sonderborg en dan komen hun vrienden en wisselt de wacht. Zij vliegen weer naar huis en het bevriende echtpaar vaart naar Amsterdam. Amerikanen hebben maar korte vakanties, die langer worden naarmate je langer bij dezelfde werkgever werkt, maar meer dan drie weken zit er niet in. Ze zijn erg bang geweest tijdens harde wind op het Skagerak, dat kunnen we ons voorstellen, het is een berucht vaarwater waar we vanaf winkracht 6 Bft ook weg blijven. Het zijn vriendelijke mensen die zich uitgebreid laten informeren over de gevaren van Noord- en Waddenzee. We lopen de steiger op en volgen een lange pier naar het haverterrein. Het is groot en er er is een winkeltje waar we morgen melk, fruit en bier kunnen inslaan, de vis-cafetaria en het restaurant trekken ons niet en we hebben geen zin om de stad nog in te gaan. Terug op Lena genieten we van de avondzon en plannen onze tocht voor morgen, Er is een mooi Zweeds scheren-eiland met alleen natuurhaventjes tussen de rotsen, daar willen we heen.

Zondag 5 augustus Helsingor - Vadero
Een uitgebreid zondagochtendontbijt in de zonnige en windstille kuip. Douchen en boodschappen doen in het veel te dure winkeltje waar bijna niets te koop blijkt te zijn. Er komt een zucht wind en om 10 uur varen we weg. Veel snelheid maken we niet ondanks de halfwinder. 26 mijl naar Vadero met 2 a 3 knopen betekent dat we vanavond om een uur of negen daar zijn. Onderweg koffie zetten, uitgebreid lunchen en vooral genieten van de rustige zee en de prachtig hoge rotskusten van het schiereiland Kullen (Zweden) waar we steeds dichter op afvaren. Dan valt de wind helemaal weg, de zee is spiegelglad en blauw, het is warm onder de zon. We zijn bijna op de helft en de motor gaat weer aan, jammer. Het aanvaren van het scheren-eiland is niet eenvoudig door de vele rotsen die zich hier soms boven, maar meestal net onder water bevinden. Volgens de pilot moeten we een wit geschilderde rots in lijn houden met een huisje met een witte geveltop en op dat moment 6 graden sturen. Inderdaad varen we mooi tussen de rotsen door, nu nog een beetje slingerweg naar een natuurlijk en beschut havenkommetje tussen de rotsen. Er liggen meerdere schepen. Allemaal aan het achterschip vastgemaakt met een hekanker op de bodem en van voren met lijnen en pinnen in de rotsen. Zo is dat hier gebruikelijk, bij ons zie je dat nooit. Het hekankertje en de meerpennen liggen nog thuis, die wilden we met de trein of het vliegtuig niet meesjouwen, we vinden wel een oplossing. Er lijkt nog een vrije plaats helemaal aan de buitenkant van vier gemeerde jachtjes. We gebruiken het dreganker (klapanker met vier klauwen) aan een lange nylon lijn als hekanker en varen voorzichting op de rotsen voor ons af. Het water is glashelder en Jan geeft vanaf het voorschip Henneke het sein wanner te stoppen. Een klein meisje op de kant wordt door haar moeder op ons afgestuurd om een lijn aan te pakken en die met de lus om een stalen strip die in de rotsen is geslagen te doen. Het werkt! We liggen ogenschijnlijk goed hier. Jan trek nog een beetje aan het hekanker, het lijkt niet erg stevig vast te liggen, maar het kan evt. door het hoofdanker vervangen worden. We pakken de zeilen in en laten deze bijzondere omgeving op ons inwerken. Rondom ons oude, geerodeerde en verweerde roze granieten rotsen begroed met saffraan-gele en grijs-groene korstmossen. Daartussen plukjes gras met bloeiende steenanjers en distels. Onder water de rotsen en zandgrond, begroeid met planten en zeegras. In de verte hier en daar een houten vankantie huisje en een standje waar enkele mensen zijn. Ook een steiger waar een paar keer per dag een veerboot mensen vanuit Zweden naar dit natuurreservaat brengt. In de kleine baai verderop liggen enkele boten voor anker. Het is prachtig ruig en onbedorven, idyllisch en romantisch.
Zo nu en dan horen we een zachte holle dreun door de boot gaan en trekt een vreemde vibratie door de masten en verstaging. We vermoedden dat er een rots onder de boot net langs de kiel ligt waar we soms even tegenaan stoten. Er is weinig zijdelingse bewegingsruimte om Lena anders te leggen. Omdat er geen ander geschikt plekje voor ons is hier, besluiten we weg te gaan om te ankeren in de baai. Het hekanker laat zich te gemakkelijk van de grond trekken, dat moeten we de volgende keer beter doen. Er is veel zeegras op de bodem van de baai, dat ankert slecht. We varen een eind achteruit voor het pakt en zetten voor de zekerheid het alarm aan. We zijn door de afgelopen ervaringen met slecht ankeren onzeker geworden over ons anker en onze praktijk. Er is weinig wind als we gaan slapen. Het wordt een onrustige nacht, bij elk geluidje schrikken we wakker. Het waait iets harder maar de boot blijft gelukkig op haar plaats.
Maandag 6 augustus Vadero
Alweer met prachtig weer in de kuip ontbijten. Het voordeel van ankeren is dat je altijd uit de wind zit. We horen een koe loeien en zien verderop een kudde door het zilte water waden naar een van de kleine eilandjes in de baai. Traag trek de stoet van zo'n 40 bruine runderen achter elkaar het rotseiland op om tussen de stenen het gras weg te eten. Even verderop zien we ook enkele paarden loslopen. De beesten trekken zich niets aan van de mensen, andersom ook niet. Uitgezonderd een paar pubermeisjes die de paarden proberen te verleiden. Wat hebben meisjes toch altijd met paarden? De bijboot gaat te water en we roeien naar een ander klein eilandje waar we tekenend, schrijvend, luierend en genietend van de overweldigende omgeving de dag door brengen. Als de fles water leegraakt, het is warm op de rotsen, en we trek krijgen roeit Jan naar de boot terug, Hen zwemt er heen. Er zijn hier weinig kwallen, ze blijft in het water om de waterlijn schoon te boenen. Jan houdt haar met een lijn vanaf het dek bij de romp van de boot. Het gaat harder waaien en we blijven onzeker of het anker het zal houden in deze grond. We laten het afhangen van het weerbericht, als er harde wind voorspeld wordt, kunnen we altijd nog weg naar een haventje aan de Zweedse kust een uur verderop.
We horen het Zweedse weerbericht maar kunnen er geen touw aan vastknopen, opvallend vaak wordt iets 60 procent genoemd, we weten niet waar dat op slaat. Stuk voor stuk vertrekken de bootjes, vooral speedboten, die hier voor een dagje kwamen terug naar hun thuishaven, we blijven als enige voor anker achter. Dan maar wachten op de Duitse scheepsberichten van 21.05 die zijn gunstig. Gelukkig maar denken we, we kunnen blijven. Helaas, korte vreugd, de GPS geeft aan dat we over de grond verzet worden richting rotsen op 20 meter achter ons. We overleggen: Anker ophalen en een stukje verderop opnieuw ankeren. Voor het anker opnieuw pakt, liggen we vlak bij anderen rotsen. Weliswaar iets gunstiger, maar voor ons gevoel niet helemaal lekker. Misschien wordt het wel niets meer met dat gevoel denken we. Uren over onzekerheid praten en dubben wat te doen versterkt onze twijfel meer dan dat het wegneemt. Hen hakt de knoop door met het comando: " Nu vertrekken, licht het anker!" de motor staat nog aan en ze heeft de helmstok nog niet losgelaten. Jan liert alweer 20 meter ketting naar binnen. We overleggen snel; we kijken eerst of er in het natuurhaventje een plekje vrij is, alvorens nog een uur te varen en in het donker een onbekende haven in te moeten waar misschien geen plaats is. Hen draait rondjes zodat Jan het hoofdanker kan losmaken van de ketting om het straks als hekanker te gebruiken.
De schemering valt als we de smalle ingang tussen de rotsen door varen. De schipper van de boot aan de rots op de hoek van het natuurhaventje roept dat we nog bij hem naast kunnen ankeren. We moeten ruim om een drijver met vlaggetje midden in het kommetje heen varen, want daar is een ondiepte. Hij hang een stootwil klaar, Jan ook en staat daarna achterop met het Anker gereed. Hen stuurt op de aangewezen plek aan en Jan laat het anker vallen. Op hetzelfde moment slaat Hen achteruit onder de schreeuw: "We lopen vast". Jan schreeuwt nog harder (om boven het gebrul van de motor heen te komen): "Neutraal! Lijn in de schroef!" Te laat, de ankerboei springt onder het schip vandaan, Jan trekt het anker op maar de neuringlijn -waar ook de boei aan zit- is in de schroef gedraaid, gelukkig de ankerlijn zelf niet. Het anker wordt tegen de romp (hoger kan het niet komen door de neuringlijn) geborgd. Jan duikt naar binnen pakt het grootste en scherpste mes en snijdt de lijn door. Het schip deinst door de wind van het onderwaterobstakel weg. Door het anker te laten slepen en de lijn zodra het voorschip draait op het juiste moment meer of minder te vieren, kan het schip enigzins in de richting van de oever aan de bakboordzijde worden gemanouvreerd. Het is maar een meter of vijftig maar wel om de ondiepte heen en proberen op tijd langzij van de daar gemeerde schepen te komen. Als dat niet zou lukken dan drijven we vast op een ondiepte tussen rotsen aan de andere kant van de kom (lage wal). Het lijkt te lukken, inmiddels komt de man die zo vriendelijk was ons een plaats te wijzen aangeroeid in zijn rubberboot. Ook twee andere mannen doen dat. Op zo'n avond in een klein kommetje volgt iedereen wat er gebeurd. Op afstand hebben ze ons zien verleggen in de baai en uiteindelijk binnen zien varen en vleugellam zien worden. Zo ook de Zweden waar we zachtjes tegen aan schurken even later. Ze begrijpen wat onze bedoeling (en enige mogelijkheid) is en hangen stootwillen buiten. Hen ook en geeft de lijnen aan. De eerste man in de rubberboot vangt op de kant een voorlijn op en belegt hem op de zelfde strip die we gisteren gebruikten. We liggen we nu aan de goede kant van het obstakel dat ons wegjoeg. Een andere man komt met een lange lijn aanzeten die ver weg aan een rots vastzit, hij kon daarmee voorkomen dat, als we niet tijdig langzij kwamen, Lena geborgd werd en niet op de rotsen verderop hoefde te lopen. De derde man, een Duitser, wil meteen duiken om de lijn uit de schroef te halen. Het is te donker en Jan zegt dat morgenochtend op zijn gemak zelf te kunnen doen. Iederen bedankt iedereen en iedereen is blij. Er gebeurde iets spannends na een lome dag en het liep allemaal goed af en volgens het boekje. Zoveel behulpzaamheid onderling geeft een goed gevoel. Jan gaat in de bijboot om het anker verder achteruit te brengen. Henneke trekt de lijn om de schootlier aan en het anker graaft zich goed vast. We liggen vrij aan drie lijnen. Het buur-echtpaar drinkt bij de olielamp nog een glas wijn en verklaart ons het weerbericht. Bij de voorspelling wordt de zekerheidsgrens in procenten aangegeven: "De wind is uit die en die richting en zoveel meter per seconde met een zekerheid van 60 %" Hij weet ook niet hoe we die andere 40% moeten invullen. Het zijn vriendelijke mensen, allebei vliegtuigbouw ingenieurs. Ze zitten in de helicopters, zij bij defensie en hij bij een vliegtuigbouwer. Ze ontmoetten elkaar op het vliegveld Orly (Parijs) op (jawel) een vliegbeurs. Hen verteld iets over haar werk en Jan is alleen maar gepensioneerd, heerlijk toch? De muggen komen opzetten. Lekker naar bed, veilig gevoel. Het gaat stevig waaien, maar we liggen rustig hier.
Dinsdag 7 augustus Vadero
Het heeft gewaaid vannacht en een klein beetje geregend, maar we voelden ons veilig en hebben goed geslapen. De buren vonden het te onrustig, hun 5 weken vakantie (hebben alle Zweden dat?) loopt bijna af en ze gaan eind van de dag door naar hun familie-zomerhuis een paar uur verderop. Daar is ook de ligplaats van de boot. Zij gaan het liefst naar het scherengebied boven Gotenborg op zeilvakantie. Het is daar als op dit eilandje maar nog ruiger, eenzamer en uitgestrekt over honderden kilometers. Wij wilen daar volgend jaar ook heen, ze raden ons enkele kaarten en boeken aan. We praten over ankers, ankeren in scheren enz. We leren weer wat bij. De koeien lopen nu tussen de rotsen tot vlak voor de boot, Foto! We blijven hier liggen vandaag, er is vrijwel geen wind en we willen het eiland verkennen, Er zijn een paar natuurwandelpaden uitgezet door de Zweedse evenknie van staatsbosbeheer. Het hele eiland is reservaat en er is geen landbouw meer. Het is afwisselend bos, veld, moeras en rots. Op veel plaatsen, ook midden in het bos komen we oude verweerde en soms vervallen muurtjes tegen uit de tijd dat het nog bewoond was. Het is warm op het land en er komen muggen uit de poelen. Aan de andere zijde van het eiland is een strandbaai waar ook veel boten voor anker liggen. De veerbood stopt hier ook en er zijn veel mensen op de stranden en lange rijen voor de kiosk (cafetaria) waar mensen een ijsje komen kopen. Wij hadden begrepen dat hier ook een winkeltje was, maar dat is niet zo. We hebben water bij ons en hoeven niet in de rij. Weer een paar Km verder, op de uiterste noordpunt staat een witte vuurtoren, wij lopen langs de westkust over rotsen en plankiers door de moerasjes richting boot. De natuur is prachtig, veel roosjes en Jeneverbes. We komen de kudde koeien ook weer tegen bij een soort boerderij. Ze hebben bijna alle vrijheid hier. We zijn te warm en te moe om nog te zwemmen en roeien terug naar Lena.

Woensdag 8 augustus Vadero - Hundested
We varen voor ons doen vroeg weg, al om half negen. Het is weer voorzichtig de klippen omzeilen tot het voorlopig 20-30 meter diep zal zijn. 42 Zeemijl (78 km) voor de boeg over het Kattegat is een lange trip. Er is eigenlijk veel te weinig wind, en de stroom is voorlopig tegen. onze voortgang over de grond is maar 1 knoop, dat wil zeggen dat we bijna twee dagen onderweg zullen zijn. Dat wordt dus weer de motor aan, en de halfwinder op dek. Nu varen we ruim 4 knoop dat is dan 10 uur varen dan zijn we om een uur of 7 in Hundested aan de ingang van het Isefjord. De Koelkast kan weer aan. Die was gisteravond uitgezet om dat de accu's te leeg werden en de navigatieapparatuur daar ook op werkt, dan hebben we straks een koele rose bij de lunch. Het is erg warm. De stuurautomaat doet zijn werk, het is vrijwel een rechte lijn over zee. Alleen bij het oversteken van de vaarroutes voor de grote zeeschepen moeten we goed uitkijken. Boven de kusten in de verte onstaan mooie stapelwolken, die houden we goed in de gaten want ze kunnen tot grote onweersformaties uitgroeien. Om 1 uur gaat het een beetje waaien en kan de motor uit: Heerlijke rust. Lunch, de Rose is weer koel geworden. We horen een merkwaardig geluid; Achter de boot briest, en snottert het als de fontijn in Kopenhagen, of er iets lekt en er water spuit. Nooit eerder gehoord, we vragen ons af wat er aan de hand is tot Hen een dolfijn vlak bij Lena's kont door het water ziet schieten. Hij draait een rondje en laat zich van dicht bij boven water zien. Het is en sensatie voor ons, dit zagen we nog niet eerder. "Fototoestel!" Roept de stuurvrouw en ze probeert de attentie van het beest te vangen met een lief lokkend: "Poes, poes-poes-poes?" ( we varen op het Kattegat, het is hier wel gepast) Jan duikt de kajuit in, maar het beest is niet in de zoeker te krijgen. Het briest nog een keer en verdwijnt in de diepte.
We zeilen over een rustige zee en met een mooi gangetje, de tegenstroom is weg en straks loopt de stroom weer mee. Half vier, de wolken klitten een beetje samen en het gaat iets harder waaien. Voor de zekerheid halen we de halfwinder in voordat de enorme grote lap niet meer te houden is. De andere zeile gaan op, maar het grootzeil wordt al snel weer opgedoekt. Er groeien verderop enorme wolken snel de stratosfeer in, eronder wordt het donker. Om vier uur horen we gerommel in de verte en zien bliksemschichten. Wij varen nog steeds in een mooi zonnetje, maar de wind schift en neemt toe. Op de kust - zeker 20 km over bakboord- is het aarde donker, over stuurboord is nog steeds een staalblauwe hemel. We zien de wolken snel dichtbij komen en steeds dichter trekken. Een kwartier later, als de motor alweer bij staat en het laatste zeil wordt opgebonden vallen de eerste dikke ijskoude spetters. Alles gaat uit de kuip, behalve Jan die zijn zeiljas aantrekt. Hen ruimt de kajuit op, doet de navigatieverlichting aan en maakt hete thee. De windvlagen zijn hard en de regen ontneemt het zicht. Gelukkig is er hier vrijwel geen scheepvaart. We kunnen op vol motorvermogen amper 3 knopen voortgang maken. Het echte onweer blijft op een afstand en na een uurtje neemt de wind af. Even later ook de buien. Het klaart snel op en we kunnen de kust weer zien. Om half zeven is het droog en zien we de betonning voor de invaart van het Isefjord en de haven van Hundested. Een klein uur later varen we de havenhoofden door. Het lijkt erg vol, een man op een andere boot fluit naar ons en wenkt om aan te leggen bij een in aanbouw zijnde steiger. Om 8 uur lopen we over de nieuw ruikende mooie steiger het haventerrein op, langs een scheepswerf richting rokerij en havenrestaurantjes. We weten ook nu weer snel de weg dankzij de geweldig goede kaartjes en beschrijvingen in de Hafenlotse van Nautisch Verlag. We eten aan de bekende picknicktafels vis en patat. Het smaakt voortreffelijk, De zon schijnt weer volop en overal lopen weer mensen met enorme ijsco's in de hand. Vrolijke vakantiesfeer hier. We vinden dat we het goed hebben gedaan vandaag, tevreden het bed in.
Donderdag 9 augustus Hundested - Skanse Bucht (ankeren)
We zijn volledig door de voorraden heen, zelfs geen melk meer voor de cappucino bij het ontbijt, nog wel een slappe knackebrod en een lik jam. De twee supermarkten van het stadje zijn vlak bij de haven en we rijden met het boodschappenwagentje volterug over het bouwterrein aan de haven waar nog druk aan de steiger wordt getimmerd. Op de heenweg hadden we de was al in de machine van de wasserette gedaan en bij de tweede tocht, naar een drogist voor anti-muggenmiddeltjes, kan het goed in de droogtrommel. Bij een rokerij kopen we open-gerookte makreel (erg lekker) en veel te vette krabsalade (minder lekker) dat we eten als lunch onder ons zonnetentje. Het is benauwd en het tocht er lekker een beetje onderdoor. We luieren loom nog even door en tegen het einde van de middag vertrekken we naar de overkant van de monding van het Isefjord. Het is maar een halfuurtje verderop, maar toch een heel andere omgeving. Er is een mooie baai waar goed geankerd kan worden. Het is een vakantiegebied met veel huisjes, naaldbomen en duintjes. Er liggen meer boten voor anker. We zorgen ervoor dat het anker goed in de grond trekt door stevig achteruit te varen. 100 meter voor ons ligt een Deens zeilschip, verder is alleen een klein strandje waar een paar mannen staan te vissen in de buurt. In de verte rommelt er onweer, het drijft steeds verder weg. Voor de nacht zetten we het anker alarm aan, hoewel het nu nog windstil is.


Vrijdag 10 augustus Skanse Bucht (ankeren)
Het is warm en benauwd als we wakker worden, Jan heeft om 6 uur het brood al gebakken. We blijven nog even liggen om de weerberichten te horen Daarna duiken we het koude water in en zwemmen naar het strandje 40 meter van de boot. Dat frist heerlijk op. Er staat een beetje stroming de baai uit; Het Kattegat kent een lichte mate van eb en vloed, ook is er een beetje wind uit het noorden. De Deense boot die daar ligt komt, als wij aan ons tweede kopje koffie zitten, langzaam maar zeker onze richting op en dreigt te stranden. Het anker is onklaar en er is niemand aan dek of in de kuip. Jan geeft tot vier maal toe een lange stoot op de toeter. De man en vrouw komen in de kuip en zien geschrokken wat er aan de hand is; Nog net op tijd kunnen ze de motor starten en haalt de vrouw het anker binnen. Ze varen even op ons af om te bedanken, Dan verdwijnen ze in de verte. Wij blijven hier nog even rustig liggen, het is bewolkt en benauwd. De radio verklaart hier een warmtefront. Jan wil een paar uur schrijven en Hen bedenkt, al handwerkend, een variatie aan lunches en menu's op basis van de inkopen van gisteren. We lezen nog wat over dit fjord in het boek Ankerplatze in Danemark waar we al veel plezier van hebben gehad op onze tocht. Het beschrijft deze omgeving als vooral een vakantiegebied voor de mensen uit de steden van Sjaelland. We zwemmen nog een beetje, maar echt actief worden we niet. Van de geplande wandeling rond de baai komt niets meer. 's Avonds komt een mooi houten viskottertje fuiken uitzetten vlak onder de kust en voor onze boot. Op de kust staat een man met en werphengel, hij werpt tot vlak achter Lena en vist een flinke tas vis mee naar huis.

Zaterdag 11 augustus
Skanse Bucht - Rorvig
We staan, net als gisteren, op met een koele duik in de baai. Weer geen wind en nu al benauwd. Dat verandert als er een zwakke krimpende wind opsteekt, het wordt snel koeler en de lucht klaart een beetje op. De visser komt aanvaren en leegt zijn volle fuiken, hij laat staan. We willen onze wandeling maken. Dat stellen we nog even uit omdat we zien dat het verderop druk wordt op het water. Het is weekend en mooi zeilweer. De accu en de watertank raken leeg. We kunnen beter eerst naar het haventje van Rorvig varen, dat we even verderop zien liggen, om te bunkeren en vandaar onze wandeling in tegengestelde richting rond de baai te maken. Zo doen we het, er zijn nog maar enkele boxen vrij en de boten die achter ons aanvaren moeten langszij anderen liggen. Wij liggen geweldig. Op de steigers veel picknicktafels en mensen met barbeques en bier, we wennen al aan het beeld en vinden het gezellig. Nergens hoor je radio's of luid gepraat, ook zie je geen afval rondzwerven. De mensen en kinderen hier lijken echt ontspannen vakantie te kunnen vieren met elkaar. Halverwege de wandeling zwemmen we in de baai en lopen verder over het smalle strandje waar we die ochtend nog voor anker lagen. Langs de fuiken tot het einde van de landtong waar nu een tiental speedboten op het zand gevaren liggen met een daaraan aangepast type watersporters. De mannen klitten samen rond hun snelle vaartuigen en de vrouwen liggen bij elkaar in bikini hun tatouages te bruinen. Om beurten scheurt een bootje een rondje, de mannen, blikje bier in de hand, kijken ernaar, de vrouwen zien vooral elkaar. We volgen de kustlijn en zien aan de overkant Hundested weer liggen. We steken het landje met helmgras en hondsroos over naar de weg waarlangs de vele zomerhuisjes op de Skanse Bucht bereikbaar zijn en lopen de twee kilometer naar Rorvig terug. Onderweg kopen we nog een zak verse doperwten en een doos heerlijke, vreselijk lekkere, echt niet te geloven zalige aardbeien (Jordbaer). We eten alweer vis en patat met bier op de haven, het is druk en we staan er lang voor in de rij. Het is minder lekker dan een paar dagen geleden, een zeven geven we ervoor. Bij de ijskiosk koopt Hen twee hoorntjes met twee kugels chocolade ijs (Jan met slagroom) En die ijsjes zijn echt wel twee keer zo groot als in NL en vier ker zo lekker. Jan probeert of er een internetverbinding is te maken. Volgens de havenmeester wel, volgens hem niet. De dagen worden korter, we kijken naar inspector Morse op de TV, drinken Thee en gaan te laat naar bed.