Vannacht voor de eerste keer in ruim twee maanden niet op Lena geslapen maar in een vandrarhem (Jeugdherberg of hostel). Dat is even wennen; Eenpersoonsbedden die niet verplaatst kunnen worden en verkeersgeluid van de weg die hiervoor loopt. Ook is het veel warmer op het land. Jan droomde van varen in de bloedhete tropen. Straks ontbijt en dan weer een heel eind terug naar de werf lopen waar Lena nu op de kant ligt.
We zouden er wel in kunnen slapen maardat is een erg, heel erg ongewoon en een beetje beangstigend gevoel. Een boot die staat als een huis. Gisteren om 08.00 in de stromende regen werd Lena op een prachtige, hydraulische lorry uit het water getild en naar zijn plaats gereden. Eerst nog even met de hogedrukspuit afspuiten, er zat nog vrijwel geen aangroei aan dat was dus vlot gebeurd, maar we waren inmiddels wel doorweekt en koud geworden. Daar staat hij nu op zes stutten. Met een ladder kunnen we aan boord. Jan is de schuurlijst op de plaatsen waar veel roest onder de verf en het plamuur zit, aan het afkrabben en schoonschuren. De professionele jachtschilder had daar vier jaar geleden heerlijk overheen geschilderd, dat wreekt zich nu met grote blazen en dikke roest. Een bijzonder vervelend en zwaar karwei. Henneke doet de binnenboel grondig. Dat moet ook wel omdat we er minstens negen maanden niet meer zullen komen. We zijn vorige week vrijdag (21-8) hier op de werf in Norrkoping aangekomen en hebben sindsdien iedere dag wel iets aan onderhoud gedaan. Vooral het houtwerk is stevig onder handen genomen. Schuren en lakken, het ziet er weer geweldig uit, we zijn vergeten een mooie foto daarvan te maken.

Norrköping, zondag 31 augustus.
Vier nachten zijn we in het vorige vandrarhem geweest. Voor vannacht was het al volgeboekt, daarom zijn we vanochtend een kleine kilometer verkast naar een ander. Boven op het station van Norrköping, vergelijkbaar, maar minder proper. Beetje smerig en rommelig. Ook lawaaiig, we kijken door twee kleine raampjes op het perron. De bus naar het vliegveld vertrekt hier morgenochtend om 10:10 uur vrijwel voor de deur, da's dus wel gemakkelijk. We hebben en week aan Lena lopen schuren, krabben, schoonmaken en lakken. Bekaf waren we vrijdagavond toen we haar eindelijk onder het winterdekzeil hadden ingepakt. Precies op tijd want het begon al te regenen. De hele klus is ons tegengevallen, we hadden gehoopt op meer vrije tijd om ook nog andere dingen te kunnen doen dan werken. Op Jan's verjaardag zijn we 's middags iets vroeger gestopt om onze hamburgers op de BBQ te roosteren bij een bankje op de werf waar we op zondag twee dagen eerder al heerlijke entrecote gebraden hadden. De avonden hebben we het rijk vrijwel alleen op deze grote werf waar 's winters zo'n 800 boten op de kant staan. Vaak komen er nog een paar mannen een uurtje vissen vanaf een steiger, of rijd er een auto het terrein op en komt er iemand om onduidelijke reden ergens naar kijken. Henneke vindt vreemde lui rond de boot niet leuk, gelukkig is het tegen dat het donker wordt weer helemaal stil. De werf houdt zich voornamelijk bezig met winteropslag en onderhoud van buitenboordmotoren. Twee broers, nog een man in de werkpklaats en Maria voor de administratie runnen de zaak die ooit begonnen was door de vader van de broers die nu de eigenaars zijn. Hun vader is gelijk met Jan jarig hij werd 84 en zeilde die dag, met anderen een boot naar Stockholm.

Hij en zijn vrouw zijn nog dagelijks op de werf, in de winkel en het kantoor te vinden. Die winkel is erg handig, de meest voor de handliggende zaken zijn er te koop. Toevallig ook de Sikkens-olie waarmee het houtwerk van Lena is gelakt. Dat was weliswaar toevallig omdat die ooit voor een klant was besteld die het uiteindelijk niet afnam, maar het kwam erg goed uit toen bleek dat er niets meer aan boord was. En verder hadden we meer schuurpapier nodig en nog een staalborstel, bestelden ze de reserve V-snaren die Jan uit Nederland had willen meenemen en regelden ze een Volvo monteur om de dieselmotor een grote beurt te geven. Het kleine werk en winterklaarmaken ervan heeft Jan zoals gewoonlijk zelf gedaan. Maar het belangrijkste was misschien toch wel dat we zo nu en dan een bedrijfsauto konden lenen om boodschappen te doen. De afstand tot de stad en de winkels is net te groot om te lopen. Lopend vanaf ons vandrarhem ontdekten we een enorme supermarkt bij een industrieterrein dichterbij. Enorm is dan ook wel enorm een hal met een oppervlakte van meerdere voetbalvelden. De grote zaken zoals die in Frankrijk zijn te vinden komen qua omvang redelijk in de buurt van deze indrukwekkende maar ook beangstigende ruimte overzichtelijk volgestouwd met etenswaren. Nog nooit zagen we zoveel merken fetta, soorten ham en vet-verschillen in gehakt; Zwijgen we over vleeswaren, frisdranken, ontbijtprodukten en margarines, dat is beter op zijn plaats dan superlatieven te zoeken voor wat we hier hebben gezien. De verse vis lag er uitdagend bij, maar wij hadden alleen een pak yochurt nodig voor ons ontbijt de volgende dag. Buiten gekomen duurde het even voor we van deze bijna nachtmerrie bijgekomen waren. Nog steeds niet bijgekomen zijn we van het nieuwe winkelcentrum buiten de stad waar we, toen we hier vorige week vrijdag arriveerden, het eerst terecht kwamen. Enorme parkeerplaatsen deden al iets vermoeden, maar eenmaal binnen in het gebouw blijkt het een wereld op zich. Tientalle, vaak ook weer enorme grote zaken verbonden met gangen, roltrappen en eetgelegenheden. Op de winkelwagens is een plattegrond gemonteerd, wat niet kon voorkomen dat we via een andere uitgang de geleende auto niet meer terug konden vinden. Elke menselijke maat is hier verdwenen, geen wonder dat overconsumptie, volgens onze waarneming, waarschijnlijk het grootse probleem voor de Zweden is. Zaterdag (gisteren dus) was onze eerste vrije dag en bezochten we de oude stad. En jawel, achter de facade van een normale lange verkeersvrije winkelstraat waar alleen tram doorheen rijdt, zeg maar de Leidsestraat in Amsterdam, blijkt zich ook weer een onmetelijk mierennest van winkels te bevinden, naast, boven en onder de grond. In de wijde omtrek is er geen winkel meer te bekennen. Uitgezonderd in de toeristengebieden waar enkele zomermaanden een winkel mag bestaan. We hebben enkele malen meegemaakt dat de dichtsbijzijnde betaalautomaat 25km verderop was. Iedereen buiten de stad is aangewezen op een auto.
Het openbaar vervoer in deze stad is goed geregeld. Bussen rijden regelmatig en op tijd. Kaartjes kopen kan niet bij de chauffeur en onze strippenkaart uit Stockholm en de andere kaart uit Gotenburg zijn hier niet geldig. Via SMS-bericht op de mobiele telefoon kan je reizen, maar geen chauffeur kon ons uitleggen hoe dat moest want ze spraken alleen maar Zweeds. We mochten een paar keer meerijden zonder betalen. Het waren ook maar een paar haltes, maar het scheelde steeds 30 minuten lopen naar de werf. Uiteindelijk kochten we bij de busonderneming bij het station een soort creditcard waarmee je in de bus electronisch afstempeld en overstapt. Die kaart kan je steeds opnieuw laten opwaarderen. Het werkt perfect. Als we straks weer in Nederland zijn is daar waarschijnlijk de strippenkaart afgeschaft, we zijn benieuwd of het nieuwe electronische systeem ook goed werkt.
Gisteren aan het eind van de middag zijn we vanuit de stad met de bus toch weer naar Lena op de werf gegaan. Jan was zijn nieuwe jasje vergeten en Henneke had een schoon laken en sloop uit Lena in onze kamer laten liggen. Hoe dat kan? De was hebben we in het vandrarhem moeten laten doen want in de hele stad is geen wasserette te vinden. Hoe bestaat het in een stad met 5500 studenten vragen wij ons af. Deze vraag konden we toevallig achterlaten bij een expositie in het arbeidsmuseum over de geschiedenis en ontwikkeling van het textiel wassen.


We zijn benieuwd of er een antwoord op komt. Dat museum is ondergebracht in een prachtige oude fabriek die deel uitmaakt van een geweldig groot en mooi complex van bedrijfsgebouwen rond de watervallen van de Motala-rivier die hier stroomt. De textiel en papierfabrieken van de fa. Holmen zijn niet meer in gebruik en na een tijd van leegstand gerenoveerd met nieuwe bestemmingen, zoals de universiteit, nieuwe bedrijven, dit museum en het stadsmuseum. Deze stad is samen met Nyköping een belangrijk indistrueel centrum van Zweden geweest. In aanvang, een kleine 400 jaar geleden, gefinancierd en gestimuleerd door de Nederlander Louis de Geer naar wie de concert- en conferentiezaal in dit voormalige fabriekscomplex is genoemd. Hij wordt gezien als de grondlegger van de Zweedse industrialisatie; Norrköping wordt vergeleken met Manchester.
