
De zon, die even voor vijven op komt, staat al hoog en warm aan de hemel als we om half acht in de kuip ontbijten. Er is gisteravond een kleine zeilboot naast ons komen liggen met twee jonge stellen aan boord. Vriendelijke lui die goed engels spreken. Ze poetsen hun tanden met water dat ze in een bekertje uit het meer halen. Het is hier erg schoon en helder. Tegen negen varen we van ze weg en zwaaien ze ons na. Er is een beetje wind, maar nog niet uit de goede hoek. We moeten ook eerst een omweg van een uur maken voor we de goede richting uit kunnen. Na een uur of twee op de motor lijkt de wind voldoende gedraaid om te zeilen. Het gaat net maar de snelheid is niet hoog, we hebben het er graag voor over. Als we het voor 11 uur vanavond niet blijken te halen kan de motor altijd nog bij.

De wind draait nog iets verder door en we kunnen de grote halfwinder opzetten. We varen nu ruim vier knopen en komen als het zo blijft zeker op tijd in Åmål aan. Tot vlak voor de haven blijft het zeil opstaan en om halfzeven liggen we als enige boot aan een splinternieuwe steiger voor in de haven. Vlak na ons komt een mooie grote klassieke gaffel yawl binnen en meert af naast een andere klassieke tweemaster aan een langssteiger even verderop. Het schip dat binnenvoer wordt bemand door een man en vrouw van 70 jaar. Via onze boot worden ze met het stroomnet verbonden en blijft ook hun wijn koud vannacht.
