Er is slecht weer op komst volgens radio-Stockholm. De diepe depressie die nu stormkracht 10 Bft veroorzaakt op het Skagerak komt onze kant op. Vanmiddag zal het 7-8 Bft uit het Noord-Oosten worden op de Vänern. We kunnen in een uur weer op Svegön zijn waar we redelijk in de luwte aan de steiger kunnen liggen. Dat lijkt ons beter dan hier in de haven te blijven waar de wind straks recht in waait.
Bijna 8 uur. Jan blijft aan boord om de weerberichten te horen en het ontbijt te maken, terwijl Henneke nog even snel naar de WC moet en een douche neemt. Ze verliest haar slipper op de boegspriet die onder de steiger drijft en ook met de pikhaak niet meer op te vissen is. Een plukje riet houdt het schoeisel gevangen en als ze weer terug komt vissen we het vanuit de rubberboot op. Als Hen de ontbijtboel afwast gaat Jan nog even snel naar de apotheek, de Systeembolaget is tot 10 uur dicht, de rode wijn wordt deze week dus gerantsoeneerd. Inmiddels zijn we al een beetje bekend in dit vaarwater en durven we achterlangs de rots waar de vuurtoren op staat en tussen een paar eilandjes en stenen door te varen. Het scheelt een kwartier met de vorige keer. De wind neemt gestaag toe. Als we om half 11 aanleggen op de steiger liggen we precies tegenover de plaats waar we vorige week lagen. Toen was de wind Z-W nu wordt hij N-O. We hoeven hier niet bang te zijn voor hoge golven. Het strandje verderop dat het eiland met een grote rots verbindt is een goede golfbreker. De enige zeilboot die hier gemeerd lag vertrekt tegen de middag. Later komt er een motorboot naast ons liggen. Een vader met zijn vrolijk over de steiger huppelende 6 jarige dochtertje. De man spreekt amper engels. Ze gaan met een grote opblaas dolfijn naar het strandje, maar zijn weer snel terug, het waait harder, het regenend een beetje en het wordt kouder. We steken de sauna vast aan, het hout ligt ervoor klaar en een bijl staat in het blok. Terwijl de kachel heet wordt maken we een wandeling over het eiland. Op de rotsen aan de oostkant zitten we een tijd naar de brekende golven te kijken.

Terug op Lena hullen we ons in badjassen en nemen handdoek, waterketel en theepot mee het warme houten huisje in. Heet en bezweet het meer inlopen in de regen is het lekkerste wat een mens kan doen in deze omstandigheden ervaren we. Beetje zwemmen en dobberen en afspoelen onder de ijskoude buitendouche. Als we opnieuw dampend het water induiken, zien we nog twee kleine motorboten aanleggen naast de andere. Het waait hard maar de golven kunnen ons niet bereiken. 's nachts wordt de storm compleet. De landvasten kreunen rond de kikkers en de wind fluit om de mast. We slapen erg slecht en moeten aan onze storm van vorig jaar in Denemarken denken. De meerboei waaraan we lagen brak van zijn ketting en we strandden. Nu waait het minder en liggen we aan een (hopelijk) stevige steiger, maar zo'n oude ervaring speelt toch op.
